Afrika 2013-2014
Marokko
Vaak valt er weinig te vertellen over het reizen door Europa richting Afrika, maar toch willen we wel enkele zaken met jullie delen. Bij het vertrek in Twisteden kwamen we vlak bij de bunker al een ree tegen. Enerzijds vroegen we ons af wat we in Afrika gingen doen, anderzijds is dat een van de uitdagingen. We hadden er zin in en stonden in 1 1/2 dag al bijna aan de Middellandse zee. “Bijna” omdat “de King” er een 20 km voor Saint Marie de la Mere mee stopte! Het laatste dieselfiltertje zat weer helemaal dicht, dus komt er ergens in het aanvoersysteem flink wat aanslag los , want de andere twee filters waren helemaal schoon. Normaal is het even de filter reinigen en weer monteren, maar Chantel liet het kijkglas van de filter vallen en helaas is dat niet onbreekbaar. Zonder dat glas kun je niets dus moest er ergens een nieuw glas gekocht worden. De motor er uit gehaald en op jacht naar een nieuw filterglas. Dat moest in Arles gebeuren en na meerdere garages bezocht te hebben konden ze er eentje leveren in een tractorwerkplaats. Er moest wel een compleet systeem gekocht worden omdat ze het glaasje niet los wilden verkopen, maar goed, we hadden er eentje en konden na montage weer verder. Het was inmiddels vrijdagmiddag en om tot maandag op straat te bivakkeren is ook niet alles. Een paar uurtjes later stonden we dus aan het strand en hadden we weer een les geleerd: ” Geef een vrouw nooit een leeg glas in handen”. Verder is er geen mens die interesse heeft voor je probleem en iedereen rijdt vrolijk door ook al sta je met de cabine omhoog op straat! Typisch Frans!
Het lekker vrij kamperen is er niet meer bij aan de Middellandse zee. We konden in ieder geval geen plaats meer vinden waar het nog mocht. Overal moet je flink dokken en dan sta je ook nog bij de “buren” op de stoep! Daar hadden we dus geen zin in en zijn doorgereden naar Sete waar we een mooi plaatsje vonden vlak bij de haven tegen de muren van een oud theater. In Sete denk je al in Marokko te zijn, want veel winkels en restaurantjes worden beheerd door Marokkanen. We hebben het stadje eens goed verkend en er de laatste inkopen gedaan voordat we richting de haven reden om in te schepen.
Daar werden we opnieuw met de typische Franse stugheid geconfronteerd. De hoogte en lengtemeter stond klaar en de “King” was een paar centimeter langer als op de ticket stond en dat werd dus bijbetalen! Niet een klein beetje, maar heel veel! Inclusief administratiekosten moesten we maar liefst $ 249,- bijbetalen. Tegen onrecht is niet te vechten en tegen recht natuurlijk al helemaal niet, want ze hadden gelijk. De vorige tocht in omgekeerde volgorde was het geen probleem, maar toen moesten de Marokkanen meten en die maken zelfs van een metertje langer geen probleem! Wat ook op viel was dat de meters hoog beladen busjes van de Marokkanen niet gecontroleerd werden; dit in tegenstelling tot de vorige keer. Men is blijkbaar blij dat alle rotzooi richting Afrika vertrekt maar o zo bang dat er iets ingevoerd word! Uiteindelijk konden we in de bekende chaos richting boot vertrekken. Voor we bij de paspoortcontrole aan kwamen werden we weer even uit de rij gehaald en moesten onze autopapieren laten zien en alles openen. Toen we de camperdeur open maakten zeiden de douaniers verbaast tegen elkaar: “het is een huis” en boden hun excuses aan. Ze dachten dat we een militair voertuig bij ons hadden. Zouden ze ook gedacht hebben dat Rutte onze overtocht moest betalen toen ze de camper na gingen meten?
Op de boot zaten op een 4 tal toeristen na allemaal “Europese Marokkanen” die hun familie gingen bezoeken. Een boot vol Marokkanen betekend ook chaos! Op de boot was ook politie en douane aanwezig om alvast alle papieren in orde te maken voor de entree in Marokko. Dat betekend lang wachten in lange rijen en je geduld bewaren. Dat is voor velen dus erg moeilijk dus raakt de een na de ander na een poosje verhit gevolgd door heftige discussies waarna men elkaar na een vijftal minuten weer de hand schud. Opgelost en weer vrede gesloten! We dachten nu we alle papieren in orde hadden zo Marokko in te kunnen rijden maar niets was minder waar! In de haven de gebruikelijke chaos en werden alle papieren nogmaals gecontroleerd en in de computer ingebracht. Ook kregen we weer de nodige stempels. Om 23.00 uur reden we dan eindelijk in het donker de haven uit. Dan is het moeilijk zoeken naar een goede plaats om te overnachten en uiteindelijk maar op een stuk braak liggend land geparkeerd. ‘s Morgens zagen we pas goed waar we stonden. We stonden vlak bij de grens van de Spaanse enclave Melilla een tiental meters van een sloppenwijk.
