Zuid-Amerika 2014-2015
Uruguay
Na in Afrika al met de voorbereidingen te zijn begonnen was het dan eindelijk zover. Met dank aan onze werkgever “Dichterbij” voor het wederom verlenen van ons langdurig verlof kon het Zuid Amerika avontuur beginnen. Nadat de vertrekdatum diverse malen was veranderd kregen we van “Mafra Tours” het bericht dat we “de King” op 15 augustus in Antwerpen moesten afleveren. Helaas bleek de scheepsagent niet te weten dat 15 augustus een nationale feestdag was in België en dat dus alles gesloten was. Om 6 uur ‘s morgens stonden we voor een gesloten poort en konden de camper niet afleveren. Onverrichter zake konden we weer naar huis om op maandagmorgen weer terug te komen.
Op maandag was alles snel genoeg geregeld en was de eerste stap richting Zuid Amerika gezet.Via Marine Traffic konden we de boot waar “de King” op moest volgen. Met enige vertraging kwam deze in de haven van Antwerpen aan waarna de reis naar Uruguay kon beginnen. Op 17 september zijn we vanuit Frankfurt via Londen naar Buenos Aires gevlogen. We zijn hier 5 dagen gebleven en hebben de gehele stad te voet, per metro en met de bus doorkruist. Hier kregen we ook het bericht dat het schip eerder aan kwam dan gepland en hebben we onze plannen moeten aanpassen.
Argentinië
Metde hoge snelheidstrein, de ICE, naar Frankfurt gereisd. Op het vliegveld aangekomen werden we direct geconfronteerd met het feit dat we geen uitblinkers zijn met de moderne technieken. De paspoortcontrole ging geheel elektronisch en we zagen mensen met hun instapkaarten op de smartphone. We hebben nog wat in te halen!
Via Londen zijn we naar Buenos Aires gevlogen. Gelukkig vlogen we ‘s nachts zodat we een groot deel van de reis hebben liggen doezelen. Het was echter een zeer lange zit van 15 uur! Toen we door de paspoortcontrole waren en eindelijk onze koffer te pakken hadden moesten we nog even door de bagagecontrole. Het was echter ontzettend druk en enkele Argentijnen die geen geduld hadden maakten de poortjes open waardoor iedereen zonder controle van de bagage naar buiten stormde.
Snel een taxi gezocht en voor een derde van de vraagprijs werden we met 120 km. per uur, al bellend, sms’end en alle verbodsborden negerend naar ons hotel gebracht. Na een heerlijke nacht slapen zijn we de stad gaan verkennen. We zaten midden in het centrum, op loop afstand van veel bezienswaardigheden. De Avenue de 9 Julio is de breedste straat van de wereld. De stoepen liggen 140 meter uit elkaar, er zijn 2 fietsstroken, 18 autobanen en in het midden ook nog 4 busbanen. We hebben de hele stad doorkruist met de hop on hop of bus en de belangrijkste bezienswaardigheden bezocht zoals o.a. het Plaza de Mayo waar vanaf het Videla bewind elke donderdag de “dwaze moeders” protesteren. Zij willen opheldering over hun verdwenen zonen/dochters en echtgenoten. Verder de wijk Boca bezocht die geheel is opgebouwd uit oud hout en golfplaten die bont gekleurd zijn met verf die over was van de scheepswerven. Ook het kerkhof in Recoleta waar Evita Peron begraven ligt was zeer de moeite waard. Het leek of je rond liep in een stad met smalle straatjes en miniatuurhuisjes!
De zondagmarkt in Telmo was erg mooi en deze dag hebben we afgesloten met een etentje in Restaurant “Parrilla La Brigada”. De geserveerde steak was zo mals dat de ober die ons bediende de steak aan tafel even doorsneed met vork en “lepel”! Verder viel het ons op dat we de enigste waren die garnituur bij de steak hadden besteld. De meesten bestellen alleen een goed stuk vlees met een lekker flesje rode wijn. De steaks die men kan bestellen wegen dan ook tussen de 300 en 850 gram.
Geld moest er natuurlijk ook gewisseld worden. Omdat er hier een informeel wisselcircuit is waar je bijna 80% meer voor een euro of dollar krijgt dan op de bank is het even zoeken en aftasten waar je dit het beste en veiligste kunt doen. De zwarte markt heet de “blue euro en blue dolar”. In verband met de enorme inflatie willen de Argentijnen graag harde valuta hebben om te kunnen inkopen in het buitenland. In veel drukke winkelstraten hoor je dan ook niets anders dan “cambiar, cambiar” roepen. Als je met deze mensen in gesprek gaat nemen ze je mee naar een kantoortje of winkel waar iemand is die het geld wisselt. Helaas zitten hier natuurlijk ook bedriegers tussen. Het is dus uitkijken. Wij hebben in een lingeriewinkel gewisseld, wat ons een veilige plaats leek! Ook is het eens een keer iets anders om tussen de sexy lingerie je geld te tellen. Of zou het een bewuste afleidingsmanoeuvre zijn? Wij werden er in ieder geval netjes ontvangen en kregen dat waar we recht op hadden. We kregen bericht dat de King eerder in Montevideo zou zijn dus de plannen aangepast en met de veerboot naar Uruguay.
Uruguay Op 24 september kwam de King in Montevideo aan en na twee dagen en 12 kantoortjes verder konden we eindelijk de haven uitrijden. Omdat we al 2 dagen in Montevideo in een hotel hadden gezeten hadden we de stad al bekeken en zijn direct richting Colonia gereden. Onderweg hebben we bijeen boer langs de weg kaas, rauwe ham, eieren en aardappels gekocht. In Artilleros, een dorpje 23 km. voor Colonia hebben we aan de Rio del Plata gestaan. De Rio de la Plata is de breedste rivier ter wereld. De rivier is maar liefst 68 km breed en omdat je toch op redelijke afstand van de monding aan zee zit is hij onderhevig aan eb en vloed. Het lijkt dus dat je aan zee zit, maar dan wel een zee met zoet water!
Hier wonen Danny (Nederlander) en Fabiana (Uruguayaanse) waar we de camper volgend jaar gaan stallen. Het was een gezellige en leuke kennismaking. Met vrienden van Fabiana hebben we op het strand genoten van onze eerste Uruguayaanse parrilla (BBQ). Voor de inwendige mens was goed gezorgd en de steaks smaakten prima.
Na 2 heerlijke dagen aan het strand van de Rio de la Plata zijn we vertrokken naar Colonia del Sacremento. Hier nog eens rustig rondgewandeld in de oude stad.
De volgende dag richting de Argentijnse grens gereden naar Fray Bentos. Hier was een museum in een voormalige vleesverwerkingsfabriek. Het was een grote kolossale bouwval en van een bezichtiging hebben we maar afgezien. We hebben er een prima plek gevonden om te overnachten tussen de loslopende paarden. De volgende ochtend naar de grens gereden en de grensprocedure was een fluitje van een cent. We zijn zo snel uit Uruguay vertrokken omdat we hier nog twee keer terug komen en omdat we op tijd in Valdes willen zijn omdat daar de walvissen maar tot november te zien zijn. Na eerst in Noorwegen, later in Mozambique en daarna in Zuid Afrika om verschillende redenen de walvissen niet gezien te hebben is het nu een must geworden!
Uruguay is 4.2 maal zo groot als Nederland en heeft maar 3,5 miljoen inwoners. Het heeft ontzettend veel grasland en akkerbouw en overal zie je kleine boerderijtjes met ontzettend veel koeien. Uruguay heeft maar liefst 8 koeien per inwoner. Het landschap lijkt op Friesland met sloten en groene weiden en op sommige plekken op het heuvelachtige Zuid Limburg. Er zijn nooit ongeregeldheden of oorlogen met buurlanden geweest. Uruguay is ook het land waar de softdrugs zijn gelegaliseerd. Daar kan Holland nog iets van leren!
Argentinië Na een week in Uruguay om “de King” op te halen waren we weer terug in Argentinië bij de grensovergang in Gualeguaychu. Omdat je geen verse producten zoals vlees, groente en zuivel mag meenemen dachten we hierop gecontroleerd te worden, maar we konden zonder controle Argentinië binnen rijden. Deze keer ook maar de motor officieel ingevoerd welke we illegaal Uruguay hadden binnen gebracht omdat daar vanuit de haven anders ook weer voor betaald moest worden. Om in Argentinië te komen moesten we de Rio Uruguay oversteken over een erg hoge en lange brug. Na de tol te hebben betaald sprak een Duitse fietser ons aan. Hij mocht niet over de brug fietsen en vroeg of we hem met fiets en bagage een lift konden geven. Alles ingeladen en de lange brug over, zodra de weg weer was toegestaan voor fietsers hebben we afscheid genomen en is een ieder weer zijn eigen weg gegaan. De man was van Düsseldorf naar Dakar gefietst en had daar de boot genomen naar Montevideo.
De eerst dagen reden we door de pampa. Naast ontzettend veel koeien zagen we ook veel vogelsoorten waaronder ooievaars en roofvogels. Verder vonden we de tocht richting het zuiden maar erg saai. We hebben onderweg wel op mooie plaatsen overnacht. Omdat het erg slecht weer was zijn we telkens na een nachtje maar weer verder gereden.
In El Condor hebben we de grootste kolonie van Burrow Parrots (papagaaien) bezocht. In de kliffen aan het strand zitten zo’n 35.000 nesten. De papegaaien komen elk jaar terug naar hetzelfde nest. Ze leggen om de 5 dagen een ei tot een maximum van vijf eieren. Nadat het laatste ei is gelegd gaan ze broeden. Na 20 dagen broeden komt er om de twee dagen een ei uit. Nadat de jongen 4 weken zijn gevoerd vliegen ze uit. De hele kolonie trekt dan weer naar het binnenland om in september weer terug te komen om te broeden.
‘s Nachts begon het te regenen en de volgende morgen was het erg nat en guur. We zijn in de stromende regen naar een zeeleeuwenkolonie gaan kijken op Punta Bermeja. De mannetjes vochten met elkaar tot bloedens toe om hun vrouwtjes. Met een vrouwtje nemen ze geen genoegen, ze verzamelen een harem tot wel 10 vrouwtjes om zich heen. Het paren lijkt op een ruige nachtclubscéne. In december worden de jonge zeeleeuwtjes geboren. Vanwege het slechte weer zijn we verder gereden naar Las Gruttas.
Het stadje is een leuke badplaats waar ze uit hun winterslaap aan het ontwaken zijn. Ook hier helaas een stormachtige wind met de gehele dag slagregens. We hebben hier twee dagen een beetje beschutting tegen de wind gezocht achter een hotel. Nadat de wind een beetje was afgenomen zijn we richting Valdes gereden. Onderweg naar het schiereiland Valdez zagen we de omgeving langzaam veranderen van de groene pampa in de wat groen/grijze steppen. Ook zagen we af en toe wat wild lopen; o.a. rhea’s ( soort struisvogels) , guanacos ( een lamasoort), hazen en cavia’s.
In Puerto Madryn hebben we eerst inkopen gedaan bij de Carrefour. Eindelijk konden we onze koelkast en vriezer vullen want tot nu toe was het verboden om alle soorten vlees, groenten en zuivelproducten mee te nemen van provincie naar provincie. Overal zijn we erop gecontroleerd en eenmaal werd de camper zelfs helemaal gedesinfecteerd. Op weg naar het schiereiland Valdez de camper boven op een klip geparkeerd en direct werden we verrast door een aantal walvissen. De walvissen komen hier naar toe om te kalven. Ze zijn hier van juni tot midden december. Ze zijn tussen de 12 en 16 meter lang en wegen tussen de 27 en 73 ton. Het kalf weegt bij de geboorte 4 ton en is 5,5 meter lang. Ze worden denkt men tussen de 50 en 70 jaar oud. De volgende morgen werden we wakker en zagen we vanuit het bedraam overal de walvissen spuiten en sprongen maken.
We zijn later naar een andere baai gereden alwaar we de walvissen op ongeveer 10 meter vanaf het strand zagen zwemmen. ‘s Nachts werden we af en toe wakker van het gebrul van de walvissen. Het is ongeveer hetzelfde
geluid als dat van een nijlpaard en soms dachten we dat we weer in Afrika waren beland. Na twee dagen te hebben genoten van het walvis spotten zijn we het Nationaal Park Valdez in gereden.
Het schiereiland Valdez is erg toeristisch. In Puerto Pyramides staat alles in het teken van whale watching. Je kunt voor $ 65,- p.p. met een boot mee om de walvissen te gaan bekijken. Wij zijn verder gereden naar Playa Padelas en kwamen in een mooie baai terecht waar we weer een eerste klas uitzicht hadden op de walvissen. Ook troffen we hier de eerste andere Overlanders aan.
De rondrit op het schiereiland bracht ons naar een zeeolifanten kolonie. Ze lagen op het strand te relaxen en hun jongen te zogen. De mannetjes waren ontzettend groot en hebben een vreemde slurfneus; vandaar de naam zeeolifant. Ook hebben we er Magalaan pinguïns en zeeleeuwen gezien. Tijdens de rit moesten we oppassen voor de overstekende schapen en de guanaco’s. Op het noordelijkste puntje van het eiland zagen we ook nog gordeldieren rondlopen. Omdat 12 oktober “Columbus day” gevierd werd en dit op een zondag viel had iedereen op maandag ook e en vrije dag. Het was dus erg druk op het eiland met dagjesmensen. Naast de walvissen waren wij ook een toeristische attractie en met menigeen moesten we op de foto. Jammer dat we het “Spaans” nog niet voldoende onder de knie hadden want iedereen was super geïnteresseerd. Regelmatig werd er snel iemand geregeld die Engels sprak en de boel kon vertalen. Vanuit de rood wit blauwe vlag op de camper dachten enkelen dat we uit Frankrijk kwamen. Aangegeven dat het de Nederlandse vlag was waarop het antwoord kwam dat men dacht dat de Nederlandse vlag “ORANJE”was! Ook is ondertussen duidelijk geworden dat we hier rond rijden in een “Casa Rodante” oftewel rollend huis.
