Rondje Middellandse zee 2000-2001
Tunesië
Tijdens het Millenniumfeest wat we met de buurt, vrienden en familie in een grote tent gevierd hebben is het plan ontstaan om samen met Frans en Riëtte een half jaar vrij te nemen om met twee campers een rondje rond de Middellandse zee te gaan maken. In tegenstelling tot andere gemaakte plannen op feestjes welke niet doorgaan is dit plan wel serieus opgepakt.
Vanuit reiservaringen in Oost Turkije en Marokko wisten we dat onze camper voor deze reis niet geschikt was. Het was een Safariways Fabriekscamper op een Fiat Ducato 2.5TD. Deze hebben we verkocht en hiervoor in de plaats een MB 609 verlengd en verhoogd gekocht van de gemeente Amsterdam. Het was een 11 jaar oude wagen met nog maar 35.000 km op de teller. De wagen was voorzien geweest van apparatuur om defecte riolering en waterleiding op te sporen en was dus maar beperkt ingezet. Deze wagen moest wel nog helemaal als camper verbouwd worden. Frans en Riëtte hebben een MB 508 gekocht, in mei zijn we begonnen met de bouw van de twee campers. In november waren de campers klaar en op 11 december zijn we samen met Frans, Riëtte, hun anderhalfjarige dochter Meis en twee honden Joep en Floor richting Tunesië vertrokken.
Na nog geen uur rijden kregen Frans en Riëtte net over de grens in Kaldenkirchen een klapband. Dat was even schrikken en direct al weer aan het werk! De rest van de reis naar Genua verliep voorspoedig. Omdat we vlak voor de kerstvakantie en het einde van de ramadan reisden was het er een topdrukte omdat vele Tunesiërs in hun vaderland op vakantie gingen. Ze hadden de auto’s afgeladen met spullen zoals wasmachines, koelkasten, diepvriezers, fietsen en tapijten. Deze waren van de imperiaal gehaald en lagen op de motorkappen en kofferdeksels van de auto’s die vol zaten met grote gezinnen. Dit deden ze om niet hoger te zijn dan 1.90 meter waardoor ze nog in het goedkope tarief vielen. De overtocht duurde 24 uur en op de boot kon je al allerlei douaneformaliteiten regelen zodat je sneller door de douane kon in Tunis.
Na aankomst zijn we eerst 3 dagen in Tunis gebleven. Hier hebben we ook het visum voor Egypte geregeld. Vanuit Tunis zijn we naar het noordwesten vertrokken tot vlakbij de Algerijnse grens. Het was hier erg groen en de wegen waren slecht. De mensen waren er erg vriendelijk; dit in tegenstelling tot Tunis waar men erg opdringerig was. Meis trok veel aandacht met haar blonde haartjes en werd regelmatig opgepakt en gekust door wildvreemde mensen. In dit gedeelte van Tunesië zijn veel Romeinse opgravingen waarvan we er enkele bezocht hebben.
De kerstdagen hebben we door gebracht in de heilige stad Kairouan. Van daaruit zijn we de woestijn in gegaan. In Metloui hebben we een tocht gemaakt met een oude trein de “Lezard Rouge” die door een prachtige kloof reed. De oases Mides en Tamarza bezocht. Deze waren mooi maar wel erg toeristisch. Doorgereden naar de stad Tozeur waar we overnacht hebben. Tozeur bezocht waar het een groot feest was, vanwege het suikerfeest, het einde van de ramadan. Hier ook een winkel gevonden die alcohol verkocht en onze voorraad bier en wijn weer aangevuld.
Door een zoutmeer, Chott Jerid en een zandstorm naar Douz gereden. Douz ligt midden in de woestijn. Hier hebben we een viaduct “geramd”. Ton dacht dat we eronderdoor konden maar we waren toch een maatje te hoog! Gelukkig reden we erg langzaam en was het viaduct gemaakt van een houten constructie. Wij hadden geen schade, het viaduct des te meer. De degelijke bouw van de camper heeft zijn eerste dienst bewezen. De weg naar Matmata was onverhard met grote gaten en gleuven. Matmata is een dorp met veel ondergrondse huizen. Je gaat eerst een diepe afgraving in en daar liggen in het rond de ondergrondse woningen aan, zodat men koel kan wonen in de zomer.
Op Djerba hebben we de jaarwisseling gevierd. We waren speciaal op 31 december hier naar toe gereden omdat we dachten hier goed feest te kunnen vieren i.v.m de vele toeristen die hier verblijven. Het leek echter wel of wij de enige waren die daar behoefte aan hadden. Het was om 0.00 uur muisstil en er was niemand op straat.
Na een paar dagen lekker niets doen aan het strand zijn we weer het binnenland ingegaan om nog een aantal bergdorpen te bekijken. Op weg naar de grens werden we door kinderen bekogeld met stenen. Ton op de rem en achter de kinderen aan, maar ja die waren natuurlijk sneller dan Ton. Met een flinke deuk in de camper weer verder.
4 januari stonden we ‘s avonds voor de grens met Libië, hier hebben we overnacht. Er stonden meerdere campers om te overnachten. Een Hollands, Duits en Zwitsers stel die door de Libische autoriteiten terug gestuurd waren omdat ze geen uitnodiging hadden van een toeristenbureau. Ze kwamen er niet in. We hebben onze alcoholvoorraad opgemaakt en zijn gaan slapen. In Libië is alcohol verboden en in beslag laten nemen is zonde. De vraag of wij wel de grens over mochten was het gesprek van de avond.