Na het pinnen en tanken zijn we via een mooie kustweg naar Al Hoceima gereden. In de stad zelf was een camperplek aan de haven maar nadat we inkopen hadden gedaan zijn we terug gereden naar Playa Isly. Hier stonden we lekker rustig en direct aan het strand. We moesten wel even onze gegevens aan een militair geven die hij noteerde en ons verzekerde dat we hier veilig konden staan.
De volgende morgen was het bewolkt en winderig en daarom besloten om via een mooie route door het Rif richting Fes te rijden. Het weer werd zeer slecht en af en toe hadden we nog geen 10 meter zicht. Het was dan ook geen pretje om onder zulke omstandigheden langs diepe ravijnen te rijden! In Fes naar de camping gereden die nog steeds “under construction” was! Toen we er in Maart waren gaven ze ons aan dat alles in Mei klaar zou zijn! We hebben er de was gedaan en zijn naar Meknes gereden waar we de Medina en de souks nog een keer bezocht hebben. We wilden er wat langer blijven maar omdat de parking meer op een vuilnisbelt leek dezelfde dag maar weer verder richting Rabat voor onze eerste visumaanvraag van Mauritanië.
We konden vlak voor de ambassade overnachten en de volgende morgen rond 9 uur kregen we onze aanvraagformulieren die je op straat mag invullen. Deze even later ingevuld ingeleverd en ‘s middags om 14.30 uur hadden we onze eerste visum op zak. Omdat we het stadsleven ondertussen mooi moe waren richting kust gereden. Onderweg merkten we dat “de King” weer minder vermogen had en zodoende hebben we maar snel een camping opgezocht alwaar we de volgende ochtend op zoek zijn gegaan naar het probleem.
Dat was snel duidelijk, want de filter zat weer helemaal dicht. Deze schoon gemaakt en met de motor even naar de stad gereden om nog een ander dieselfilter te vervangen. Inmiddels hadden we te horen gekregen dat we een dieselbacterie in de diesel hadden zitten. Dit betekende de dieseltanks reinigen en een additief toevoegen die de bacterie dood.
De veranderingen aan “de King” bevallen tot nu toe prima. Het weggedrag is met de andere bandenkeus veel beter en de andere gewichtsverdeling is ook duidelijk te merken. De Tweede hefcilinder van de cabine heeft zijn diensten nu ook al twee maal bewezen en de cabine gaat prima omhoog en komt nog beter terug! Dat is de investering wel waard geweest. Verder bevalt het ingebouwde sportstuurtje prima. Ton heeft wat meer plaats achter het stuur gekregen, maar of dat ook zo sportief uitvalt zien we over een half jaartje wel!
‘s Morgens na het ontbijt begonnen om eerst de andere tanks te controleren. Deze zijn gelukkig schoon. Toen begonnen met alle diesel via een filter uit de tank te pompen en ook weer via een filter in een andere tank! Na een zevental jerrycans was hij helemaal leeg! Toen de gehele tank gedemonteerd en klaar gelegd voor transport. Even later kwam de garage houder uit Casablanca aanrijden met een monteurtje achter op de bromfiets. Ze dachten even hier op de camping de tank te kunnen reinigen. Uitleg gegeven met handen en voeten, maar het was duidelijk!
Toen moest er natuurlijk transport geregeld worden en dat was een probleem. Uiteindelijk hadden ze een kar geregeld waarvan de wielen heen en weer slingerden omdat er geen kogeltjes meer in de as zat. Ze vertrokken richting pompstation met de kar achter de brommer aan. Ton dus met de motor achterna om te controleren hoe het ging gebeuren. Bij het eerste pompstation was in de wasserette de hoge drukspuit kapot en konden ze de tank dus niet reinigen. Toen weer een 10 km met een slingerende kar verder naar het volgende station. Daar mochten ze de tank niet reinigen totdat Ton zich er eens mee ging bemoeien. Toen mocht het in een keer wel. De hogedrukspuit werd aangezet, maar helaas was er geen lans! Ze hebben zeker een half uur in alle richtingen van de tank gespoten, maar deze zit vol met tussenschotten dus kun je niet overal komen. Daarna hebben ze hem weer leeg laten lopen en toen werd er een litertje of 5 diesel getankt en de tank helemaal rondgedraaid om het water mee te nemen. Daarna werd die weer leeg gelaten en hebben ze een kwartiertje met lucht staan te spuiten. Uiteindelijk naar buiten om te controleren en het zag er redelijk uit. Een zaklamp had Ton niet bij zich, dus was het moeilijk te zien. Ton is vooruit gereden richting camping omdat hij het levensgevaarlijke gedoe onderweg niet meer wilde zien. Na een kwartiertje kwamen ze ook op de camping aan en daar de boel met de zaklamp even goed nagekeken. De tank ziet er weer redelijk schoon uit, alleen op een paar hoekjes waar je niet met de spuit kon komen zit nog wat zwarte aanslag. Ton heeft de tank weer gemonteerd en morgen gaan we weer verder. Ton is wel nog de stad in geweest voor een additief, maar deze heb hij nog niet kunnen bemachtigen. Misschien ergens in een haven, want het probleem komt het meest voor bij schepen! Natuurlijk was er na afloop weer het nodige gedoe omtrent afrekenen. Dan weet je ineens weer echt dat je in Marokko bent en dat je wanneer je via anderen een hulp aangeboden krijgt je bijna zeker weet dat ze je gaan proberen af te zetten. Mooi niet dus. Hadden ze maar een prijs moeten afspreken toen Ton erom gevraagd had.