‘s Morgens gingen enkele Argentijnen duiken en snorkelen. Men kwam terug met bossen zeewier en krab. Even geïnteresseerd gaan kijken en een uurtje later kregen we gekookt zeewier met krab voorgeschoteld. De krab hadden we al vaker gegeten en deze was heerlijk, verser kon niet. Het zeewier smaakte naar verse spinazie en smaakte ook prima. Een gezond alternatief voor groenten van het land! Ondertussen hebben we te maken met heerlijk voorjaarsweer. Ondanks dat we onlangs uit de Nederlandse zomer komen moeten we oppassen dat we niet verbranden in dit voorjaarszonnetje. Uit de wind en in de zon is het een 20 graden. In de schaduw een graad of 12 en in de wind heb je een winterjas nodig! Zo zie je in een oogopslag vrouwlief in de bikini liggen zonnen achter de auto en dat manlief met winterjas, muts en handschoenen aan staat te vissen.
Patagonië staat er om bekend dat het altijd hard waait. Komt de wind uit het zuiden (Antarctica) of uit het westen (de Andes) dan heb je altijd te maken met een zeer koude wind. Ondanks dat wij dus met zomerweer te maken hebben, hebben we onze zomerkleren verruild met onze winterkleren. Voor het eerst sinds 5 jaar weer handschoenen aan en een muts op!
Omdat we niet genoeg konden krijgen van het walvis spotten zijn we nog drie dagen naar Playa Canteras gegaan. Hier zwommen de walvissen regelmatig met meerderen tegelijk en op nog geen 10 meter van het strand voorbij. Omdat we geen water en vlees meer hadden werd het tijd om weer de stad in te gaan. Eerst weer bevoorraad in de supermarkt en daarna even naar de camping waar we de camper volgetankt hebben met water; ons even lekker gedoucht hebben en de was ook nog even gedaan hebben. Als je alleen overdag blijft betaal je $2,- en kun je van alle faciliteiten gebruik maken.
Vanuit de Puerto Madrin over de Ripio (klei en grind piste) naar Punta Ninfas gereden. Boven op de klip konden we de zeeolifanten zien en horen. Toen we voor de camper van het zonnetje zaten te genieten zagen we ineens weer een paar walvissen opduiken dachten we. Toen we even beter keken bleken het 3 orka’s te zijn. Ze kwamen dichterbij en probeerden een aantal malen richting strand te komen om een jong zeeolifantje te bemachtigen. De pogingen werden echter afgewend door zeer boze hard brullende zeeolifanten mannetjes. Normaal zijn ze zeer inactief en liggen de hele dag te luieren. Blijkbaar hebben ze wel een zintuig om onraad te bespeuren. We hebben er nog enkele flinke wandelingen gemaakt ondanks dat het er erg koud en winderig was.
We wilden er nog enkele dagen blijven met de hoop om nog een keer orka’s te kunnen zien. ‘s Nachts ging het echter nog harder waaien en tegen twee uur begon het hevig te regenen. Daarom vroeg in de ochtend maar besloten om te vertrekken. Het werd over de klei piste een helse tocht. In de 4×4 stonden we af en toe geheel dwars en soms ging het wel 50 meter in een hoek van 45 graden over de piste. Ton vond het wel leuk, maar Chantel had er minder lol in! Over een 80 km trokken we een spoor van soms wel meer dan 10 cm diep door de klei. Over de 80 km deden we maar liefst 5 uur en in Playa Union op het strand aangekomen hebben we met de schop de onderkant van de camper ontdaan van wel zeker 3 kruiwagens klei. Als we hier vertrekken gaan we maar eens eerst een wasserette opzoeken!
In Punta Tombo zijn we de grootste Magalaan pinguïnkolonie ter wereld gaan bekijken. Het was erg interessant om te lezen en te zien hoe de leefwereld van deze dieren er tijdens het broedseizoen uitziet. Hier leven een half miljoen Magalaan pinguïns. Een mannetje en vrouwtje zijn hun hele leven bij elkaar. Ze dragen samen de zorg voor het maken van het nest, het uitbroeden van de 2 eieren en het voeren en opvoeden van de kuikens. De nesten zijn verspreid over een zeer groot gebied waardoor veel pinguïns hun nest erg ver van zee af hebben. Tussen de nesten en pinguïns door lopen de guanaco’s te grazen en rennen de cavia’s rond. Roofvogels en meeuwen controleren het land en de nesten vanuit de lucht. De roofvogels voor een dode of verzwakte pinguïn en de meeuwen voor een lekker eitje. Als de jongen groot zijn vertrekt de hele kolonie naar noordelijker delen en komen niet meer aan land tot het volgende broedseizoen. Het mannetje komt dan twee weken eerder om hun nest op te zoeken en het te verdedigen tegen eventuele nieuwkomers!
We mochten in dit natuurgebied niet overnachten dus zijn we verder gereden naar Cabo de Raso ( Kale Kaap). We vonden er een mooi plaatsje en vlak voor de camper lag een zeeolifant in het water te brullen. Hij beschermde een aantal jonge vrouwtjes en hield ons perfect in de gaten! De volgende morgen werden we toen het licht werd wakker van zijn gebrul. Op de punt van de kaap lag ook een in tweeën gebroken scheepswrak. We hadden al eerder een kerkhofje ontdekt en naar later bleek waren het de graven van de verdronken vissers. Via een prachtige route over de ripio zijn we naar Camerones gereden. Ondertussen was het erg heuvelachtig geworden en dat maakt de omgeving een stuk mooier. Onderweg zagen we hazen, rhea’s met wel 20 kuikens en de pampahazen. Deze renden enkele malen voor de camper op en haalden een snelheid van meer dan 50 km per uur.
Op Playa Elola net buiten Camerones prachtig aan de baai gestaan. We hebben er beschutting tegen de wind gezocht bij een oud verlaten vissershuisje.Vanuit Camarones verder naar Bahia Bustamente. Hier werden we verwelkomd door Astrid en haar man Matthias. Bahia Bustamente was ooit een klein dorp waar zeewier uit zee word geoogst en daarna word verwerkt voor de cosmetica- en voedingsindustrie. Nu woont er nog maar een gezin dat ook zoals Nederlandese boeren naast hun boerenbedrijf nog neveninkomsten zoeken. Zo bezitten Matthias en Astrid wat bungalows, een restaurant met een klein museum en een toeristisch programma om gasten te ontvangen en te vermaken. Meerdere malen werd ons verzocht om een boottrip mee te gaan maken naar de eilandjes die er in zee lagen. Na alles wat we al gezien hadden de laatste dagen hadden we eigenlijk niet zo’n zin om mee te gaan maar hebben ons uiteindelijk toch laten overhalen.
Bij hoogtij zijn we met de gehele familie en nog twee Duitse toeristen eerst met twee landrovers naar de boot gereden en zijn toen over kleine riviertjes richting zee gevaren. We hebben langs een tiental eilanden gevaren die in de baai lagen. Op deze eilanden huizen allerlei vogelsoorten, pinguïns en zeeleeuwen. Elk eiland werd gedomineerd door een specifieke soort. Op alle eilanden waren pinguïns te vinden. We zagen de pinguïns langs de boot zwemmen, wat meer op vliegen door het water lijkt. De zeeleeuwenkolonie was ook geweldig om vanaf het water te bekijken. De ontzettend grote mannen, hun gebrul, de harems op de kant en veel nieuwsgierige dames die een kijkje bij de boot kwamen nemen. De vogels waren ook erg interessant, zoals de flightless steamer duck die over het water rent om zich te verplaatsen. Ook diverse comoranensoorten ( aalscholvers) en zeemeeuwen gezien. Het was een geweldige boottrip een mooie indrukwekkende belevenis om vanuit de zee de fauna op het land te bekijken www.bahiabustamente.com en op facebook bahiabustamente.
En dan nog even dit: De vader en moeder van Astrid waren ook mee op de boot. We kwamen met ze aan de praat en toen bleek dat ze een grote Estantia (boerderij) hadden in de buurt van Buenos Aires. Vroeger had Koningin Maxima als klein meisje altijd bij hun op de boerderij gespeeld. Toen Maxima met Willem ging trouwen hadden ze met alle bekenden van haar ouders een gezamenlijk cadeau gekocht en opgestuurd. Iedereen had persoonlijk een bedankbrief van Koning Willem Alexander en Koningin Maxima gekregen.
Na nog de nodige info en aanbevelingen over Argentinië te hebben gekregen zijn we de volgende dag via Puerto Visser naar Rada Tilly gereden. De route was weer geweldig. Wederom reden we door veel grote brede droge rivieren. We moesten regelmatig stoppen om hekken te openen en te sluiten die de Estancia’s van elkaar scheiden. Weer zagen we veel rhea’s en guanaco’s.
In Rada Tilly hebben we het weekend aan de boulevard genoten van het mooie voorjaarsweer. Vanaf Playa Union hadden we elke dag goed weer. Alleen de zeer harde wind maakt het vaak niet aangenaam en een plaatsje uit de wind is vaak moeilijk te vinden. We hebben de camper aan de boulevard geparkeerd en ondanks de verbodsborden en veel rondrijdende politie werd er niets van gezegd. Ondertussen kregen we regelmatig bezoek van Argentijnse camperaars die zeer geïnteresseerd van alles wilde weten. Ook parkeren velen in onze omgeving om dan even de website op hun Smartphone in te tikken en even een kijkje op de site nemen.
Aan het eind van de boulevard stond een gebouw van de duikclub. Op zondagmiddag werden we door Claudia en enkele andere dames uitgenodigd om even binnen te komen en kennis te maken met wat leden. We werden meteen uitgenodigd om te komen BBQ-en. Dit hebben we niet afgeslagen en we hebben genoten van verse mosselen als voorgerecht en lekker vlees als hoofdgerecht. Voor het natje werd ook gezorgd met als gevolg dat na enkele uurtjes het Spaans van ons en het Engels van de Argentijnen steeds beter begrepen werd! Na de kennismaking bleek dat we met een multicultureel gezelschap aan tafel zaten; wij uit Holland en de dames uit Argentinië, Chili en Peru!
Vanuit Rada Tilly zijn we naar Puerto Deseado gereden om daar de Rockhopper pinguïns te gaan bekijken die op een eiland in zee leven. Helaas waaide het veel te hard om uit te varen en bovendien ging men niet met maar twee personen naar het eiland. Na 3 dagen wachten op minder wind en enkele andere toeristen zijn we maar weer vertrokken. Over de Ripio 47; 85; 83 en de camino costero in twee dagen naar Puerto San Julian gereden. Het weer werd steeds slechter en uiteindelijk zijn we de laatste kilometers door zware sneeuwbuien over de spiegelgladde piste geglibberd. De route was geweldig mooi en al het reeds bekende wild kwam er veel voor. Deze keer zagen we ook nog honderden flamingo’s die in de vele meren die we tegen kwamen aan het foerageren waren.I
In Puerto San Julian achter een groot gebouw aan de boulevard geparkeerd nadat we de camper eerst van de nodige klei ontdaan hadden met de schop en met emmers water. Daarna de kachel aan want het was maar 2 graden! Onvoorstelbaar hoe het weer hier in korte tijd kan omslaan. Maar goed dat we de borrel ook koud hebben staan. Na die borrel het bed ingedoken en vanmorgen 31 oktober werden we wakker met de ijsbloemen op de dakramen! Het vroor en bij een zeer harde wind geeft dat een gevoelstemperatuur van wel minus 20! Gekeken of we ergens konden internetten, maar dat was vanuit de camper alleen maar mogelijk op de camping. Voor de eerste keer deze reis dus maar de camping op en maar direct van alle faciliteiten gebruik gemaakt. De was met lekker warm water gedaan en deze hing in de sneeuwbuien te drogen! We hadden wel rekening gehouden met koud weer, maar dan pas in Ushuaia.
De volgende stop was in het National Park Monte Leon. Dit park is pas 10 jaar oud en nog vrij onbekend. Helaas konden we het park niet in omdat de wegen nog moesten op drogen vanwege de sneeuwval van de afgelopen dagen. Omdat je in verband met aanwezigheid van pumas alleen maar mag kamperen op de daarvoor bestemde camping in het park moesten we weer vertrekken. We zijn 25 km terug gereden naar Comandante Luis Piedra Buena. Hier een mooi plaatsje gevonden aan de Rio Santa Cruz. De volgende dag was de ripio voldoende opgedroogd en mochten we wel het park in. Alle bezienswaardigheden in het park bekeken, de pinguïns, de zeeleeuwen en het comoraneneiland. Op de camping stond bij elke plaats een Parilla dus hout verzameld en onder winterse omstandigheden lekker van de BBQ genoten. We werden gewaarschuwd d.m.v. van een folder en borden in het park wat te doen als we een puma tegen zouden komen. Helaas hebben we geen puma gezien maar wel een vos. Na 2 dagen zijn we weer vertrokken.
Onderweg naar Rio Gallegos reden we tussen de vlak langs de weg grazende kudden guanaco’s. Deze komen aan de wegrand grazen vanwege de eerste verse grassprieten. Overal langs de weg liggen de dood gereden kadavers en voor ons was het ook remmen en uitwijken om een aanrijding te voorkomen. Misschien heeft Gaucho Gill ons wel beschermd.