Libië
Na een langdurige grensprocedure waarin we steeds hebben aangegeven dat we “transit” waren (naar Egypte) stonden we na 5 uurtjes in Libië. Het was een hele klus om alle formulieren in te vullen. Er spreekt bijna niemand Engels of een andere buitenlandse taal en alle formulieren zijn in het Arabisch. We hebben aan de grens direct een verzekering voor de camper afgesloten. We rijden nu met Libische kentekenplaten rond. Omdat we geen netwerk hadden in Libië konden we de reizigers die nog aan de Tunesische kant stonden dus niets meer laten weten. Belangrijke les en tevens tip: Zijn er problemen om een land in te komen vertel dan dat je onderweg (transit) bent naar het volgende land. Zorg eventueel al voor een visum van het volgende land.
Wat valt direct op in Libië:
– Alles staat in het Arabisch aangegeven en de weg vinden is een hele klus.
– Het is een grote vuilnisbelt langs de weg. Autobanden en autowrakken worden er achtergelaten puin en en huisvuil worden er gestort.
– Overal staan enorme billboards met de afbeelding van Khadafi of projecten die Khadafi nog wil realiseren.
– Langs de weg liggen overal kadavers van doodgereden honden, katten, kamelen, ezels, schapen en geiten.
Vanaf de grens zijn we naar Sabratha gereden en hebben aan zee een plekje gevonden waar we van een schitterende zonsondergang hebben genoten. Het weer is heerlijk met een temperatuur van rond de 25 graden. Meis, Floor en Joep genieten van het strand en de zee. We hebben ons getrakteerd op een Khadafi-kip (een gebraden haantje gevuld met rijst en groente). ‘s Nachts heeft Ton erg veel buikpijn gehad. De volgende dagen bleef Ton zich niet lekker voelen. Naar later bleek lag het niet aan de Khadafi-kip maar heeft hij een liesbreuk opgelopen met balletjes gooien voor Floor. De pijn word veroorzaakt doordat zijn darmen af en toe door de liesbreuk in zijn scrotum zakken wat met hevige pijn gepaard gaat. Telkens moet Ton dan gaan liggen om zijn darmen terug te duwen. Ondanks deze tegenvaller gewoon verder gereisd en Ton heeft het een beetje rustiger aan gedaan.
In Tripoli een mooie plek gevonden vlakbij het centrum. De medina was erg groot, mooi en kleurrijk. Enkele musea bezocht waar prachtige zaken te zien waren. Geld gewisseld wat nogal moeilijk was omdat niet iedere bank buitenlandse valuta mag aannemen. Na de nodige banken te hebben afgelopen en hulp van vriendelijke omstanders een bank gevonden waar we konden wisselen. Ton is hier naar de kapper geweest. Dit was wel even anders als in Gennep; zowel wat betreft prijs als knipmethode. De wenkbrauwen, neus en oorharen worden ook onder handen genomen en met een vuurtje weg gebrand.
Vanuit Tripoli zijn we de woestijn ingereden om naar Ghadhammes te gaan. Ghadhammes ligt zo’n 600 km. van de kust het binnenland in. De weg naar Ghadhammes is een grote autobaan met praatpalen en bijna geen verkeer! Een kopje koffie drinken deden we gewoon op de autobaan. We zijn over deze 600 km. geen drie tegenliggers tegen gekomen! Onderweg in Nalut nog een Qsar bekeken. Dit is een soort bank uit de vorige eeuw waar mensen hun graan en olijfolie in bewaring konden geven. Ghadhammes was een mooi oasestadje met een erg mooi oud gedeelte waarin de mensen in de zomer gingen wonen. Ze hebben de straten zo smal gemaakt dat je er amper door heen kunt lopen. Veel straten zijn ook overdekt. Dit alles om de huizen zo koel mogelijk te houden in de snik hete zomers.
Terug aan de kust zijn we naar Leptis Magna geweest, de belangrijkste bezienswaardigheid van Libië. Het zijn overblijfselen van een Romeinse stad. Het was inderdaad erg indrukwekkend. De toegangsprijzen zijn hier anders dan bij ons. Een kaartje kost over het algemeen niet zoveel. Voor je fototoestel en filmcamera moet echter wel flink betaald worden. Deze prijzen staan in geen verhouding tot de toegangsprijs. Soms moet je wel fl. 50,- betalen voor de videocamera.
Langs de kust verder gereden richting Egypte. Onderweg weer getankt en wat boodschappen gedaan wat hier een leuke aangelegenheid was, 16 cent per liter. Wisselgeld hebben ze namelijk niet en je moet vooraf betalen! De valuta die we hebben is te groot voor wat betreft de inhoud van de tank. Als je dan bv. fl. 10,- geeft dan krijg je ook voor fl. 10,- diesel al loopt het zo uit de tank op de grond. Na het goedkoop tanken reed Frans erg blij weg bij de pomp en lette niet op waardoor hij zo achteruit in een vulgat zonder deksel reed. Met beide linker achterwielen tot aan de as in het gat. We werden meteen door tientallen behulpzame Libiërs omringd die allemaal hun hulp aanboden. Hun manier van helpen stond ons echter niet aan. Dan was er nog meer kapot gegaan. We hebben de camper eerst omhoog gekrikt en toen met de trekstang aan Ton gekoppeld. Voorzichtig de camper uit de vulgat getrokken. De schade was een plat gedrukte uitlaat. Toen we de aggregaat tevoorschijn haalden met de slijptol en boormachine om de boel te repareren kregen we erg veel bekijks!
Met het kopen van brood gaat het precies hetzelfde. Brood kost al bijna niets maar als je 5 broden koopt en je moet een dubbeltje wisselgeld terug krijgen wat ze niet hebben, dan ga je naar buiten met 10 broden! Een slagerswinkel is meestal gewoon een burger die privé geslacht heeft en zijn vlees te koop aanbied. Dit doen ze door het hoofd van het dier buiten op te hangen. Aan het hoofd kun je dan zien of het dier vers is of al wat langer geleden geslacht. Zo zagen we een koeienkop waar het bloed nog uit liep. Die was dus pas geslacht, wij naar binnen en het dier hing nog compleet aan de ladder. Proberen duidelijk te maken dat we biefstuk wilden maar dat lukte niet. Uiteindelijk kreeg Ton het mes in zijn handen geduwd en heeft Ton zelf de bief uit de achterbillen gesneden. We hadden ongeveer 12 kilo bief voor maar 2 gulden!