Gaucho Gill is de Argentijnse beschermheer van de verkeersdeelnemers. Overal langs de weg staan kleine en grote rode huisjes vaak versierd met vlaggen. Vooral vrachtwagenchauffeurs hechten hier waarde aan. Ze stoppen bij zo’n Gaucho Gill plek en zetten er flessen water, eten e.d. bij om hem gunstig te stemmen. In Rio Gallegos een dagje door de winkelstraten en over de boulevard gewandeld. Onze laatste stop voor de grens met Chili was bij Laguna Azul. Dit is een kratermeer met prachtig azuur blauw water, vandaar de naam. We zijn met klimmen en klauteren de krater die 55 meter diep is ingedaald tot we aan de waterkant konden genieten van het zonnetje op een windvrij plaatsje. We hebben aan de voet van de krater overnacht en zijn ‘s morgens op tijd richting grens gereden.
We moesten namelijk 250 kilometer door Chili om in Ushuaia te komen. De grenszaken waren snel geregeld. De camper werd wel goed gecontroleerd op aanwezigheid van vlees, groenten, fruit of aanverwante artikelen, maar deze hadden we allemaal op! Na 60 kilometer betonweg moesten we met een veerboot de straat van Magalaan oversteken. De tovertocht duurde maar 30 minuten en kostte maar liefst $ 110,-. Even vergeten dat we niet meer in Afrika waren en begonnen met onderhandelen wat natuurlijk op niets uit liep. Na de overtocht kregen we 140 kilometer ripio die met veel wasbord, stenen en stof deels goed en deels slecht was. De harde wind zorgde ervoor dat het door ons veroorzaakte stof ons regelmatig voorbij kwam waaien ondanks dat we meer dan 70 kilometer reden. Dat geeft maar weer eens aan hoe hard het waait hier in Patagonië. Onder deze omstandigheden; kou, harde wind en piste; verbruikt “de King” ook meer diesel. Gelukkig consumeren wij wat minder bij deze kou en blijven de kosten gelijk.
Door het veel over de piste rijden is het brandstofverbruik erg hoog; de bandenslijtage groot; hebben we al een steen tegen de voorruit gehad met als gevolg een gat en een grote barst en is er een steun van een luchttank afgebroken. Deze laatste weer met spanbanden gemonteerd. Demonteren we wel om te laten lassen als het weer ergens een beetje beter weer is want hier was het te koud en te nat om onder de camper te gaan liggen.
Na de piste kwamen we weer in Argentinië en wel in Vuurland oftewel Tierra del Fuego. We reden door een prachtige omgeving met vele meren omringd door besneeuwde bergen. Voor het eerst reden we ook door een bosrijke omgeving. Onderweg hebben we direct uit een bron water getankt en bij de bakker in Tolhuin hebben we de beroemde empanada’s ( meeneemhapjes) gekocht. Over de camino Fin del Mundo (weg naar het einde van de wereld) naar Ushuaia gereden. Dit is tevens het meest zuidelijke punt van onze Zuid Amerika reis.Ushuaia is erg toeristisch. Mensen uit de gehele wereld worden hier ingevlogen om een boottrip naar Antarctica te maken.
Wij zijn ook eens gaan informeren voor een “last minute trip”. In eerste instantie kregen we een leuk aanbod van $ 1400,- per persoon op een drie persoonskamer. Daar hoefden we niet zo lang over na te denken en wij terug naar de camper om de creditcards en de paspoorten te halen. Toen we weer op het reisbureau terug kwamen bleek men een foutje te hebben gemaakt en kostte een lastminuut met 40% korting maar liefst $ 4900,- per persoon. Nu had Ton van de familie wel wat geld meegekregen om met zijn verjaardag iets leuks te gaan doen, maar dat bedrag was helaas niet toereikend!
Na twee dagen het commerciële en toeristische Ushuaia te hebben bekeken zijn we naar het Nationaal park Tierra del Fuego gegaan. Hier houdt de weg ook daadwerkelijk op en kom je op het zuidelijkste punt dat je ter land kunt bereiken. Het park is prachtig. Overal zag je de besneeuwde bergtoppen en je rijd of wandelt tussen snel stromende riviertjes die door de bossen kronkelen. Hier kun je mooi op aangewezen plaatsen vrij kamperen wat we natuurlijk ook gedaan hebben. Op een gegeven moment liepen er 2 rode vossen om de camper heen. Ook allerlei mooie vogels liepen en vlogen er rond. Helaas werkte het weer wederom niet mee. Na een mooie wandeling konden we de camper nog juist op tijd droog bereiken. Het begon weer te regenen en af en toe viel er zelfs sneeuw en hagel. Bij een nog altijd zeer harde wind is het dan niet te harden voor een paar Hollanders! Het Nationaal park is geheel ingesteld op wandelen maar helaas hebben we dit vanwege het slechte weer maar weinig kunnen doen.
Na 2 dagen zijn we weer terug gereden naar Ushuaia waar we ons in een warm overdekt winkelcentrum geparkeerd hebben om te internetten. In dat winkelcentrum hadden we wel internet, maar zo traag dat we er nog niet een mailtje mee konden verzenden. Weer terug naar de parkeerplaats in de haven en nog even door de stad gewandeld. Toen we ‘s morgens wilden vertrekken werden we nog even getrakteerd op een bekeuring. Van de een op de andere dag mochten campers er niet meer parkeren. De bekeuring netjes meegenomen en deze maken we thuis wel een keer over!
Naar Estancia Harberton, 90 kilometer westelijk van Ushuaia gereden. Het is de oudste Estancia van Tierra del Fuego en tevens ook het oudste stenen gebouw. Hier hebben we een nacht gekampeerd op een van de aangewezen gratis kampeerplaatsen aan de Rio Varela. Het was een erg mooi en zeer ruig gebied met veel dode bomen, vaak door de kracht van het rivierwater ontworteld en meegesleurd. Ook voor de dieren is het hier een hard leven. We zagen veel kadavers en skeletten liggen van paarden, koeien en schapen. De dag erop zijn we weer door de gas- en olievelden met de altijd weer vriendelijke jaknikkers richting Rio Grande vertrokken om de dag erop richting Chili te vertrekken.
Chili
Bij het passeren van de grens werden we deze keer erg grondig gecontroleerd op het illegaal meenemen van verboden producten zoals o.a. vlees, groenten, aardappelen, fruit, noten, hout, houtskool, honing, eieren en zuivelproducten. De controleur was deze keer een dame en onze ervaring is, zonder seksistisch te worden, dat de dames aan de grenzen veel strenger zijn dan hun mannelijke collega’s.
Onderweg zagen we diverse malen een grijze vos en ook kwamen we alpaka’s (een soort lama) tegen. De veerboot weer moeten nemen om op het vaste land te komen. Voor te overnachten zijn we naar Lago Blanca gereden. Helaas stond er overal een grote afrastering en konden we niet aan het water komen. Toen maar gewoon langs de ripio geparkeerd en na de regenbuien nog een avond wandeling gemaakt. Omdat we nog steeds met onze Afrika-Safari-Ogen rondkijken zien we vaak de meest bijzondere zaken. Nu zagen we een stinkdier, broedende banduria’s en een gordeldier dat een hol aan het graven was. Van daaruit verder naar Puerto Natales. De route werd heuvelachtig, steeds groener en we konden de sneeuw op de Andes al weer zien liggen. Puerto Natales is een gemoedelijk klein stadje met fel gekleurde golfplaten huisjes en daartussen de stenen vakwerkhuizen van de van origine Duitse stichters van het stadje.
Na een paar dagen Puerto Natales was het weer tijd om verder te gaan richting het Nationaal Park Torres del Paine. Eerst nog even afgepast inkopen gedaan omdat we vanuit het Park weer naar Argentinië gaan en geen zin hebben om al onze verse levensmiddelen aan de grens in te leveren. De eerste avond aan de laguna Amarga op een prachtige plaats overnacht met zicht op de Cuernos del Paine. Deze noemt men ook wel de versteende bliksemschichten. De vroegere bevolking, de Tehuelche, noemden het “de kreet uit steen”. Omdat de wolken hier altijd tegen de Andes leeg regenen zie je hier een rijkdom aan planten. De natuur is prachtig, veel azuur blauwe meren en rivieren waar gletsjers in uit komen. Overal zie je de sneeuw op de bergtoppen en in veel gevallen zie je het water zelfs uit het meer omhoog geblazen worden. Het waait hier altijd zeer hard en vaak komen windvlagen van meer dan 130 km per uur voor. De eerste nacht hebben we dan ook weinig geslapen. Af en toe hadden we meer het gevoel om in een storm op zee te varen of in een vliegtuig te zitten dat in zware turbulentie terecht kwam. Ook tijdens het rijden is het erg oppassen met deze wind; vooral als deze van op zij komt.
De dag erna verder het park in gereden. Je rijd als het ware geheel om de Torres heen die bedekt zijn met sneeuw en gletsjers heen. De temperatuur was flink gedaald en een stormachtige wind maakte het erg guur. We hebben een wandeling gemaakt naar Salto Grande, een waterval vanwaar water uit het laguna Nordernskjöld naar het laguna Pehoe stroomt. Het waaide er zo hard dat je bijna geen foto’s kon nemen. Je moet eerst met de benen wijd gaan staan en het fototoestel dan bij iemand anders op de schouder leggen. Omdat het ontzettend hard begon te regenen hebben we overnacht bij het bezoekerscentrum waar we op dat moment waren voor informatie over het park.
De volgende morgen naar Laguna Grey met zijn gletsjer gereden. Via een hangbrug, een mooi bos en een groot strand zijn we naar een uitkijkpunt op een eilandje gewandeld. Hier zagen we de afgebroken stukken ijs overal liggen en drijven. Daarna geparkeerd op de parkeerplaats bij een hotel waar ze WIFI hadden. Wel WIFI, maar geen internettoegang. Het probleem is dat tegenwoordig iedereen met zijn smartphone de gehele dag online is in een hotel of restaurant. Alles is dus overbezet. Je hebt dus twee keuzes: Oftewel je gaat naar een restaurant waar niemand zit, maar daar is het eten natuurlijk niet te eten of je gaat naar een bejaardentehuis, maar daar staan ze gelukkig nog niet klaar om ons te verwelkomen. Gewoon geduld hebben dus!
Na wederom een zeer winderige overnachting zijn we weer vertrokken. De hele weg weer genoten van de spectaculaire uitzichten op de Torres del Pain. Onderweg zagen we ook nog tot 2 maal toe condors vliegen. Helaas vlogen ze te hoog en te ver weg om er mooie foto’s van te maken. We wilden bij de uitgang van het park overnachten maar omdat het nog erg vroeg was zijn we doorgereden naar het grensplaatsje Cerro Castillo. Dit was vroeger een grote schapenfarm en nu een doorgangsoord naar het Nationaal Park. Het hele dorpje wat maar uit een 20-tal huisjes bestond en uit veel overheidsgebouwen werd gerenoveerd en was helaas nog niet geheel klaar. Er zijn nu zelfs verwarmde openbare toiletgebouwen met douches. In het toiletgebouw staat een grote houtkachel. Morgen de grens over en weer naar Argentinië. Zo zullen we de komende maanden regelmatig wisselen tussen Chili en Argentinië.
Argentinië Na een weekje Chili waren we weer terug in Argentinië. Via een Ripio hebben we een groot stuk afgesneden wat beloond werd. Onderweg kwamen we negen conders tegen die daar rustig langs de weg zaten. We zijn in El Calafate op een camping neergestreken om aan “de King” te gaan sleutelen. De gebroken ophangsteun van een van de luchttanks gedemonteerd en ermee naar een klein bedrijfje gelopen om hem te laten lassen. Met handen en voeten duidelijk gemaakt hoe en wat en na 10 minuten zat de boel weer netjes aan elkaar. Toen Ton vroeg wat het kostte kon de man wel ineens Engels: Ten Euro! De steun nog even gelakt en weer gemonteerd. De dag erop de wagen doorgesmeerd, olie ververst, oliefilter en alle dieselfilters vervangen. Het bleek dat we nog steeds last hadden van de dieselbacterie. Dus Grotamar 71 aan de diesel toegevoegd en nu maar hopen dat de bacteriën weer “dood” gaan. We waren ze nu meer dan een jaar kwijt geweest en nu zijn ze weer terug. Zal toch wel iets met de slechte diesel te maken hebben. Verder hebben we twee keer contact opgenomen met de monteur die ons aanbevolen was in Ushuai. Na 3 dagen kwam hij ‘s avonds in zijn nette pak aanzetten. Even het probleem besproken, maar al snel had ik de indruk dat hij niet meer wist dan Ton zelf! De dagtemperatuur ligt momenteel rond de 16 graden en ‘s nachts koelt het ook niet meer zo af. Starten doet hij op dit moment dus goed! Zo kom je er nu dus ook niet achter of het met vuile dieselfilters te maken heeft! Maar weer even wachten tot het weer kouder word!
Na een lang weekend klussen en tussendoor nog even de 60e verjaardag van Ton vieren zijn we naar de gletsjer Perito Moreno gegaan. Deze is 35 km. lang, 5 km. breed en 60 meter hoog. Hij groeit elk jaar 1.5 tot 2 meter. Maar omdat hij aan de voorkant afbrokkelt blijft hij op ongeveer dezelfde plaats liggen. Het was erg indrukwekkend om zo een grote ijsmassa met zijn grillige vormen en mooie kleuren te zien. Regelmatig braken er stukken ijs af die in het water vielen met het geluid van een donderslag. Tussen de bergen galmt dit erg na en het lijkt of je in een zeer zwaar onweer verkeerd.
In tegenstelling tot andere berichten mochten we er helaas niet overnachten. We moesten 80 km. verder naar een ander gedeelte van het Nationaal park. Aan Laguna Rocca hebben we een mooi plaatsje gevonden met uitzicht op de een andere gletsjer. De volgende morgen wederom een koude stormachtige wind en af en toe een beetje regen. besloten om alvast een stuk te gaan rijden richting de Cuevas de los Manos. (Grotten van de handen) Onderweg een mooie bushcamp gemaakt aan een riviertje. De Cuevas de los Manos liggen in een prachtig kleurrijk gebied met bergen, valleien en kloven. De rotsschilderingen waren zeer bijzonder. Volgens archeologen zijn ze tussen de 9300 en 1700 jaar oud. Ze zijn gemaakt door een onbekend volk van jagers en verzamelaars. De techniek die ze gebruikte is zeer uniek. Ze vermaalden mineralen, welke ze mengden met water of olie. Daarvan namen ze een slok in hun mond en sproeiden het over hun handen heen die ze tegen de rotswand hielden. Hun hand kwam dan in negatief op de rotswand. In een later stadium gebruikte men ook wel botjes als een soort rietje. Ze hebben ook guanaco’s en jachttaferelen op de rotswanden geschilderd.
Ook hier werden we wederom geconfronteerd met het verschil in entreeprijs. De buitenlanders moeten vaak 3 tot 4 maal zoveel betalen als een Argentijn. Dat is op zich niet zo erg als we de indruk hadden dat de mensen hier de prijs niet zouden kunnen betalen maar wij zien hier alleen maar de beter bedeelde Argentijnen in de parken. Deze beter bedeelden kunnen het zelfs nog veel beter betalen dan wij. Als we er iets over zeggen krijgen we telkens te horen dat wij erg rijk zijn omdat we uit een erg rijk land komen. Daarover zijn we maar geen discussie aangegaan!
Onderweg zijn we weer veel dode guanaco’s tegen gekomen. Ieder jaar sterven hier tienduizenden guanaco’s. Wanneer ze over de afrastering springen gaat het regelmatig fout en raken ze met hun achterpoten verstrikt in de draden. Ze hangen met hun middel op de bovenste draad en kunnen geen kant meer op omdat de achterpoten vast zitten. Ze sterven dus een vreselijke hongerdood. Geen mens hier in Argentinië die zich er druk om maakt! Momenteel is het ook weer kouder. De startproblemen zijn weer terug oftewel zijn er nog steeds als het koud is. We hebben besloten om ons hier maar niet meer druk over te maken. Op een of andere manier krijgen we hem toch wel aan het lopen!
In Santiago zou een goede Unimog werkplaats moeten zitten. Mogelijk hebben die een oplossing! Vanuit de Cuevas de Los Manos naar het stadje Perito Moreno gereden. Hier wat rond gewandeld en ervaren dat het een doods dorpje was met zeer onvriendelijke mensen. Daarna naar Los Antiguos gereden, 70 km. verder waar de bevolking weer ontzettend vriendelijk was! Van daaruit weer de grens over naar Chili vertrokken.
Chili Startte de motor ‘s morgens in de kou al erg slecht hier in de vrieskou word het probleem alleen maar groter. Met veel moeite krijgen we hem ‘s morgens aan de praat. we hebben er al een keer een vuurtje onder gestookt om de boel een beetje op te warmen, maar dat vind iemand niet leuk! We parkeren hem al zo dat hij ‘s morgens met de neus in de zon staat (als deze tenminste komt), maar met die constante harde wind helpt dat ook niet. Naar alle waarschijnlijkheid is de vlamstarter in het inlaatspruitstuk kapot. Ton moet dit doormeten, maar durft in deze constant harde wind de cabine niet te kantelen! We hebben een persoon in Calafate aanbevolen gekregen om het probleem indien mogelijk te verhelpen.
Na een bezoek van een tiental dagen aan Argentinië zijn we weer in Chili terug. Ondanks het feit dat we dachten ons goed aan de voorschriften aangaande niet in te voeren artikelen hadden gehouden werd deze keer onze popcorn maïs in beslag genomen. Vanaf het grensstadje Chili Chico begon de onverharde (wasbord) weg door een zeer ruig bijna ongerept gebergte met vele steile klimmen, afdalingen en ravijnen. De natuur werd steeds groener. Overal bossen met daar tussen weilanden met koeien, schapen en paarden. We zagen ook bij de weinige huizen die we tegen kwamen dat er geslacht was. Het verse vlees hing er te drogen op de hekken van de kraal. Deze verbindingsroute tussen de Ruta 40 in Argentinië en de Carratera Austral in Chili is pas 20 jaar geleden aangelegd. Het is een van de mooiste en spectaculairste wegen die we tot nu toe hebben gereden.
In El Maiten kwamen we op de beroemde Carratera Austral, ook een onverharde weg met veel grind en af en toe stukken met veel diepe gaten door de regen ontstaan. De Carratera Austral is de beroemde zuidelijke route die in Puerto Montt begint en in Villa O’Higgins eindigt. In de jaren 70 zijn ze begonnen om deze weg aan te leggen die het zuiden van Chili bereikbaar moest maken. Hij is 1200 kilometer lang en grotendeels onverhard. In Puerto Tranquilo hebben we direct aan het Lago General Carrera een plaatsje gevonden.
Het is een van de mooie traditionele dorpjes die aan de Carratera Austral liggen. We hebben er een boottocht gemaakt naar de Capillas de Marmol oftewel de marmeren kathedralen. Duizenden jaren geleden heeft erosie van wind en water een meesterwerk van natuurlijke kunst gemaakt in het marmeren gebergte. We waren erg onder de indruk van het spel van licht en kleuren in de grotten en tunnels waar we doorheen konden varen. De boottocht terug was ook zeer spectaculair! Het was inmiddels weer gaan stormen en we moesten over golven van een halve tot een meter hoog terug naar het haventje. We waren blij weer vaste grond onder de voeten te voelen.
‘s Middags ging de wind weer liggen en bij een lekker zonnetje was het heerlijk buiten zitten. De motor voor de eerste keer uit de camper gehaald die natuurlijk niet meer wilde starten. Na de accu even geladen te hebben startte hij weer en Ton is direct maar even een rondje gaan rijden om de accu goed bij te laden. De laatste dagen nog geen politie gezien en juist nu Ton zonder helm, zonder spiegels en zonder papieren op pad was kwam de politie hem met zwaailicht voorbij rijden en sommeerde hem te stoppen. Eerst een heel verhaal in het Spaans en toen Ton aangaf dat niet te verstaan werd er met gebaren duidelijk gemaakt dat hij een helm op moest. Ja, die lag in de Casa Rodante! Hij moest direct terug en met zwaailicht volgden ze Ton tot de camper. Daar moesten ze de papieren van de motor zien, de spiegels en de helm. Toen werd er nog even letterlijk zonder woorden met handen en voeten voorgedaan wat je allemaal moet doen voordat je met de motor op pad gaat! Het was een mooi toneelstukje! Toen ze hiermee klaar waren werd er nog veel interesse getoond in de camper en toen vertrokken ze weer. Volgende keer toch maar eerst zorgen dat de boel op orde is!
De volgende morgen weer verder gegaan. De Carretera Austral was landschappelijk erg mooi. Vanwege de lente veel bloeiende planten en bomen langs de weg. Vanaf Villa Cerro Castillo ging de Ripio deels over in een betonweg en deels in een teerweg. De omgeving waar we door heen reden was nog steeds prachtig maar er was wel wat van de charme verdwenen. In Cohaique hebben we bij Lipigas de lege gasfles laten vullen en hebben we inkopen gedaan. Via de Vallei van de Simpson rivier en Puerto Aysen naar Puerto Chacabuco gereden. Hier houd ook de weg op. Het is een piepklein havendorpje wat aan een fjord ligt tussen de hoge bergen van de Andes die hier tot aan de zee reiken. Hier vertrekken grote en kleine veerboten naar diverse bestemmingen in Chili.
Na enkele mooie dagen de Carretera Austral weer verder gevolgd richting het noorden. Onderweg aan de rivier de Cisnes overnacht. Tot aan de afslag naar Puerto Cisnes was de weg nog verhard. Daarna werd het weer een ripio. Helaas vonden er op veel plaatsen wegwerkzaamheden plaats om de weg in de toekomst te verbreden en te verharden. Regelmatig moesten we wachten omdat men met dynamiet de bergen tot ontploffing bracht. Gelukkig waren ze niet overal aan het werk dus konden we toch genieten van de prachtige natuur. Ondertussen was het ook hard gaan regenen en reden we letterlijk en figuurlijk door een regenwoud met fuchsiastruiken, grote varens, vingerhoedskruid en naald- en loofboombomen. In het dorpje Puyuhuapi gestopt. Dit dorpje ligt aan een fjord en is in 1935 gesticht door 4 Duitse families. Inmiddels is het dorpje uitgegroeid tot een toeristisch dorpje met warmwaterbronnen en vele watersportmogelijkheden.
De volgende dag weer verder. Ook hier waren ze weer volop aan de weg aan het werken en regelmatig moesten we een half uurtje wachten alvorens we verder konden. De ripio word op de heuvels afgetopt en in de dalen opgevuld zodat de stijgingen en dalingen minder worden. In het dorpje La Junta gestopt om goed drinkwater te tanken. Bij het uitstappen hoorden we direct dat er een luchtleiding kapot was maar konden dit lek niet direct lokaliseren. Na het water tanken eerst maar eens even het luchtlek gerepareerd. Onder tegen de cabine zit een dikke luchtslang die zich met verschillende koppelingen vertakt naar de inschakelingen van de sperren en de 4×4. Ook nog twee koppelingen naar slangen voor de luchtgeveerde stoelen die we er niet in hebben! Een van deze slangen was dus los gesprongen! Hadden we nu luchtgeveerde stoelen gehad dan hadden we op de grond gezeten en hadden we direct de oorzaak geweten! Daarna geen zin meer om verder te rijden en na wat rondwandelen hebben we ons bij de traditionele “dorpsplaza” geparkeerd om te overnachten. Voor de 4e keer deze reis kwamen we Ruth en Winny uit Noord Duitsland tegen. Zij maken duidelijk ongeveer hetzelfde rondje al wij.
Een omweg gemaakt naar het dorpje Raul Marin Balmaceda. Dit ligt 75 km westelijk van de Carretera Austral aan een fjord dichtbij de Stille Oceaan. De weg er heen was prachtig. Helaas regende het weer maar gezien het regenwoud waar we door heen reden was het deze keer wel toepasselijk. Onderweg moesten we met een veerpontje de Rio Palena oversteken. Deze keer gratis. In Raul Marin troffen we Winnie en Ruth voor de 5e keer en samen met hen hebben we de overweldigende gastvrijheid meegemaakt van 2 jonge Chileense mannen. Ze waren werkzaam als ingenieurs bij de bouw van een grote nieuwe aanlegsteiger voor veerboten. We werden uitgenodigd voor een boottochtje en later om te komen eten. We mochten niets mee brengen en kregen toen we weer naar de camper gingen een grote moot zalm mee. Bij de camper aangekomen stond er een hele grote emmer op de trap van de camper met mosselen en venusschelpen. Er werd afgesproken dat Stefan en Avril deze de volgende dag voor
ons klaar zouden maken. Wij hadden namelijk niet zo’n grote pannen om meer dan 10 kg mosselen te bereiden. Tot vroeg in de morgen nog een wijntje gedronken met Winny en Ruth.
De volgende morgen heerlijk langs de oevers van het fjord gewandeld. We zagen dolfijnen zwemmen en wat pinguïns. Overal stond alles in bloei en we zagen ontzettend veel wilde aardbeien. Helaas waren we voor de oogst nog twee weken te vroeg! ‘s Avonds werden we weer uitgenodigd en werden verrast met een vis/vleesgerecht waarin de mosselen en venusschelpen waren verwerkt. Men had ook zee-egels die men met wat peterselie en citroen eet. Het ziet er niet echt smakelijk uit maar Ton vond ze lekker smaken! Volgens de jongens was het goed voor de seks! Er kwamen vrienden langs die een vorkje mee prikten en een glaasje alcohol nuttigden. Later op de avond werd er ook nog gedanst. Toen we rond twee uur naar huis wilden werden we met de auto terug gebracht naar de campers. De volgende morgen eerst uitgeslapen we weer vertrokken.
Via de prachtige route eerst terug naar de Carretera Austral en toen weer verder naar het noorden. In Villa Santa Lucia zijn we richting Argentinië afgebogen. Dwars door de bergen met zeer wild stromende rivieren. Dit gebied is zeer in trek voor het wild water kanoën en raften. Vlak voor de grens in Futaleutu aan een klein meertje overnacht om de volgende dag richting Argentinië te vertrekken.
Argentinië Terug in Argentinië natuurlijk eerst de ijskast gevuld. We wilden in Esquel met een oude stoomtrein mee die op een 75 cm spoor naar een Mapuche indianen dorp rijdt. Helaas klopte de informatie die we hadden niet meer en de trein reed alleen nog maar op zaterdag. We hadden geen zin om 3 dagen te wachten en zijn de volgende dag naar het Nationaal Park Los Alerces gereden. Het park is vernoemd naar de eeuwenoude bomen die wel 60 meter hoog en 3 meter in omvang zijn. We hebben genoten van de prachtige natuur in het park en overnacht op een kampeerplaats in de bossen aan laguna Futalaufquen. Het was prachtig weer en eindelijk kon er weer gegrild worden.
Vanuit het park zijn we door een prachtig landschap naar El Bolson gereden. Onderweg kwamen we door het kleine stoffige stadje Cholila waar de bandieten Butch Cassidy en Sundance Kid van 1901 tot 1905 hun heil hadden gezocht. El Bolson staat beschreven als een voormalige hippie stad. Direct bij het binnen rijden werd bevestigd dat dit nog steeds zo was. We zagen ontzettend veel mannen met lange haren en baarden. Daarnaast in de zestiger jaren stijl geklede vrouwen gecombineerd met de tatoe’s van deze tijd. Natuurlijk werd er ook geblowd en zag je regelmatig de waterpijp.