In Bengazi hebben we een paar dagen uitgerust. Het was een grote kleurrijke stad. We zijn hier in een straatje terecht gekomen waar we aan beide zijden van de camper maar een paar centimeter over hielden. Ook moest er op de uithangborden, balkonnen en laaghangende elektriciteitskabels gelet worden.
Vanuit Benghazi richting de grens kom je ineens in een glooiend gebied en daarna in een gebergte. Ineens verdwijnt de zand en maakt plaats voor een prachtig stuk “groen land”. Het lijkt een stukje Schwarzwald in Libie wat een welkome afwisseling was. Leuk is om te zien hoe snel de hele natuur zich aanpast. Eerst alleen maar geiten, schapen, dromedarissen en kamelen en bij het eerste groen direct al koeien ezels en paarden. Zodra het laatste groen verdwenen is zie je weer alleen kamelen. Hier hebben we in Sirt de enigste Griekse ruïnestad van Libië bekeken.
In Tobruk hebben we wat oorlogskerkhoven uit de tweede wereldoorlog bezocht. Deze zijn allemaal keurig bijgehouden en er liggen ontzettend veel jonge jongens van allerlei nationaliteiten begraven. Van daaruit naar de grens gereden en daar geslapen. Dan kun je ‘s morgens op tijd aan de hele grensprocedure beginnen.
Egypte
De volgende morgen vol goede moed begonnen aan de grensprocedure. De Libische kant was een keer gedaan, de Egyptisch kant duurde wat langer. We werden van het ene kantoor naar het andere gestuurd.10 uur later en fl. 1000,- lichter waren we eindelijk in Egypte. We rijden nu met Egyptisch kentekenplaten rond. Meteen in het eerste dorp na de grens overnacht. We waren moe van de hele dag hangen en wachten op de volgende stempel.
Langs de kust naar El Allemein gereden. Er is hier flink gevochten tijdens de tweede wereldoorlog tussen de Duitsers en de Geallieerden. Hier hebben we een oorlogsmuseum en diverse oorlogskerkhoven bezocht. In Alexandrië een mooi plekje gevonden bij het Fort Quait Bay aan zee. Ton kreeg steeds meer last van zijn liesbreuk en is veel bij de camper gebleven wat onze Floor natuurlijk helemaal niet erg vond.
De weg naar Caïro was een prachtige 4 baans autosnelweg. De binnenwegen mochten we niet nemen van de politie. De reis verliep voorspoedig tot we in Caïro aan kwamen. De camping was niet gemakkelijk te vinden in deze miljoenenstad. Vragen en vragen maar niemand had er ooit van gehoord. Uiteindelijk iemand gevonden die zei dat hij de camping wist en ons wel even daar heen zou brengen. Hij reed met ons mee maar de weg naar de camping wist hij ook niet. Na 2 uur rond rijden toch de camping gevonden en ons hier geïnstalleerd voor een paar dagen.
De volgende dag zijn we met de bus naar het Egyptisch museum gegaan. Ton bleef thuis omdat hij niet meer dan 10 meter kon lopen zonder pijn. Het museum was zeer indrukwekkend maar stond wel hutjemutje vol met allerlei prachtige items. Vroeg in de middag belde Ton, hij had met de reisverzekering en de huisarts telefonisch contact gehad. De reisverzekering wilde dat hij naar het ziekenhuis gaat om een diagnose te laten stellen voordat ze toestemming zouden geven om naar Nederland terug te vliegen. Met een taxi terug naar de camping om van daaruit naar een privé-kliniek het Anglo-Amaricanhospital te gaan. Hier wilde de doktoren meteen opereren, dit heeft Ton geweigerd en aangegeven dat hij in Nederland geopereerd wilde worden. Hij werd naar een privé vleugel gebracht en aan een infuus met spierverslappers gelegd, een ijszak op zijn lies om de darmen weer in de buikholte terug te krijgen. Toen dit zover was werd hij volledig ingetapet. Hij kreeg toestemming om naar Nederland te vliegen en we zijn weer terug gegaan naar de camping.
De volgende dag was er een van inpakken, camper in orde maken en een kennel voor Floor kopen. Dat kon bij KLM Cargo op te halen op het vliegveld, 60 km vanaf de camping. Gelukkig kon Frans Chantel daar heen rijden. 29 januari zijn we door Frans, Riëtte en Meis naar het vliegveld gebracht. We zijn eerste klas terug gevlogen en op alle vliegvelden stonden rolstoelen klaar voor Ton. Op Schiphol stond een taxi klaar die ons naar Ottersum bracht.
Ton werd binnen een week geopereerd en we konden na 2 weken weer terug naar Caïro. Het was leuk om even bij te kletsen met iedereen in Nederland. Aan de andere kant waren we liever in Egypte gebleven. We weten nu echter wel dat je snel genoeg terug bent in Nederland wanneer er problemen zijn! Marcel en Jeannette hebben ons 15 februari naar Schiphol gebracht. Hier kwamen we maar net op tijd aan omdat Ouderijn was afgezet i.v.m. een bommelding en er overal files stonden. We vroegen ons af of we nog wel in Nederland waren!
Midden in de nacht zijn we in Caïro opgehaald door Frans, Riëtte en Meis. We konden in Caïro op het vliegveld nog Tax free inkopen en daar hebben we ook nog even snel gebruik van gemaakt. De volgende dag op de camping weer alles in orde gemaakt om verder te kunnen reizen. De camper heeft gedurende ons verblijf in Nederland op de camping in Caïro gestaan.