We hebben midden in het centrum geparkeerd en genoten van de relaxte sfeer die er heerste. Op zaterdag hebben we er de handwerk markt bezocht. Deze was ook geheel in de jaren 60stijl. Je zag er veel gebreide poncho’s, houtsnijwerk, sieraden droogbloemen en allerlei zelfgemaakte producten als boerenkaas, jam, chocola, olijfolie enz. Ondanks dat de markt 4 dagen in de week plaats vind was er ontzettend druk. Na enkele malen over de markt geslenterd te hebben zijn we op bezoek gegaan bij Klaus en Claudia om onze officiële verzekeringspapieren op te halen. Zij hebben 16 jaar over de wereld gereisd op een motor en hadden dus veel verhalen te vertellen. Samen met hun twee dochters wonen ze vanaf 2004 op een boerderijtje in de prachtige natuur in de omgeving van El Bolson.
Een Pathagonisch echtpaar met hun zoon en dochter kwamen er de schapen “scheren”. Volgens de oude traditie werden ze nog met grote scharen geknipt. We hebben er ook nog zelfgemaakte jams en appelsap gekocht. Na 3 nachtjes zijn we weer verder gegaan richting Bariloche. De route naar San Carlos De Bariloche was prachtig. We reden tussen hoge bergen door en de weg was omzoomd met prachtige bloeiende planten en bomen in allerlei kleuren. Bariloche is een grote drukke toeristische stad die tegen de hellingen is gebouwd. We zijn in file door de stad gereden en hebben op het schiereiland Llao- llao een mooie parkeerplaats gevonden om te overnachten. We hebben hier wandelingen gemaakt in wat wel leek op een groot oerbos met hele hoge en dikke bomen.
De volgende morgen via de noordzijde van Laguna Nahuel Huapi naar Villa La Angostura gereden. Dit was een erg knus dorpje waar bijna alles gemaakt was van hout. Ook was het gehele dorp met kerstartikelen versierd. Men kwam ons vertellen dat in het Nationaal Park Lanin onze koning en koningin een optrekje hebben. We zijn er maar niet op bezoek gegaan! Ook heeft haar broer Martin in Villa La Angostura een restaurant. Door meerderen werd ons aanbevolen om daar even te gaan eten! Men moest dan wel een broek aantrekken met grote zakken om het geld mee te nemen. We hebben er dus maar vanaf gezien. Ondanks het prachtige weer zijn we de volgende dag weer naar Chili vertrokken. We hebben nog even getwijfeld om de 7 meren route te gaan rijden, maar we hadden voor dat moment genoeg azuur blauw water gezien.
Chili Na een weekje de Ruta 40 in Argentinië te hebben gevolgd zijn we weer terug in Chili. 40 kilometer na de Argentijns grenspost en een pas van 1300 meter kwamen we bij de Chileense grenspost aan. Na een snelle afhandeling van de papieren werd de camper weer zeer grondig gecontroleerd op verboden artikelen. We hadden nog aardappels en uien over en dachten dat deze in een van de kisten op het dak van de camper wel veilig lagen omdat daar nog nooit iemand had gekeken. Helaas voor ons hadden ze niets te doen en na de binnenkant met 4 personen te hebben gecontroleerd werd er een trap gehaald en werden de kisten en reservewielen ook onderzocht. En ja, daar kwamen de illegale aardappels en uien tevoorschijn.
We moesten mee naar een kantoortje waar ons duidelijk werd gemaakt dat we een zware overtreding begaan hadden. Na veel praten hoefden we geen boete te betalen maar kregen een waarschuwing in de vorm van een proces verbaal. Deze werd in de computer gezet en in zevenvoud uitgeprint. Een exemplaar van 8 A4tjes was voor ons. We werden er nog op gewezen dat onze overtreding nu bij iedere grenspost bekend was en dat we dus niets illegaals meer mee moesten nemen! Een uur later mochten we vertrekken met achterlating van de illegale producten. Deze werden overigens precies gewogen en op de gram nauwkeurig in het verbaal vermeld. Zo ook nog het teentje knoflook wat er bij zat! Met veel excuses en wat beschaamd zijn we weer vertrokken. De volgende keer alles wat we over hebben maar aan iemand afgeven die het goed kan gebruiken.
Omdat we aan het lago Llanquiheu geen plekje konden vinden om te overnachten zijn we doorgereden naar Pargua waar de veerboten naar het eiland Chiloe vertrekken. Hier aan zee een mooi plaatsje gevonden met zicht op de vertrekkende veerboten. De volgende ochtend zelf de veerboot naar Chiloe genomen. De zeeleeuwen en pinguïns zwommen langs de boot mee. In de eerste grotere stad Ancud hebben we wat rondgewandeld en inkopen gedaan. Doordat je iedere keer weer moet zorgen dat alles op is als je de grens over gaat moet je zorgen dat je snel weer ergens inkopen kunt doen. De sfeer in Ancud was erg gemoedelijk. Er was van alles te doen en op straat werd door de boerinnen verse groenten en fruit uit eigen tuin verkocht. Het is momenteel kersen en aardbeien tijd dus lekker smullen van het voorjaarsfruit.
Omdat het weer eens tijd werd om de kleding te wassen zijn we naar een camping aan PLaya Lechagua gereden. Na flink wat onderhandelen over de prijs mochten we voor half geld ons kamp opzetten. De campings hebben werkelijk helemaal niets te bieden en proberen dan toch Europese prijzen te vragen. De dag erop zijn we naar de pinguïn eilanden gereden. We moesten een stukje over het strand rijden om bij de parkeerplaats te komen waar de bootjes richting de eilandjes vertrokken. We werden met een rijdende aanlegsteiger naar de boot gereden die al in de branding klaar lag. We hebben Magalaan en Humboldt pinguïns gezien met hun jongen en verder weer vele vogelsoorten en zeeotters. Na de boottocht de weg vervolgd over allerlei onverharde binnenwegen die erg smal waren. Er zaten erg steile klimmen en afdalingen in met vaak zeer scherpe bochten. Hierdoor kregen we het gevoel dat we in een achtbaan zaten. Het had die nacht flink geregend en de boerenpaden waren erg modderig. We moesten bijna de gehele route in de 4×4 rijden en dan nog glibberden we regelmatig weg. Na een 30 km kwamen we weer op Ruta 5 Sur en zijn naar het kleine vissersdorpje Dalcahue gereden.
Hier hebben we 2 dagen langs de souvenirkramen en op de zondagsmarkt rond geslenterd. De kerk die hier staat en vooral beroemd is vanwege de niet op elkaar afgestemde afmetingen was gesloten i.v.m. restauratie. Vanuit Dalcahue via Castro naar Queilen gereden. In Castro zagen we de gekleurde paalwoningen ( Palafitos ). Was het wonen in een paalwoning vroeger een teken van armoede nu zijn deze woningen zeer in trek als restaurant of als hostel en zijn een van de grootste bezienswaardigheden van het eiland. In Queilen aan het eind van een landtong een mooi plaatsje gevonden met zicht op zee. Hier zagen we de dolfijnen in zee rond zwemmen.
De volgende dag regende het weer en was het koud en mistig. We zijn aan de andere kant van het eiland naar het plaatsje Cucao gereden. Helaas was het weer daar helemaal verschrikkelijk en hebben we een bezoek aan het Nationaal Park Chiloe maar achterwege gelaten. Na de lunch zijn we weer doorgereden naar Quemchi. Het dorpje is tegen een helling aangebouwd en heeft hele smalle en zeer steile straatjes. We hebben de camper op de enigste vlakke parkeerplaats in het dorp tussen de andere geparkeerde auto’s gemanoeuvreerd. Na wat later bleek stonden we uiteindelijk prachtig midden in het leven van het dorp. Er vertrokken kleine bootjes die mensen kwamen ophalen of brengen van en naar de eilandjes voor de kust. Ze hadden vaak ook wat vracht bij zich zoals levende schapen en of vis die op de aanlegsteiger werden gewogen en verhandeld.
In de ochtenden stonden we geheel opgesloten tussen de groentekramen van de boerinnen die er hun groenten aan de man probeerden te brengen. Tussen al die bedrijvigheid door werd er ook nog een dode aan wal gebracht en de dag later weer in een kist aan boord gebracht van een klein bootje wat hem samen met de passagiers en de andere vracht weer terug bracht naar het eiland. Toen alle bedrijvigheid over ging in stilte realiseerden we ons pas dat het kerstavond was in onze versierde camper. Genoten van ons kerstdiner en nog even door het dorp gewandeld waar de mensen om 22 uur naar de kerk gingen. Eerste kerstdag na een heerlijk kerstontbijt zijn we gaan toeren omdat het dorp compleet uitgestorven leek.
Via de Ripio langs de kust kwamen we uit in Chacoa. Hier konden we aan de boulevard staan met zicht op een klein natuurreservaat met veel vogels en ook weer de witte zwanen met de zwarte nekken. Het was inmiddels ook beter weer geworden met een lekker zonnetje en een temperatuurtje van rond de 20 graden. Tweede kerstdag kennen ze hier niet dus hebben we ons maar mooi aangepast en zijn we met de veerboot weer naar het vaste land vertrokken. We werden tijdens de overtocht weer begeleid door de zeeleeuwen en deze keer ook door pelikanen. In Puerto Varas aangekomen vonden we een plekje aan het lago Llanquihue met uitzicht op de vulkaan Osorno en Calbuco. Hier kregen we het gevoel alsof we in Beieren beland waren. Een mooie bergachtige omgeving, de bossen, de Duitse bouwstijl, de Duitse familie namen, de Duitse bierbrouwerijen en de Duitse keuken. Gekker kon het echt niet! De Duitsers zijn hier eind 1800 als emigranten naar toe gekomen. De eerste generatie vond snel de dood; de tweede leefde in nood en de derde verdiende het brood. Dat brood is door de daaropvolgende generatie goed belegd geworden.
We hebben al een keer vermeld dat we ontzettend vaak gefotografeerd en aangesproken worden. Vooral de Dakar sticker op de auto maakt mensen erg nieuwsgierig. Ze willen weten of we gaan deelnemen! Duidelijk is dus dat Dakar echt leeft in Zuid Amerika. We zijn nu ook al 2 keer aangesproken door Amerikanen die ons gevraagd hebben of we een leeuw in de camper hadden zitten. Hoe dom kun je zijn! In Puerto Varas zijn we benaderd door een filmploeg die een programma aan het maken waren over toerisme in Chili voor de televisie. Ze wilden graag een interview afnemen en de nodige filmopnames maken. We hebben onze medewerking gegeven en worden getipt als de uitzending op TV te zien is.
Na twee Duitse dagen zijn we via de tolweg naar Rio Bueno gereden. Hier hebben we prachtig aan een rivier gestaan tussen de voorjaarsbloemen. Op de tolweg maak je ook leuke taferelen mee. Fietsers en voetgangers op de vluchtstrook. Bushaltes op de tolweg. Tractoren die er met 40 km per uur op de rechterbaan rijden. Politie met de lasergun op de vluchtstrook en als ze dan te lang hebben staan te controleren doet hun auto het niet meer en zie je politieagenten hun auto aanduwen! Verder regelmatig de nodige discussie bij de tolpoortjes over wat we zijn: een camper of een vrachtwagen. Dat is het verschil tussen klasse 2 of klasse 5 oftewel tussen $ 2,- en $ 10,-. De volgende stop was Valdivia.
Valdivia is een van de oudste steden van Chili die aan de samenloop van drie rivieren ligt. Hier vonden we een mooie rustige parkeerplaats op het eiland Teja op loopafstand van het centrum. Op de Feria Fluvial, de vismarkt, zagen we grote zeeleeuwen die lagen te wachten op het afval van de vissen die er ter plaatse werden schoon gemaakt. De gieren, zeemeeuwen en comoranen probeerden ook nog een “visje” mee te pikken. Verder staat de stad helemaal in het teken van Duitse bierbrouwerijen, Duitse menu’s en Bierfeesten! We hebben nog een wandeling door de Duitsers aangelegde Botanische tuin gemaakt en zijn daarna weer verder gegaan.
Via het Siete lagos Circuit zijn we naar Panguipulli en van daaruit via Lican Ray en Villarrica naar Pucon. Ons doel was eigenlijk een overnachting in Panguipulli, maar omdat er aan het strand een grote circustent stond zijn we doorgereden. In Pucon een prachtig plekje gevonden aan het Lago Villarrica met zicht op de jachthaven en de vulkaan Villarica. Helaas was het superslecht weer en hebben we 2 dagen regen, hagel en harde wind gehad. Op oudejaarsavond om 22.30 uur werd het droog en windstil. Vele muziekfestiviteiten waren al afgelast maar gelukkig kon de Beachparty en het grote vuurwerk doorgaan. We hebben ons om 23.00 uur dus aangesloten bij alle passerende mensen op weg naar de beachparty. Iedereen had tassen, rugzakken en zelfs kinderwagens vol met drank bij zich om de jaarwisseling te gaan vieren. Velen hadden zich ook uitgedost met pruiken, petjes en allerlei soorten flikkerende led lampjes. Het was geweldig om tussen zeker 5000 mensen het nieuwe jaar in te luiden met een gigantisch vuurwerk.
1 januari werd ook de wending van de koude naar de warmte. Het werd een schitterende dag met temperaturen rond de 24 graden en veel zon. De vulkaan Villarrica kwam ook uit de wolken en zijn rookpluimpje was goed te zien. De vulkaan is 2840 meter hoog en hoort bij een van de 10 actiefste vulkanen ter wereld. Pucon is een levendig toeristisch stadje met allerlei zeer sportieve activiteiten. Je kunt er werkelijk alles ondernemen en het straatbeeld word dan ook gedomineerd door jongelui in sportieve kleding. Na 4 dagen hadden we het stadje wel gezien en werd het weer tijd om naar iets anders op zoek te gaan. De supermarkt was om 8.30 uur open dus zijn we nog maar eerst snel de nodige inkopen gaan doen. Toen de helft al gescand was weigerde de kassa en konden we onze alcoholische versnaperingen niet afrekenen omdat het nog geen 9.00 uur was. Geen probleem dus samen met de caissière 10 minuten staan wachten aan de kassa alvorens we de boodschappen konden afrekenen. Voor 9 uur ‘s morgens mogen er geen alcoholische dranken verkocht worden!
We zijn richting de kust gereden en kwamen daar in het dorpje Nehuentue terecht. Nehuentue is een klein vissersdorpje dat bekend staat om zijn verse mosselen en vis. Je gaat hier zoals op het eiland Chiloe weer 50 jaar terug in de tijd! Op straat lopen paarden, koeien en varkens gewoon vrij rond en verder zie je overal veel meeuwen en gieren. Het dorpje heeft ontzettend veel restaurantjes en vanuit de verre omtrek komt men hier om vis eten. Aan de zijkant van het dorpje waar alle vissersbootjes lagen een mooi plaatsje gevonden tussen de koeien, varkens, paarden, honden, kippen en picknickbanken. Vele gezinnen kwamen hier BBQ-en en zodoende konden we kennis maken met een gezin wat uit maar liefst 5 generaties bestond! Sommigen kwamen een praatje maken en ook deze keer kregen we weer een “disco” van de BBQ aangeboden.
‘s Avonds zijn we uit gaan eten in een van de vele restaurantjes. We hadden gefrituurde zalm besteld en kregen een paar porties geserveerd die zelfs wij niet op konden. De helft hebben we netjes laten inpakken in een Doggybag! Hier hebben we de volgende dag nog heerlijk van gegeten. Vanuit Nehuentue zijn we naar de andere kant van de rivier gereden. Het pontje was te klein dus moesten we omrijden om in Puerto Saavedra te komen. Inmiddels zijn we ook in de streek van de “Mapuche” beland. Hier wonen veel nakomelingen van deze indianenstam die zich nooit hebben laten overheersen door zowel de Inca’s als de Spanjaarden. Deze streek behoort tot een van de armere van Chili. In de supermarkten en andere winkels is alles veel goedkoper als elders! Verder word er veel door de mensen particulier aangeboden. Zo lopen de vrouwen hun groenten vanuit kruiwagens te verkopen.
We zijn een dag later naar Loberia gereden. Dit was een kleine nederzetting aan de kust bereikbaar via een smalle steile ripio met scherpe bochten. Hier leefden keuterboeren van een stukje land waarop aardappels werden geteeld. Bij elk boerderijtje stonden een paar koeien, schapen, wat kippen en af en toe wat varkens. Ons een plaatsje uitgezocht aan het strand en eens rond gekeken. We zagen zwarte gieren en kalkoengieren op de rotsen zitten samen met comoranen . Een kale rots in de zee bleek vol te zitten met pelikanen en zeeleeuwen. De hele dag zagen we zwermen pelikanen die vlak boven het water scheerden op zoek naar vis. ‘s Avonds heerlijk gegrild en genoten van een prachtige zonsondergang.
De volgende dag werden we verrast door diverse Mapuche families die een dagje naar zee kwamen. Ze waren erg vriendelijk en we werden uitgenodigd om een schapenboutje te komen eten. Nadat Chantel twee nachten bijna niet geslapen had, ze was bang dat we de steile hellingen niet meer op kwamen weer verder richting het noorden. De helling was inderdaad steil en in de 4×4 en de laagste versnelling ging het nog maar net! Via Arauco, Conception en Tome zijn we de Ruta del Mar gaan volgen. Veel slechte ripio’s door de bossen die tot aan de kust lopen. Het is hier heuvel op en heuvel af en deze zijn allemaal ontzettend steil met af en toe is zelfs een verbod voor vrachtwagens.
Via Dichato, Coelume, Cobquecura, Curanipe, Pelluhue naar Pichilemu gereden. Onderweg op enkele mooie plaatsen aan het strand overnacht. In Cobquecura lagen weer veel zeeleeuwen op de rotsen voor de kust. Hier blijken veel sanctuarias voor de kust te zijn om de zeeleeuwen te beschermen. Ook vonden hier vlak achter de camper paardenrennen plaats op de korte baan. Je kon aan de ruiters merken dat ze hier met een paard tussen de benen geboren worden, want zonder zadel en stijgbeugel waren ze ontzettend behendig op de wild overkomende paarden. Het was een groot feest waar veel Huaso’s (Chileense boeren) op hun paarden naar toe kwamen. De alcohol vloeide overvloedig en er werd grof gegokt. Na afloop was er een grote alcohol controle en gezien het feit dat iedereen het nodige gedronken had kon niemand naar huis vertrekken. Pas toen de politiebussen met de aangehouden overtreders vertrokken richting politiebureau durfden de meesten de gok te wagen om ook te vertrekken. Hopelijk zijn ze goed thuis gekomen.
We zijn de Ruta del Mar blijven volgen tot aan de Panamarican Highway. In Constitution hebben we Mountain Bikes gekocht omdat we inmiddels toch wel af en toe een fiets misten! Ondertussen is het hier vakantietijd en topdrukte. In Pichilemu toch nog een plaatsje kunnen vinden om te overnachten. Het was er ontzettend druk en de stad stond vol gebouwd met eetkraampjes, souvenirkraampjes, minikermissen enz. Dat massa toerisme bevalt ons niet dus de ochtend erop weer snel verder. Het leek op “de zwarte zaterdag” in Frankrijk; zo druk was het op de wegen. Eindeloze files deden ons besluiten om te draaien en richting tolweg te gaan.
De Ruta del Mar ten noorden van Vina del Mar was erg mooi maar nergens was plaats om te parkeren. Alles was volgebouwd met dure, zeer luxe bungalows. Soms stond er zelfs een helikopter voor de deur. Langs de Panamarican Highway vonden we al snel een leuk plaatsje aan zee. Pichicuy was een klein authentiek vissersdorpje waar we ons beter thuis voelden dan in de chique dure badplaatsen. Vanuit Pichicuy naar Tongoy, een ander leuk vissersdorp. Hier op het strand geparkeerd wat eigenlijk verboden is maar waar niemand iets van zegt! Hier worden vooral veel schelpdieren gevangen en verkocht. Naast de bekende mosselen hebben ze hier nog veel andere soorten mosselen. Naast gekookt worden ze hier ook veel rauw gegeten met wat verse citroensap erop. Enkele malen op de vismarkt het nodige gekocht en in de wok bereidt. Weer een heerlijke afwisseling na de BBQ.
Vanuit de kleine vissersdorpjes weer op weg naar de steden Coquimbo en La Serena. Dit waren grote steden met alle luxe van een moderne stad. We zijn er over de 10 km lange boulevard gereden, maar vonden geen geschikt plaatsje naar onze normen om de camper te parkeren. Na wat inkopen te hebben gedaan in de supermarkten waar werkelijk alles te koop was zijn we de Elqui Vallei ingereden. Dit is een grote oase in het droge landschap. Hier worden veel papaja’s en druiven geteeld.
In Vicuna hebben we een excursie gemaakt naar een sterrenwachtstation: La Pangue op 2200 meter hoogte. Door een grote telescoop konden we de maan, enkele planeten, vele sterren en zelfs een ander heelal zien. Als slot konden we Jupiter zien met 3 van zijn manen. Ook konden we het Zuiderkruis zien. Deze is alleen te zien op het zuidelijk halfrond zoals de Poolster alleen op het noordelijk halfrond te zien is. Het was een zeer educatief nachtje en vele vragen dee we ondertussen hadden aangaande het regelmatig bewonderen van de sterrenhemel zijn beantwoord!
De dag erop zijn we verder de vallei ingereden richting Pisco Elqui gereden. In Montegrande vonden we een leuk plekje aan de rivier. Samen met vele andere Chileense families hebben we hier een heerlijk weekend doorgebracht met zwemmen in de natuurlijke baden die in de rivier waren ontstaan. Ook hier werden we weer getrakteerd op een biertje en een BBQ. Met de motor nog verder de vallei ingereden naar Cochiguaz. Overal waar het maar mogelijk waren campings aan het riviertje met “alternatieve” mogelijkheden zoals: reiky, massages, energiepiramides, aura lezen enz. Wij halen onze energie nog wel ergens anders vandaan dus niets voor ons!
Op de terugweg naar La Serena zijn we bij de Capel Pisco distilleerderij langs geweest. Hier hebben we het hele proces van het maken van de pisco gezien. Pisco is de Chileense variant op de Italiaanse grappa. Terug in La Serena zijn we weer de Panamarican Highway opgegaan richting het noorden. Na 40 km hebben we een afsteker gemaakt naar Chungungo.
Via een 30 km lange ripio door de bergen en een zeer droge omgeving kwamen we in het dorpje uit waar maar 360 mensen wonen. Hier is water schaars en de mensen hebben plastic tegen de berg opgehangen om het condens water van de wolken op te vangen. Hier het is namelijk onder invloed van de zeelucht en de bergen altijd bewolkt. Dit is overigens een fenomeen wat zich ten noorden van Constitution overal aan zee afspeelt. Tot ongeveer het middaguur is het er bewolkt en dan pas krijgt de zon de mogelijkheid om door te breken om tegen de avond weer plaats te maken voor de wolken!
Vanuit Chungungo zijn we weer een stuk de Panamerican Highway opgereden om deze achter Copiapo weer te verlaten Hier zijn we de Ruta del Desierto (woestijnroute) gaan volgen. Hier aan de kust ontzettend veel prachtige mogelijkheden om te Bushcampen. In Bahai Inglesa hebben we weer op het strand gekampeerd. Het was een leuk klein badplaatsje met veel excentrieke jongeren. In Caldera hebben we het oude spoorwegstation bezocht en de weer prachtige vis- en groentemarkt. Ook hier weer veel zeeleeuwen, pelikanen, meeuwen en gieren die vechten om het visafval.
Via Chanaral alwaar we de markt nog even bezocht hebben naar het N.P. Pan de Azucar gereden. Dit park is bekend om zijn mooie bergen en stranden. Omdat het hier al sinds 2007 niet meer heeft geregend is alles erg droog en dor. Behoudens twee dode uitgedroogde guanaco’s en wat cactussen was er van de dieren en planten wereld weinig meer te bekennen. Wel weer een paar eilanden voor de kust met pinguïns, zeeleeuwen en veel zeevogels. Door de droge rivierbedding omringd door kleurrijke bergen zijn we het park weer via de noordkant uitgereden.
Onze volgende stop was Cifuncho, wat een van de mooiste stranden heeft van noordelijk Chili. De ripio’s zijn inmiddels perfect geprepareerd. De mijnbouwbedrijven schuiven de wegen en bewerken ze met zoutwater en olie waarna ze er met een grote wals over heen gaan. De oliewegen zoals men ze hier noemt dienen om alle erts af te voeren naar de dichtstbijzijnde havens. Vanuit Cifuncho zijn we naar Tal Tal gereden en van daaruit zijn we de kustweg gaan volgen tot aan Caleta El Cobre. Hier was een grote verlate mijn en omdat deze niet meer in bedrijf was werd de weg dus ook niet meer onderhouden. Het werd dus een tocht over een verschrikkelijk wasbord in plaats van over een olieweg! We hebben 7 uur gereden over 55 kilometer maar de natuur maakte veel goed! Rechts de hoge bergen waar het hobbelpad tegen aan was geplakt en links de zee met afwisselend stranden, klippen en rotsen. Vlak voor El Cobre overnacht en ‘s morgens vroeg een hoge bergpas over naar het binnenland richting de Panamerican.
Via Antofagasta naar Baquedano. Dit is een stadje geweest van 4000 mijnwerkers wat later als concentratiekamp heeft gediend in de tijd van Pinochet. Het dorpje annex concentratiekamp even bezocht, maar alles was in erbarmelijk slechte staat van onderhoud. Een ronde treinremise waar ook nog enkele oude stoomtreinen stonden was nog wel de moeite waard. Van daaruit weer verder door de woestijn. Bij het oase dorpje Sierra Gorda een plaatsje gevonden op de parkeerplaats van het zwembad. Er wonen maar een paar mensen in het dorpje maar alle luxe faciliteiten zijn er aanwezig. Een mooi zwembad, een grote tennisbaan, een voetbalveld met kunstgras enz. Allemaal aangelegd door het mijnbouwbedrijf om te zorgen dat de mensen die er werken in de omgeving van de mijn blijven wonen en zo dus ook komen werken. Wij mochten ook gratis gebruik maken van het zwembad, maar men was verplicht een badmuts te dragen en deze hebben we dus niet. Toen maar lekker gebruik gemaakt van de douches!
De dag erop op weg naar Calama waar we de mijn Chuquicamata wilden bezoeken. Dit is de grootste bovengrondse kopermijn ter wereld. Hier werken 11.000 mensen op terrassen in het 4,7 bij 2,6 kilometer grote gat dat 1 kilometer diep is. Er werken schepradgraafmachines van 50 meter hoog. Het erts wordt afgevoerd met grote kiepwagens die een lading van 35 tot 50 ton kunnen vervoeren en banden hebben met een diameter van 3 meter. Elk uur dat ze werken verbruiken ze meer dan honderd liter brandstof. Buiten koper wordt hier ook ijzer, goud, zilver, radium en zwavel gedolven. Helaas moest een bezoek via internet worden gereserveerd en zaten de excursies vol tot en met eind februari.
Teleurgesteld de reis voortgezet richting San Pedro de Atacama. We reden door de woestijn die veelal gedomineerd wordt door mijnen. Onderweg moesten we over de pas Barros Arana van 3400 meter hoog. Aan de rand van de Valle de la Muerte hebben we een mooi plaatsje gevonden om te overnachten en de zonsondergang te bekijken. Deze vallei is een van de droogste streken op aarde en in alle reisboeken staat dat zelfs een vlo hier verdorst. Op een gegeven moment ontstonden er rond de besneeuwde toppen van de hoge Andes bergen donkere wolken. Het betrok steeds verder en ook de wind trok flink aan. Het begon te onweren en overal zagen we bliksemflitsen. Nog steeds dachten we dat het hier niet kon regenen maar tot onze grote verbazing deed het dat wel. Het water kwam met bakken uit de hemel vallen en dit ging door tot diep in de nacht. Later hoorden we dat dit wel vaker voor kwam wanneer de wind uit het oosten kwam en de regen vanuit Bolivia over de Andes heen komt.