De piramides van Gizeh bezocht. Je voelt je erg klein en nietig als je met je camper voor de piramide staat. Ook de sfinxen waren immens groot. Toen we Caïro verlieten om richting het Suezkanaal te gaan werden we aangehouden en we mochten alleen verder onder politiebegeleiding.
Aan het Suezkanaal een mooi plekje gevonden om te overnachten. Helaas bleek dit een militair terrein te zijn en moesten we weer vertrekken. Op de veerpont terug over het kanaal en uiteindelijk moesten we bij een politiekazerne gaan staan. De volgende ochtend stond de politie al weer klaar en zijn we richting Suez vertrokken. Halverwege de ochtend mochten we alleen verder reizen.
In Suez op een grote markt rondgekeken. Alles is er de koop, levensmiddelen, allerlei huishoudelijke artikelen en levende dieren. Je kijkt er je ogen uit! Via de tunnel onder het Suezkanaal door naar de Sinaï. De Sinaï woestijn is een groot gebergte, schitterend. We hebben midden in de woestijn het orthodoxe Catharinaklooster bezocht. Hier zou Moses van God de stenen tafels hebben ontvangen. De laatste stop in Egypte was Nuweiba aan de golf van Akaba. Hier hebben we een aantal dagen genoten van de zon, de zee en het strand en hebben de veerboot naar Jordanië genomen.
Jordanië
Nadat we tickets voor de veerboot hadden gekocht mochten we het haventerrein op om alle grenszaken te regelen. Daarna was het wachten tot we op de veerboot konden. Het was anderhalf uur varen van Nuweiba naar Akaba. Aan de Jordaanse kant was alles zo geregeld en konden we een snel plekje voor de nacht gaan zoeken. Een oudere Italiaanse man reed met zijn camper met ons mee. We hebben hem voor het eten uitgenodigd en hij heeft samen met ons op een parkeerplaats aan zee overnacht.
Via de Dessert Highway zijn we richting Amman gereden. Deze Highway loopt boven over een gebergte dus het was voor onze campers een hele klim om boven te komen omdat het erg steil omhoog ging. Tijdens de lunchstop hoorde we een paar knallen en Joep kwam bibberend bij de campers aanlopen. Hij bleek zijn bek kapot te hebben en een flinke wond op zijn bil. Aangezien we niets gezien hadden weten we niet of Joep is aangeschoten of door een auto is aangereden. Frans, Ton en Riëtte hebben de wond gehecht.
Via Kerak waar een prachtig kruisvaarderskasteel ligt naar de dode zee gereden. Onder weg bier kunnen kopen en het nodige ingeslagen. Aan de dode zee overnacht en een heerlijk Jordaans biertje genuttigd.
In Amman naar de Iraanse ambassade gegaan om visums aan te vragen. We konden na 2 weken terug komen en dan zouden we horen of we al dan niet het visum krijgen. In Amman een supermarkt (Town-Town) gevonden waar we op varkensvlees na alles konden kopen. Hier flink ingeslagen. Het centrum van Amman bekeken. Er is hier een erg mooi amfitheater. Gewinkeld en mooi Hebron glaswerk gekocht.
Weer naar de dode zee afgedaald. Deze ligt 400 meter onder zeeniveau. In de dode zee gedobberd. Dit is een heel aparte ervaring. Je kunt er eigenlijk alleen op je rug drijven vanwege het hoge zoutgehalte.
Terug naar Akaba gereden. Onderweg hadden we een diesellekkage.De houder van onze dieselfilter was afgebroken. Frans heeft het kunnen repareren door er draad in te tappen en met een bout weer vastgezet. In Akaba rond gekeken, boodschappen gedaan en een prachtige parkeerplaats aan zee gevonden. Hier hebben we 4 dagen gezwommen en gesnorkeld.
Na deze welverdiende rust weer op pad. In Wadi Rum een jeep met chauffeur gehuurd en door de woestijn rondgereden.Het was prachtig, qua kleur en vorm. Hier is de film Lawrence of Arabia opgenomen. 3 maart hebben we de moeders van Frans en Riëtte opgehaald van het vliegveld. Zij reizen een weekje met ons mee .Weer aan de dode zee overnacht en de volgende dag weer even wezen dobberen met zijn allen.
Petra “de verborgen stad” bezocht. Hier hebben we 2 dagen onze ogen uitgekeken. Wat was dat mooi!!! Tempels en andere gebouwen zijn uit de rotsen gehouwen die door de verschillende lagen prachtige kleuren hebben. Het is niet te beschrijven, dit moet je zelf gezien hebben.
Via de Kings Highway verder gereden. Deze Highway gaat steeds over bergen en dalen. Telkens kom je weer in een Wadi. Een kruisvaarderskasteel bezocht dat hoog op een berg lag. Het is erg indrukwekkend wat ze in die tijd allemaal gebouwd hebben.
De Highway eindigt in Mabada. Dit is een plaats met veel kerken en overblijfselen van het christelijke en joodse geloof. Op Mount Nebo geweest, dit is een bedevaartsoord. Moses zou hier het beloofde land hebben aanschouwd vlak voor hij stierf. En toen was het tijd om van de moeders van Frans en Riëtte afscheid te nemen. Zij vertrokken vanuit Amman weer naar huis.
We zijn nog een woestijntocht gaan maken langs een aantal kastelen. In Jerash hebben we een Romeinse ruïnestad bezocht. De laatste nacht in Jordanië hebben we aan de grens met Syrië doorgebracht. Jordanië hebben we als een erg mooi, divers, gastvrij en gemakkelijk te bereizen land ervaren.
Syrië
De grenspassage was zo gebeurd. In niemandsland waren een aantal taxfreeshops waar we weer inkopen konden doen. Voor we Syrië in konden moesten we voor elke week dat we in het land zijn $ 100 dieseltax betalen.
We zijn meteen naar Bosra gereden. Hier is een prachtige oude verlaten stad gemaakt van zwarte basalt. Er is een citadel en een amfitheater en in de huizen die er nog staan wonen toch nog zo’n 5000 mensen in erbarmelijke omstandigheden.Het leven hier in Syrië lijkt stil gestaan te hebben. Er rijden hier auto’s rond uit de jaren 50, veel Mercedessen, Volkswagenbusjes en veel grote Amerikaanse bakken. Er is geen gsm netwerk en van internet hebben ze nog nooit gehoord.
In Damascus zijn een prachtige moskeeën, waarvan we een aantal bekeken hebben. Hier moesten Riëtte en Chantel een ruime jas aan en het hoofd bedekken. De soeks van Damascus waren geweldig en alles is er tegen spotprijzen te koop. Net buiten Damascus hebben we een aantal dagen op de camping gestaan. Hier waren meer “overlanders” neer gestreken, dus regelmatig een praatje met hen gemaakt over hun ervaringen.
Het blauwe dorp Malula was de volgende bestemming. Alle huizen zijn blauw geschilderd en tegen een bergwand aan geplakt. Hier is de kerk van de heilige Thekla en het klooster van de heilige Sergius. Beiden zijn heiligen van een kleine orthodox christelijke gemeenschap die in Syrië leven.
Dwars door de woestijn naar Palmyra gereden om de restanten te bekijken van een Romeinse nederzetting. De weg er heen was saai en eentonig. De stad Palmyra was erg hectisch, luidruchtig en vies. Veel overlast van opdringerige kinderen die nog nooit van nee of ophouden hadden gehoord. Uiteindelijk midden tussen de ruïnes overnacht bij een restaurant, waar we nog heerlijk op het terras hebben gezeten. Na weer een woestijntocht van anderhalve dag weer in de bewoonde wereld terecht gekomen. Krak De Chevalier bezocht, dit is een kruisvaarderskasteel hoog op de top van een berg. Deze is nog in redelijke staat zodat je een goed beeld krijgt van hoe het leven in die jaren is geweest.
Hama staat bekend om zijn Noria’s dit zijn grote houten waterraden die de watervoorziening van de stad verzorgen. Helaas stonden ze allemaal stil om te worden gerestaureerd. Bij een kunstschilder een prachtig schilderij gekocht, dit is gedeeltelijk geverfd met koffiedrab.
In Aleppo staat een groot kasteel op een heuvel midden in de stad. Ons weer te goed gedaan aan alle kleuren en geuren van de soek. Het blijft ons trekken deze prachtige markten waar echt alles te koop is. Op de vleessoek lagen ook wat minder aangename zaken te koop zoals schoongemaakte geiten en schapendarmen, en geroosterde geitenkoppen.
Om een paar dagen uit te rusten zijn we naar het Assadmeer gereden. Heerlijk relaxen was de bedoeling, maar op vrijdag is het hier zondag en dat is de nationale picknickdag. Dus hele touringcars en auto’s vol geladen met mensen kwamen naar het meer. Iedereen kwam ons begroeten en wilde een praatje met ons maken. Lekker rustig in het zonnetje zitten met een boekje was er niet bij. De rest van ons weekend bij zitten komen van al die drukte.
Bij de grensovergang kregen we te horen dat we Turkije niet in konden omdat deze grens geen visums verkocht. Dit betekende dat we 250 km. terug moesten rijden om in Aleppo de grens over te gaan. Wij Hollanders zijn de enige Europeanen die een visum nodig hebben voor Turkije. Het was wel even balen maar oké ook dat hoort bij het reizen.
Turkije heenreis
De grenspassage was dit keer een fluitje van een cent. In Gaziateppe levensmiddelen ingeslagen bij een supermarkt. De weg tussen Gaziateppe en Sanliurfa was erg slecht en erg druk. Het weer was oké, we waren gewaarschuwd dat het in zuidoost Turkije tot ver in maart winter kan zijn met dikke pakken sneeuw en min 20 graden. Deze keer dus niet. In Sanliurfa de heilige vijvers bezocht, hier zou Abraham op de brandstapel worden verbrand tot God het vuur doofde. De vijvers lagen in een prachtig park en zaten vol dikke karpers.
In Dyabakir overnacht op een bewaakte parkeerplaats van de supermarkt Mygros. De stad was in 3 jaar tijd erg groot geworden. Veel Koerden zijn gedwongen om hier te gaan wonen. Er was ook veel politie op straat en regelmatig zagen we een razzia in een wooncomplex. Ook Ton is met de politie in aanvaring gekomen. Op zoek naar een internetcafé vroeg hij de weg bij een politiebureau waarop hij binnen moest komen en zich moest legitimeren. Hij had zijn paspoort niet bij zich waarop hij niet mocht vertrekken voor ze gecheckt hadden dat hij met de camper bij de Mygros stond. Na wat telefoontjes mocht hij weer gaan. Het internetcafé heeft hij uiteindelijk gevonden.
Vanuit Dyabakir richting het meer van Van gereden. Dit is een prachtige route en de weg was weer prima. In Tatvan een plekje bij een benzinestation gevonden om te overnachten. Hier ligt nog sneeuw op de bergtoppen en het vriest hier ‘s nachts ook. Onder het meer van Van door naar Van gereden. We moesten over een pas van 2700 meter. Hier lag een dik pak sneeuw.
In Van bij een restaurant aan het meer een plek gevonden en daar ‘s avonds ook gegeten. Onze drank voorraad op gemaakt omdat de plannen waren om de volgende dag Iran in te gaan. In Iran is alcohol niet toegestaan. De volgende morgen bleek dat ze ons instapje hadden meegenomen. Na het ontbijt hebben we besloten om in Hakari de grensovergang naar Iran te nemen. De route was prachtig tussen en over de bergen heen. Er waren veel politie en legercontroles. Vaak moesten ze naast de paspoorten ook de campers nakijken. We zagen ook dat er veel leger op de been was. Deze reden allemaal in de allernieuwste voertuigen. Er is veel veranderd in drie jaar en dat allemaal i.v.m. de Koerden. Ook op de meest rare plekken zagen we dat er nieuwe kazernes waren gebouwd.