De dag erop verhuist naar de Valle de la Luna. Helaas was het wat heiig wat ook te maken had met de Oosten wind. Vanuit Bolivia waaien dan nevel en stofwolken over de hoogvlakte richting Chili. We stonden aan de rand van de rotsen en hadden prachtig uitzicht op de rotsformaties die regelmatig van kleur veranderden. Hier kwamen natuurlijk meer mensen kijken en de busjes met toeristen reden tegen de avond af en aan. Van de gidsen hoorden we dat veel straten waren weggespoeld en waren gesloten.
We wilde naar het Salar de Atacama om het zoutmeer en de flamingo’s te gaan kijken. We zagen op weg er naar toe dat het in en rondom San Pedro ontzettend veel had geregend. San Pedro had helemaal blank gestaan en naast de wegen stroomde overal bruin/rood water. Een tussenstop gemaakt in het oasedorpje Toconao alwaar een geheel viaduct was weggespoeld. Hier een mooi kerkje bezocht wat deels van cactushout was gemaakt. De laatste 20 kilometer naar het zoutmeer ging over ripio. Op een gegeven moment waren grote delen van de ripio weggespoeld waardoor er erg diepe sleuven waren ontstaan waar we niet doorheen konden. Nog even de mogelijkheid bekeken om een stuk door de woestijn te rijden, maar door de vele waterstromen was dit ook geen optie.
Omgekeerd en terug naar San Pedro waar we een plaatsje vonden op een parkeerplaats bij het kerkhof. De stad is een echte woestijnstad met huizen van leem en onverharde straten die nu dus bestonden uit een grote blubberpartij. Het centrum door gewandeld wat grotendeels bestaat uit reisbureautjes, souvenirwinkels en restaurants. Rondom de hoogvlakte waarop San Pedro de Atacama ligt zie je wanneer het helder is de besneeuwde vulkanen. Het beeld word bepaald door de Vulkaan Licancabur die 5930 meter hoog is. Hier kwamen we ook weer Winnie en Ruth gezellig bijgekletst bij een borreltje.
Na twee dagen van weinig of geen regen zijn we nogmaals op weg gegaan naar het Salar de Atacam. De weg was nog steeds niet gerepareerd maar men had een degelijke D-tour gemaakt. Bij aankomst kregen we eerst een film te zien over het ontstaan van het zoutmeer en wat er nog in leefde. Dat zijn micro- organismen waarvan de flamingo’s, olijf grasmuizen en zoutwater leguaantjes leven. Daarna konden we een kleine wandeling maken langs Salar Chaxa. Hier zagen we twee van de drie soorten flamingo’s die hier voorkomen; de Andes en de Chileense flamingo. Na een uurtje wandelen in de inmiddels snikhete zon zijn we weer terug gereden naar San Pedro. Van een reisleidster die we bij het zoutmeer gesproken hadden kregen we het advies om Coca thee te gaan drinken tegen de hoogteziekte. De passen die we over moeten zijn rond de 4800 meter hoog. We hebben een 20 theezakjes gekocht die in Peru door de plaatselijke bevolking gebruikt word. Momenteel zitten we dus aan de cocaïne, maar dan in de vorm van een onschuldige thee!
Na 6 dagen Pedro de Atacama en omgeving besloten om via de Paso de Jama naar Argentinië te rijden. In een rechte lijn klom de weg naar 4000 meter om uiteindelijk bij 4840 meter het hoogste punt te bereiken. Al coca thee drinkend bleken we op kortademigheid na niet veel last te hebben van de hoogte. Onderweg hadden we veel mooie uitzichten op de besneeuwde bergtoppen van 6000 meter hoog en kwamen we zout en zoetwater meren tegen waarin flamingo’s liepen te foerageren en waar vicuna’s kwamen drinken. Vicuna’s zijn de kleinste lama soort en deze leeft hier nog in het wild. Na meer dan 100 km op ongeveer 4400 meter te hebben gereden en nog een keer naar de 4800 meter te zijn gestegen daalden we af naar de grensovergang die op 4200 meter ligt. Aan de grens was het een ongeorganiseerde bende en omdat het zo hoog ligt was het voor ons zaak om vooral rustig aan te doen. We zagen om ons heen mensen onwel worden en de E.H.B.O. had het erg druk met zuurstof toedienen. Na twee en een half uur met gecontroleerde ademhaling wachten en van loket naar loket lopen konden we eindelijk naar Argentinië vertrekken.
Chili is ons erg goed bevallen. Het is een land met een prachtige natuur en ontzettend veel mogelijkheden. Overal word letterlijk en figuurlijk aan de weg getimmerd. In eerste instantie vonden we de bevolking wat afstandelijk, maar later bleek hiervan geen sprake te zijn en werden we regelmatig uitgenodigd voor een BBQ of een borrel. Ook werd overal veel interesse getoond in onze reis en de camper. Het is een pracht volk met een erg familiaire instelling die ons wel bevalt. Volgens berichtgeving zou de politie een niet al te vriendelijke houding aannemen jegens toeristen. Het tegenovergestelde is echter waar en de politie was onze beste vriend! Dat komt niet vaak voor!
Argentinie Na twee maanden kwamen we via de paso de Jama weer terug in Argentinië. Nog steeds reden we boven de 4000 meter hoogte en de omgeving werd steeds ruiger. We zagen weer veel vicuna’s, zoutmeren en hele grote kandelaarcactussen van soms wel meer dan 5 meter hoog. In Susques, een piepklein dorpje met alleen maar lemen huizen waar Atacamanos wonen hebben we een plaatsje gevonden om te overnachten. We waren na de korte nachten in San Pedro en de ijle lucht helemaal kapot en om 20.00 uur lagen we al in bed om ‘s morgens om 8 uur pas weer wakker te worden!
Na het ontbijt weer verder en onderweg de Salinas Grandes bezocht waar veel zout werd gewonnen. Het zoutmeer heeft een dikke zoutkorst die leek op bevroren water. We konden er over heen wandelen en de enigste tegenstelling met ijs was dat het niet glad was. De weg vervolgend reden we nog steeds op 4200 meter hoogte om vervolgens via 10-talle S bochten, “de Cuesta de Lipan”, net zo snel te dalen als dat we gestegen waren. We kwamen uit in een kloof waar het dorp Purmamarca lag. Dit dorp is bekend vanwege de 7 kleuren berg die achter het dorp ligt. Het super toeristische dorpje even bezocht en weer verder gereden. In de Quebrada de Humahuaca in het dorpje Volcan overnacht. De weg naar San Salvador de Jujuy was prachtig. We daalden uiteindelijk verder en zijn naar Salta gereden.
In Salta zijn we de camping op gegaan waar men volgens berichten een erg goede WIFI had. Deze functioneerde echter niet dus weer geen internet in de camper! De camping is rondom een mega groot zwembad gelegen met vele picknickbanken en wel 50 grote parilla’s (BBQ’s). Omdat ook hier nog iedereen vakantie heeft en het weekend was, was het druk op de camping. Op zondagmiddag kwamen er plotseling een 500-tal voetbalsupporters van CFC (Conception Footbal Club) uit San Miguel de Tucuman de camping op en bestormden alle parrilla’s. Ze hadden grote muziekinstallaties bij hun en zeker 5 koeien aan vlees als ook een “vrachtwagen” cola, bier en wijn! Een 20 tal politieagenten hielden een oogje in het zeil en alles verliep zeer gedisciplineerd. Als we alle vlees en wijn aangenomen hadden die ons aangeboden werd hadden we voor een maand te eten en te drinken gehad. Na een rumoerig en gezellig middagje keerde om 17 uur de rust weer terug. Om 18 uur begon de beslissingswedstrijd voor promotie naar de eredivisie tussen Salta en San Miguel de Tucuman. Het stadion lag vlak achter de camping en velen lieten hun auto op de camping achter. Rond 21 uur kwamen de supporters tevreden terug om richting Tucuman te rijden om verder te feesten. Hun club promoveerde naar de eredivisie!
De stad Salta was erg mooi met veel oude Spaanse gebouwen en kerken. De laatste avond werden we verrast door de komst van Winnie en Ruth die we al meerdere malen getroffen hadden. Wederom werd het een gezellig avondje! De volgende morgen zijn we met zijn vieren naar het stuwmeer “Coral” gereden. Helaas was er nergens een geschikte plaats om de campers aan het water te parkeren. Uiteindelijk zijn we in een prachtige kloof uitgekomen waar het riviertje Juramento door heen stroomde. We vonden een mooi plaatsje onder de bomen en konden ons heerlijk in het riviertje opfrissen. Om ons heen vlogen de papegaaien en de caracara’s. ‘s Avonds hebben we de bbq aangestoken en er weer een gezellig avondje van gemaakt. De volgende morgen werden we al weer vroeg gewekt door de papegaaien die in het riviertje kwamen drinken. We hebben weer afscheid genomen van Ruth en Winnie; wij gingen richting westen en zij naar het oosten zoals het hoort tussen Hollanders en Duitsers.
We zijn door een grote ravijn; de Quebrada de la Conchas naar Cafayate gereden. Deze was ongekend mooi met veel kloven waaronder de Devils Throat en het Amphitheatre. We reden tussen mooi geërodeerde bergen in allerlei kleuren. In Cafayate was het zeer druk en de campings zaten overvol met luidruchtige jongelui. Bovendien waren ze allemaal “Completo” wat betekend dat er geen plaats meer was. De “King” in een zijstraat recht voor een klooster geparkeerd en het mooie stadje bekeken. Al snel bleek dat ook iedere tuin vol stond met tentjes. Cafayate staat geheel in het teken van de wijnproductie wat in houd dat er overal wijnwinkels en bodega’s zijn. We hebben in een van de bodega’s een rondleiding gemaakt die meer voor de wijnproeverij bedoeld was dan voor de uitleg. We wisten nu welke wijnen onze voorkeur hadden dus hebben we de nodige doosjes ingeslagen! Hier moeten we mee uitkomen tot in Uruguay.
Omdat het een groot feest was in het dorp welke iedere keer tot maar liefst vijf uur in de morgen duurde en dan ook nog afgesloten werd met een groot vuurwerk zijn we na twee dagen weer richting rustigere oorden vertrokken. Onderweg de Ruines van Quilmes bezocht. Dit zijn de ruines van een stad die door de Quilmes indianen is gebouwd. Zij hebben 130 jaar lang de Spaanse overheersing weerstaan. Van daar uit via de ruta 307 een pas over van 3100 meter om aan de andere kant in het groene dal van Tafi de Valle uit te komen. Hier was een feest waar een optreden was van de bekende Argentijnse zanger die ons de nacht ervoor in Cafayate al wakker had gehouden. Zoals in Cafayate kwamen ook hier weer veel mensen op af en overal stonden weer tenten en de parilla’s lagen vol met speenvarkentjes en ander vlees. We hebben “de King” ver genoeg van het festivalterrein geparkeerd om in ieder geval weer een keer goed te kunnen slapen. De volgende ochtend op grote hoogte uren door een prachtig regenwoud gereden. Met alle bloemen die in bloei stonden leek het hier wel weer voorjaar. Na een lange afdaling kwamen we ruta 38. Deze liep tussen ontzettend grote suikerriet- en tabaksplantages. De omgeving werd langzaam weer droger en we zagen weer grote cactussen tussen het struikgewas verschijnen.
Vlak voor San Fernando de Valle de Catamarca werden we door een auto die ons inhaalde geattendeerd op het feit dat er iets met onze banden zou zijn. Na een eerste inspectie rondom de camper zagen we niets. De banden waren niet warm en alles zat netjes vast. Toen we weer wilden instappen om bij een pompstation de boel eens even goed te inspecteren schrokken we van een ongelooflijk harde knal onder de auto. Dat moest dus een klapband zijn, maar we hoorden geen luchtverlies en de auto bleef rechtop staan! Nogmaals gekeken en nu zagen we een scheur aan de binnenkant van de rechter achterband. De buitenste rubberlaag was gescheurd. Hier is op een of andere manier lucht tussen gekomen en zo heeft zich als het ware een ballon op de wang van de band ontstaan. Deze is uit elkaar geklapt, maar de rest van de band was stevig genoeg om er voor even mee verder te rijden. Dus naar het pompstation een stukje verder gereden waar we in alle rust de band hebben gewisseld en daar ook maar overnacht omdat we er wifi hadden.
De morgen erop in San Fernando de Valle de Catamarca naar de camping gereden waar we Chris en Monique Hoek uit Soesterberg troffen. We hebben hetzelfde stallingadres en via FB hadden we min of meer afgesproken. Een avondje bij gekletst en de volgende morgen gingen Chris en Monique weer verder en hebben wij er maar een wasdag van gemaakt.
De route naar het Nationaal Park Talampaya ging weer eens door een saaie pampa. We zijn dus maar doorgereden tot in het park. Hier hebben we een excursie gemaakt met een 4×4 overland truck. Je mocht namelijk niet met je eigen voertuig in het park rondrijden. Het was erg mooi en zeer de moeite waard ondanks de erg hoge kosten. Bij navraag waarom wij als buitenlandse toerist het driedubbele moeten betalen kregen we het volgende antwoord: Wij als buitenlanders moesten niets extra’s betalen want de entree was voor iedereen gelijk. Alleen voor de Argentijnen kregen ze een subsidie waardoor deze dus minder hoefden te betalen! We weten niet of het waar is maar gezien het feit dat ze overal minder betalen geloven we er dus niets van! Je rijd met de truck door een prachtige rivier canyon waarin ze de rotsformaties allerlei namen hebben gegeven zoals: de kathedraal, de schoorstenen, de torens, de botanische tuin, enz. Na de rondrit hebben we nog een wandeling gemaakt door de woestijn en een thema park over de dinosaurus.