De nomaden met hun schapen en tentenkampen hebben we niet meer gezien. Die blijken verdreven te zijn en soms zelfs gedwongen om zich in een dorp of stad te vestigen. Die wonen nu dus allemaal in Dyabakir. Eenmaal zagen we dat het leger een groot huis opblies. De route naar de grens werd steeds mooier. Hier wonen niet veel mensen. Na af en toe wachten i.v.m. landslides vlak voor het invallen van de avond de grens bereikt. De grensplaats was een nogal luguber oord. We werden meteen bestormd door een kolonie kinderen die langs de camper stonden te schreeuwen, naar ons en overal aan zaten. Na overleg met de douane mochten we op het grensterrein overnachten. Hier stonden we veilig en rustig.
Iran
De grens procedure was spannend, de dames moesten een hoofddoek op en de voeten en armen bedekt hebben met wijde kleding. Alle passagiers moeten lopend de grens over en alleen de chauffeur mocht in de auto blijven zitten als hij door het hek van Turkije naar Iran rijdt. De inentingspapieren van ons en de honden werden gecontroleerd en als we niet de benodigde inentingen hadden konden we die hier alsnog krijgen. Gelukkig was alles in orde met zowel ons als de honden.
In Orumiyeh naar een meer gereden om daar te overnachten. Frans reed met zijn camper een parkeerplaats op waarvan de ondergrond erg drassig bleek te zijn en zakte tot aan zijn assen in de prut. Geprobeerd om hem eruit te trekken. Toen Frans in zijn achteruit mee wilde rijden klapte zijn versnellingsbak uit elkaar. Ondertussen waren we omringd door wel 100 picknickers. Het was vrijdag; de nationale picknickdag. Iedereen sprak tegen ons in Farsi alsof wij dat ook verstonden. Waarschijnlijk veel goede raadgevingen maar we konden er niets van maken. Er was werkelijk niemand die ook maar een beetje Engels sprak. Toch werd er door enkele mensen actie ondernomen. Nadat een tractor geprobeerd had om de camper eruit te trekken, wat niet lukte, kwam er een vrachtwagen met kraan. Deze heeft de camper er stukje voor stukje uit getild. Ondertussen hadden allerlei garagehouders zich gemeld om de versnellingsbak te repareren. Frans heeft er een uitgekozen die hem vertrouwd over kwam en hem garandeerde dat hij de bak kon maken met originele Mercedes onderdelen. De vrachtwagen heeft de camper naar de garage gesleept in Orumiyeh 50 km. verder.
De volgende dag is de bak gerepareerd en om half 11 ‘s avonds konden we weer vertrekken. Ton, Chantel, Riëtte en Meis zijn in de tussentijd naar de bazaar geweest om boodschappen te doen en een verzekering af te sluiten voor de campers.
De volgende dag werden we onderweg aangehouden door een auto. De man stapte uit heette ons welkom in Iran en gaf ons allemaal een ijsje uit zijn koelwagentje! We hebben de troon van Soleiman bezocht, de weg er heen was prachtig. De resten van de nederzetting stelden niet veel voor. Midden in de krater lag een meer dat van onderuit voorzien werd van zwavelhoudend water.
In Baktharan zijn we naar de rotsreliëfs wezen kijken. Op de parkeerplaats is onze camper aan de linker zijkant met verf bespoten. Met behulp van de omstanders en doeken benzine was het leed snel geleden en was er geen spoor meer van de verf te zien. Gelukkig waren we niet te lang weg geweest want dan was de verf droog geweest. In Khoramadad een kasteel bekeken. In de stad waren overal grote podiums opgesteld met grote foto’s van vaak nog erg jonge mannen. Dit zijn martelaren die zijn gesneuveld in de heilige oorlogen (Iran-Irak, Iran-Koerden). Het bleek de 10e Moharram te zijn en dan word de dood van de martelaar Hoessein in het jaar 600 herdacht. De mannen liepen in optocht, allemaal in het zwart zichzelf te slaan met ijzeren kettingen. Dit wordt begeleid door trommels en het gezang van de mannen. Vrouwen liepen erachter in chador op kousenvoeten.
De provincie Koerdistan is erg mooi, groen en bergachtig. De mensen zijn erg nieuwsgierig en gastvrij. Het dragen van een hoofddoek en kleding met lange mouwen valt niet mee, de hoofddoek zakt steeds af en je loopt de hele dag te trekken aan dat ding.
In Esfahan hebben we midden in de stad gestaan langs de rivier ( die droog stond). De stad is schitterend met zijn Meidan-e-Emamplein in het centrum. Dit plein is omringd door diverse moskeeën, paleizen en de grote bazaar. Hier een paar dagen ons vergaapt aan alle pracht en praal. Shiraz was de volgende bestemming. Ook deze stad heeft prachtige moskeeën. Hier moesten wij dames wel een chador over onze kleding voordat we ze mogen betreden. De mensen in de stad waren erg opdringerig en brutaal.
Door de woestijn naar Kerman gereden. Omdat de mensen hier zo nieuwsgierig zijn proberen we vaak een paar kilometer voor de stad een plekje voor de nacht te zoeken. We rijden dan een kilometer of 10 de woestijn in. Zo ook deze keer net voor Kerman. Helaas werden we toch opgemerkt. Een bus vol mannen kwam even langs en deelde ons mee dat het gevaarlijk was om te blijven staan. Mensen werden hier bestolen en/of beschoten. Toen toch maar weer verder naar Kerman gereden en daar op een T.I.R. parking tegen betaling overnacht.
In Bam de lemenstad, een cultuurerfgoed van de Unesco, bezocht. Het was gedeeltelijk gerestaureerd en m.n. het kasteel was schitterend. In het theehuis boven de toegangspoort van het paleis thee gedronken en de waterpijp gerookt. Overnachten voor de oude stad was er niet bij. We werden tot 4x toe door de politie aangesproken dat we moesten vertrekken. Omdat we dit niet deden kwam de 5e keer een hoge piet mee en sommeerde ons achter hem aan te rijden. We zijn voor een politiebureau gezet met een bewapende privé bewaker die ons de hele nacht zou bewaken. Bam was onze meest oostelijke bestemming in Iran. Nu gaan we weer richting het westen. Yadzé bezocht dat bekend staat om zijn lemen huizen met een vernuftig ventilatiesysteem. In de bazaar in een prachtig theehuis een thee gedronken. Het theehuis was vroeger een Hammam geweest en was prachtig versierd met tegelwerk. In Yadz staat ook de vuurtempel van de Zoastrisen met de eeuwige vlam.
Qom een heilige stad hebben we het mausoleum van Fatima, de zus van de 8ste imam Reza bekeken. Niet moslims mogen niet naar binnen in de Moskee, soms wel op het plein. Na wat telefoontjes mochten we wel op het binnen plein kijken en foto’s maken. Ton was al naar binnen gelopen, men had niet in de gaten dat hij geen Iraniër was en is overal binnen geweest.
Net voor Teheran staat in Qom het mausoleum waar Khomeini is begraven; The Holy Shrine. Het zou de grootste islamitische constructie in de moderne wereld moeten worden. De minaretten en koepel zijn met bladgoud bedekt. Binnen staat in een immense ruimte een glazen en metalen opengewerkte kooi met daarin de graven van Khomeini en zijn zoon. Het is hier heel gemoedelijk en iedereen is erg vriendelijk
In Teheran hebben we wat museums en de bazaar bezocht. Toen we naar de campers wilde konden we die niet meer terug vinden en iedereen die we vroegen waar de parkeerplaats was (we hadden de naam opgeschreven) had er nog nooit van gehoord. Bijna een uur in een taxi rondgereden tot we uiteindelijk toch de campers weer gevonden hadden met de honden. En dit was gelukkig net voor sluitingstijd van de parkeerplaats die op een binnenplaats was. Om 16.00 uur zouden daar de grote deuren van sluiten en pas weer de volgende morgen 7.00 uur open gaan.
Via het Taborzgebergte zijn we naar de Kaspische zee gereden. We zijn over een pas van 4080 meter gegaan. Boven lag nog sneeuw en je had er een prachtig uitzicht. Het is hier erg groen met veel theeplantages, rijstvelden en fruitbomen. Vanaf de kustweg een stuk het binnenland ingereden naar Masule. Masule is een mooi dorp wat tegen een steile berg gebouwd is. De huizen zijn hier zo gebouwd dat de straat over de daken loopt van de huizen die eronder liggen. In Bandar-e-Azal hebben we een boottocht gemaakt in een lagune van de Kaspische zee. Hier wordt veel gevist, vooral op steur waaruit ze de kaviaar halen. Helaas is de kaviaar niet in de winkels te koop alle kaviaar is voor de export.
Op weg naar Tabriz werden we bij een politiecontrole aangehouden met de mededeling dat ons visum zou zijn verlopen. Het werd weer een discussie met handen en voeten want niemand sprak ook maar een woord over de grens. Dit was duidelijk een mannen aangelegenheid want Chantel en Riëtte mochten niet in de buurt komen. Uiteindelijk na de nodige telefoontjes en 3 uur wachten bleek alles toch in orde te zijn en mochten we weer vertrekken. De misverstanden ontstaan doordat men hier in Iran met verschillende kalenders werkt.
In Tabriz op de bazaar de laatste souvenirs gekocht. In Maku 30 km. voor de grensovergang hebben we voor de laatste keer diesel getankt en ook een aantal jerrycans gevuld met de spot goedkope diesel. Tanken is in Iran namelijk erg leuk, 1 liter diesel kost 3 cent. De dames zijn blij dat we weer naar Turkije gaan, zij zijn dan eindelijk verlost van de hoofddoek!
Turkije terugreis
De grensperikelen waren weer een hele klus. Van kantoor naar kantoor en regelmatig wenste de ambtenaar wat steekpenningen om de zaak te bespoedigen. Kreeg hij die niet dan duurde het gewoon langer voor hij een stempel wilde zetten in het paspoort of op het carnet de passage. De bagage controle was erg streng. We zagen dat uit verschillende auto’s de jerrycans met diesel en benzine in beslag werden genomen. Gelukkig hebben ze ons smokkelwaar niet ontdekt, maar het heeft ons wel de nodige zweetdruppels gekost.
In Dogubayazit werden we bekogeld met stenen door een stel jongens. Ton en Frans hebben nog geprobeerd om de daders in de kraag te grijpen maar ze waren beduidend sneller als onze “gespierde atleten”. We hebben er weer een flinke deuk bij in de camper. Op de camping net onder de Isak Pasja hebben we overnacht. ‘s Avonds in het restaurant ons te goed gedaan aan heerlijk Turks eten met een biertje en wijntje. Het geheel werd opgeluisterd door een plaatselijk bandje met buikdanseres.
Nadat we in Erzerum waren geweest hebben we voor een weekje afscheid genomen van onze medereizigers. Frans, Riëtte en Meis wilden naar Capadocië, wij wilden naar de kust om Mieke en Ellen te bezoeken die daar op vakantie waren. Via Mersin en Anamur naar Alanya gereden over de kustweg. Deze is erg mooi en bergachtig.