Na een overnachting op de parkeerplaats bij het bezoekerscentrum zijn we naar de volgende bestemming gegaan; het Nationaal Park Ischigualasto oftewel Valle del la Luna. Ook hier konden we bij het bezoekerscentrum overnachten. De vossen en guanacos liepen over de parkeerplaats. De volgende morgen hebben we een georganiseerde rondrit gemaakt. Georganiseerd betekend dat je in konvooi moet rijden met een gids. Tijdens deze rondrit werden diverse stops gemaakt. Omdat door de regenval niet de hele route te rijden was en zelfs een van de bezienswaardigheden onbereikbaar was eindigde de toer bij een hele grote stenen paddenstoel. Vanaf hier konden we ook niet meer verder en moesten we dezelfde weg terug rijden. Iedereen weer achter de gids aan, behalve wij. We hebben even gewacht en zijn toen rustig terug gereden en hebben op verschillende plaatsen nog mooie foto’s kunnen maken. Bij de toerist info hadden we een folder gekregen over een nieuw gedeelte van de route 150. Deze ging door de bergen en had 6 tunnels en 5 viaducten. Deze zijn we gaan rijden ondanks het feit dat hij eigenlijk niet in ons routeschema paste.
De weg liep door een prachtig en erg ruig gebergte met mooie uitzichtpunten. Toen we door het gebergte heen waren werd het weer erg saai: pampa! De stad San Juan bleek ook tegen te vallen dus zijn we doorgereden en hebben uiteindelijk bij een tankstation overnacht. De volgende morgen wilden we naar Nationaal Park Sierra de las Quijadas. Helaas was het park gesloten vanwege de hevige regenval van de laatste paar dagen. Toen maar weer terug gereden naar route 20. Na een kilometer of 30 op deze weg concludeerden we dat er wel erg weinig verkeer reed op deze weg. We waren namelijk nog maar een auto tegen gekomen. Gestopt en koffie gedronken en nog steeds geen andere weggebruiker gezien voor eventuele info. Uiteindelijk omgedraaid en terug gereden naar de kruising. Hier stond een vrachtwagen en de chauffeur kon ons vertellen dat er door de hevige regenval een viaduct was ingestort. We moesten dus omrijden via San Luis.
De weg liep nog steeds door de saaie pampa dus gewoon doortrappen! Uiteindelijk in El Toma op een grote parkeerplaats voor vrachtwagens tussen de truckers overnacht. Af en toe een praatje gemaakt en het was er best gezellig! De volgende morgen verder richting Cordoba. Hadden we het foldertje niet gekregen dan waren we er vanuit de Valle de la Luna in een dag naar toe gereden. Nu waren we al drie dagen onderweg in de pampa met de regen als belangrijkste spelbreker. Vanaf Villa Dolores werd het landschap weer mooi. We reden weer de bergen in met rotsformaties die we tot nu toe nog niet gezien hadden. Het landschap bestond uit allemaal afgeronde kale bergen. De route begon met het passeren van allemaal kleine prachtige bergdorpjes en uiteindelijk moesten we een pas over van 2250 meter. Overal werden huisgemaakte jammen, salami’s, hammen en kazen verkocht en ook de bewerkte huiden van de beesten werden aangeboden. Voor de verjaardag van Chantel een groot koeienvel gekocht. Vanaf Afrika waren we hier al naar op zoek, maar telkens als we ze tegen kwamen waren ze of niet mooi of te duur!
De route bleef mooi tot in Alta Gracia. In Alta Gracia hebben we het Che Guevara museum bezocht. Het museum is gevestigd in de woning waar Che als kleine jongen met zijn familie gewoond heeft van 1932 tot 1943. Che is geboren op 14 juni 1928 en werd als “vrijheidsstrijder” op 9 oktober 1967 in Bolivia gedood. Hij was voor vele jongeren zoals wij toen ook waren een groot idool en iedereen zal wel de bekende posters van hem kennen. Met deze posters heeft Ton zijn eerste geld verdiend. Hij had een poster gekocht en had zijn connecties om deze te copieren. Zo verkocht hij op school de posters van Che en misschien is dat ook wel de grondlegger geweest van al zijn nevenactiviteiten om geld te verdienen voor het reizen!
Vanuit Alta Gracia zijn we naar een voorstad van Cordoba gereden; Villa Carlos Paz. Dit is een rustig plaatsje gelegen aan een groot stuwmeer. Van hieruit zijn we met de bus naar Cordoba gereden en hebben het stadscentrum bezocht. Cordoba staat bekend om zijn prachtige kerken en andere gebouwen. De kathedraal was inderdaad ontzettend mooi en alleen voor het mooie zou je hier al naar de kerk gaan!
De route van Cordoba naar Santa Fe werd gedomineerd door wateroverlast. Regelmatig moesten we wachten i.v.m. deels afgesloten wegen. We zagen dat sommige dorpen nog compleet onder water stonden en dat de hoofdweg als evacuatieplaats werd gebruikt. In sommige woningen zaten de mensen op de eerste etage en hadden een bootje voor de deur liggen. Later hoorden we van mensen dat het maar liefst 100 mm. in een uur geregend had. Ook op tv zagen we de verschrikkelijke beelden van de wateroverlast. Huizen werden door het water meegesleurd en veel mensen waren werkelijk alles kwijt. Ook waren er veel mensen verdronken. Onderweg zagen we verder akkers die al dagen geheel onder water stonden waardoor de oogst ook als verloren kon worden beschouwd. Gelukkig konden we deze keer wel gewoon verder rijden al was het af en toe door een 20 cm. diep water. De weg was 3 dagen afgesloten geweest en sinds kort weer open. We hebben er een dag langer over gedaan om in Parana te komen.
In Parana een mooi plekje gevonden aan het Playa Grandes aan de Rio Parana. Aan het eind van de middag kwam de politie vertellen dat we hier niet mochten overnachten. Het was ‘s nachts te gevaarlijk op dit strand en er werd weinig door de politie gecontroleerd. Er zou wel eens geschoten zijn en ook maakte hij gebaren van steekpartijen. Hij gaf ons als alternatief Playa Thomson. Ondertussen hadden we al wat koude litertjes bier bij een kraampje gekocht voor $ 2,- per literflesje. De dames begrepen er niets van dat we weg moesten en zagen hun enigste klanten met leed in de ogen vertrekken.
Playa Thomson was een nieuw luxe strand. Het zelfde flesje bier koste hier $ 4,- maar daar kreeg je dan ook wat voor! Op en aan het strand waren douches, bbq’s, wifi en de gehele nacht gratis muziek van de rijdende disco’s. Als je hier een goede muziekinstallatie koopt krijg je er blijkbaar een sloopwagen bij om je maar overal goed te laten horen. De muziek die ze echter afspelen is voor de gemiddelde mens niet om aan te horen en bestaat meestal alleen maar uit een hoop bas gedreun. Zo rijden ze achter elkaar aan en parkeren af en toe om na een half uurtje weer een rondje te maken om de accu bij te laden. Als ‘s morgens de eerste strandbezoekers weer van het zonnetje komen genieten gaan de bezopen jongelui naar huis om hun roes uit te slapen om ‘s avonds tegen elven weer terug te keren. Dit is een wekelijks terug kerend tafereel op de vrijdag en zaterdag avond. Het beste is om dan maar ver van de stad of dorp een plaatsje te zoeken.
Na drie heerlijke stranddagen/muzieknachten met temperaturen van meer dan 30 graden zijn we naar het Nationaal Park Pre-Delta gegaan. Hier zou je mooie rondvaarten kunnen maken. Helaas gingen er geen boten meer en konden we alleen maar een wandeling maken door een gedeelte van het park. Doordat er overal water staat en overal bomen en struiken groeien lijkt het af en toe of je door het regenwoud wandelde. De dieren die we tegen zouden kunnen komen; kaaimannen en capybara’s hebben we niet gezien. Wel veel vogels. Onze laatste stop in Argentinië was Concepcion del Uruguay. Aan de Rio Uruguay, de grensrivier tussen Argentinië en Uruguay waren mooie strandjes.
Op het Playa Banco Pelay een mooi plaatsje gevonden onder de bomen en tussen de BBQ’s. De rivier had redelijk helder water en we konden er heerlijk in zwemmen. Dat kwam ons wel gelegen bij temperaturen van rond de 35 graden. Het gaat hier richting herfst en veel bomen gaan hun blad al verliezen. Toch wel een beetje vreemd bij deze temperaturen! We hebben er de camper al wat schoongemaakt en wat onderhoud gedaan als voorbereiding op de stalling en de volgende etappe in September. Hoe de tweede etappe er precies uit gaat zien weten we nog niet, maar we zullen zeker nog terug komen in Argentinië.
Uruguay Na bijna 6 maanden kwamen we weer terug in Uruguay. Deze keer via de internationale brug in Colon over de Rio Uruguay. Moesten we de eerste keer in Frey Bentos nog $35 aan tol betalen deze keer hoefden we maar $10 te betalen. Het verschil zit hem in het feit dat we de eerste keer nog voor een vrachtwagen moesten betalen en nu voor een camper. De eerste keer wisten we nog niet dat een camper in het Spaans een “Casa Rodante” was. De grensafhandeling was zeer correct en supersnel.
In Paysandu weer een mooi strandje gevonden om aan de rivier te staan. Helaas erg slecht geslapen omdat ook hier in het weekend de rijdende disco’s erg veel lawaai produceren. Ondanks dat het een armere streek was werd ook hier het weekend ingeluid met veel alcohol en muziek die de gehele nacht doorgaat. We hebben het stadje nog even per fiets bekeken en zijn daarna naar rustiger oorden vertrokken.
We kwamen in het plaatsje Guichon waar de “Termas de Almiron” liggen. Op een groot terrein zijn de thermen met diverse zwembaden. De thermen zijn goed tegen stress en natuurlijk vele andere aandoening. Er waren buitenbaden met warm water van 35 graden. Ook was er een binnenbad met water van 37 graden en nog een groot buitenbad met koud water. Dat buitenbad met koud water beviel ons nog het beste! Tevens was er een erg grote camping met alle faciliteiten op het complex. Hier hebben we ons die dagen geparkeerd en de camper alvast “stallingschoon”gemaakt.
Onderweg richting Colonia hebben we aan het Embalse de Paso de Palmar overnacht. Dit is een groot stuwmeer wat ook voor de flora en fauna van deze streek van belang is. De volgende dag zijn we naar Nueva Helvecia gereden. Hier zou een grote bandenzaak zitten die eventueel onze kapotte banden kon repareren. Helaas beschikte Damian niet over de juiste middelen om de banden te repareren, maar we werden netjes ontvangen en ook weer verder geholpen. Hij had wel een ander adres voor ons in Montevideo; Reco Puma. Om duidelijkheid te krijgen of de banden gerepareerd konden worden besloten om toch maar even naar Montevideo te rijden.
Na lang beraad bij Reco Puma werd duidelijk dat ze de banden ook hier niet konden repareren. Ze waren te groot voor de machines. Later werd duidelijk hoe men de banden wilde repareren: van alle kapotte banden werd alles verwijderd tot alleen het karkas overbleef. Daarna kwam er een nieuwe wang op en werd er een nieuw loopvlak op geplakt. Op de manier repareren zoals wij wilden deden ze niet! Men had ook al geïnformeerd of er nieuwe banden met onze maatvoering te koop waren, maar deze waren niet leverbaar. Veel Braziliaanse vrachtwagenchauffeurs stonden hier ook te wachten op reparatie of vervanging van hun banden. Deze gaven aan dat in Brazilië onze banden zonder probleem te koop zijn. We zien wel of dat klopt als we er in september aankomen. Misschien repareren we ze zelf wel als we de juiste lijm meenemen uit Holland!
Terug naar Colonia waar we de camper weer geparkeerd hebben bij de stadsmuur buiten de historische stad. Hier hebben we vorige keer ook gestaan en dit is een mooi plaatsje. Wat rond gewandeld, tickets voor de veerboot gekocht en voorbereidingen getroffen voor de BBQ. We hadden bij vertrek 6 maanden geleden beloofd dat wij bij terugkomst voor een Nederlandse BBQ zouden zorgen.
Na 2 dagen zijn we naar Artillero vertrokken. Bij Danny en Fabiana koffie gedronken en bijgepraat. Aan het strand langs een van de BBQ’s een mooi plekje gevonden. ‘s Avonds samen met Danny, Fabiana, Sonja, Catso en hun zoon Fabio op de Hollandse manier gebarbecued. De vorige keer hadden we al aangegeven dat we in Holland allemaal kleine porties vlees op de BBQ leggen. We hadden dus entrecotes, karbonaadjes, saucijsjes en satéstokjes. Helaas ging het weer ook meehelpen om er een Hollandse BBQ van te maken. We kregen weercode “oranje” en het ging hard stormen. De volgende morgen zagen we dat de rivier wel een meter hoger stond dan normaal. Het water van de Rio de la Plata was door de storm opgestuwd. De volgende dag was de temperatuur ook gezakt van ver boven de 30 naar rond de 20 graden en regende het af en toe een beetje. De herfst is begonnen dus tijd voor ons om de lente weer op te zoeken. De camper voor het huisje van Danny en Fabiana geparkeerd en met de veerboot naar Buenos Aires vertrokken.
In Buenos Aires hadden we moeite om met de taxi bij ons hotel te komen. Het was namelijk de ” Dia de la Memoria”. Dan wordt de staatsgreep en alle slachtoffers van de “vuile oorlog” herdacht. In een grote optocht met veel muziek loopt men dan van het Plaza Congres naar het Plaza Mayor. Het is een ongelooflijk grote mensenmassa die vooral erg emotioneel betrokken is bij deze herdenkingsdag. Het was geweldig om dit ook nog even mee te maken op onze laatste dag.