In Alanya liepen we Mieke en Ellen letterlijk tegen het lijf. We hebben 2 leuke dagen samen doorgebracht, voor wij weer verder gingen. In Alanya op de camping kwamen we 2 Nederlandse reizigers tegen; Ina en Frits die ook met Frans, Riëtte en Meis in Cappadocië op de camping hadden gestaan. In Manavgat aan het strand een plekje gevonden met een gezellige strandtent erbij. Frans, Riëtte en Meis hebben zich hier weer aangesloten bij ons. De kust verder gevolgd met zijn allen.
In Cavaskoy een aantal dagen aan een prachtige baai gestaan en genoten van de zon, zee en het strand. In Demre het graf van Sinterklaas bezocht en de lycische stad bekeken. In de buurt van Fetheye naar de kloof van Tasjkent geweest. Hier kun je de kloof inlopen door de rivier die er door heen loopt. Vooral Floor vond dit erg leuk.
Dalyan is een leuk klein dorp met uitzicht op een groot aantal lycisch graven in de rotsen. Ons op de camping geïnstalleerd, ‘s avonds de BBQ aan en meteen een hoop aanloop van mede campinggasten. 2 Nederlandse motorrijders, Peter en Henri en een Belgisch dame, Simone genaamd. Ze uitgenodigd om mee te eten en een erg leuke avond gehad met zijn allen. De volgende dag met zijn allen een boot gehuurd en naar het modderbad en het schildpaddenstrand geweest. Na 3 dagen feesten en BBQ-en met zijn allen weer vertrokken naar de volgende bestemming.
Simone is met ons meegereisd en kon bij Frans en Riëtte slapen in het bedje van Meis. In Bosborun een aantal dagen aan zee gestaan. Frans, Riëtte, Meis en Simone zijn na 2 dagen richting Pamukale gegaan.
Wij rustig verder langs de kust gereden. In Foca hebben we elkaar weer getroffen en is Simone weer haar eigen weg gegaan.
Een paar heerlijke stranddagen in Ayvaick doorgebracht. Hier hebben we een kebabgrill gekocht, zodat we thuis nu ook heerlijke kebabjes kunnen maken. In Canakale met de veerboot de Dardanellen overgestoken. Het weer is onder tussen omgeslagen en het is fris en met een harde wind.
Via een prachtige route richting Bulgarije vertrokken waar we aan het eind van de middag aankwamen.
Met de oversteek van de Dardanellen waren we weer in Europa aangekomen. Na dit rondje Middellandse zee moeten we concluderen dat het leven met de I.B.M. tijd ons goed bevalt.
I.B.M. tijd staat voor: Insha allah, Bokra, Ma alesh..
Insha allah: (als God het wil) geeft aan dat het misschien zal gebeuren en misschien ook niet.
Bokra; betekend morgen of over twee weken of misschien nooit.
Ma alesh; betekend: het geeft niet, het was niet zo belangrijk.
Helaas komt daar nu ook een eind aan en begint het leven weer waarin we continu op de klok moeten kijken. Dat zal dus wel weer even wennen zijn!
Bulgarije en Roemenië
De grensovergang van Turkije naar Bulgarije was erg klein. Alles was snel geregeld. Volgens de Turkse beambte heerste er polio in Bulgarije en moest Meis wat druppeltjes nemen om haar daar tegen te beschermen. In de eerste stad Carevo na de grens aan de haven geparkeerd om te overnachten. We kregen bezoek van de plaatselijke politie die na een praatje en een kopje koffie geen bezwaar had dat we aan de haven overnachten.
Langs de Zwarte zee kust naar Roemenië gereden. Wat ons op viel was dat er veel meer mensen op straat waren dan vorige malen; het leefde meer. De grens met Roemenië was een fluitje van een cent. We hadden geen visum meer nodig. In Euforie-Nord een plekje gevonden. Hier stond al een Duitse camper. Wat gewinkeld. Het viel ons op dat er ondertussen van alles te koop is maar ook dat alles erg duur is geworden. Ons te goed gedaan aan de heerlijke Roemeense wijn; Mufatlar.
Via Constanza naar Galati waar we met de pont de Donau over moesten. Tijdens het wachten viel Joep in het water en Meis viel met haar gezicht op een steen. In Husi bij Costel op bezoek. Dit is een oude kennis van ons. Deze bleek hertrouwd te zijn met Anna die jaren jonger is als hij en bovendien 2 maanden zwanger. Na een avondje bij praten onder het genot van een eigen gemaakt wijntje zijn we weer vertrokken.
We hebben de kindertehuizen in Husi en Hirlau bezocht. Hier hebben Chantel en Riëte in 1991 / 1992 drie maanden gewerkt. Het zag er allemaal netjes uit en de kinderen liepen er goed gevoed en gekleed bij. In Iasi hebben we heerlijk uitgegeten en volop gewinkeld. Het was leuk om er rond te kijken. In Tirgue Neamt hebben we bij het klooster overnacht en dit ook bezocht. ‘s Avonds kwam er een Pope langs die een wijntje met ons heeft gedronken. De wegen waren slecht en ook het weer niet al te best. Net buiten Cluj Napoca bij Cabana Leghia overnacht. We hebben heerlijk gegeten en gedronken in het restaurant.
Via Hongarije naar Oostenrijk. In Wenen naar paleis Schönbrun geweest. Het was koud, het regende en het waaide flink. Een wandeling door de tuinen hebben we i.v.m. het slechte weer niet gemaakt. Na 2 overnachtingen in Duitsland hebben we de vakantie afgesloten in Ottersum. Bij de Old Inn heerlijk op het terras gegeten met een lekker Belgisch biertje erbij. Thuis op de Kleineweg bleek ons huis te zijn versierd en werden we ontvangen door alle buren die al hadden vernomen dat we onderweg waren. Zo gaat dat in een klein dorp!