De volgende dag weer vertrokken en de tolweg richting Agadir genomen. Op een parkeerplaats op de tolweg overnacht want we zaten op 1500 meter hoogte en daar is het lekker koel. Bovendien is er bijna geen verkeer op de tolweg. Toen we hier een poosje stonden kwamen er touringcars en kleine busjes overladen met jonge lui de parkeerplaats op. Met veel gejoel en herrie vielen ze uit de bussen en verspreidden zich over de parkeerplaats om overal waar ze maar dachten te gaan pissen. Ze bleken op weg te zijn naar Agadir waar die avond de wedstrijd Agadir-Marrakesh zou worden gespeeld. Toen deze weer waren vertrokken keerde de rust weer terug. Na deze ervaring dachten we beiden meer een ding! Maar goed dat ze nog niet in UEFA verband mee kunnen voetballen want dan vallen er doden tijdens de wedstrijden! Ik zou er in ieder geval niet naar toe durven na het meemaken van het tafereel op de parkeerplaats. Er is niets vernield, maar het intimidatiegehalte was zeer hoog. Wat denk je overigens van 300 jongeren in een touringcar of van 50 in een MB sprinter of van 200 in een open laadbak van een vrachtwagentje. Het veetransport is in Europa beter geregeld!
De volgende morgen de tolweg verlaten en via een prachtige spectaculaire route naar Tafraoute gereden. Hoog boven de Oued Ait Bahai kloof slingerde de weg zich door de Anti Atlas. De weg was soms niet breder dan de camper. Onderweg zagen we ook de geiten in de Argania bomen zitten. Deze bomen komen alleen voor in Zuidwest Marokko. Ze dragen in het voorjaar vruchten die lijken op olijven, maar smaken naar noten. De geiten klimmen in de bomen vaak tot in de toppen om daar de verse twijgen en blaadjes te vreten. Via hun uitwerpselen belanden de vruchtpitten op de grond. Men verzamelt ze waarna men de pitten stuk slaat en uit de daarin aanwezige kern wordt de waardevolle argania olie gewonnen!
In Tafraoute op camping Granite Rose overnacht waar we weer rustig even de filters konden controleren. Deze waren redelijk schoon. Deze omgeving in de anti Atlas is een van de mooiste streken in Marokko. Ook de bevolking is hier veel vriendelijker dan ten noorden van de Atlas. We hebben nog even wat rond gebeld voor een additief om de tanks te reinigen. De telefoon viel echter steeds weg. We kregen het advies om de tamtam te gebruiken, maar die werken hier ook niet! Daarvoor in de plaats kun je beter een peloton schreeuwende Marokkaanse vrouwen inhuren, want die weten pas wat lawaai is. Ik heb ze pas op een bruiloft horen joelen en niet alleen trommelvliezen scheuren ervan maar ook andere vliezen. Of dat bruidje dus nog maagd is geweest na het bruiloftsfeest betwijfel ik! Als de bruidegom het maar geloofd!
Verder lopen hier 99% van de mannen de gehele dag in het openbaar aan hun “Willy” te trekken en te krabben. Waarom doen hun dat wel en wij niet? Is het een kwestie van fatsoen? Komen wij wel aan ons trekken en hun niet of is het al een voorspel voor die 4 vrouwen die ze moeten bevredigen. Als Ton niets meer te doen heeft wil hij zich eens een keer in het Moslimleven gaan verdiepen. En hoopt dan dat hij tegen die tijd nog vier vrouwen aan kan!
Vanuit Tafraout verder door de anti Atlas naar TanTan gereden. Op de parkeerplaats aan het strand kwam de bewaker ons direct een handje schudden en vertelde dat hij ons nog kende van het voorjaar. Het is een oud mannetje die zijn centjes bijverdiend met bewaking van de auto’s en campers. We waren de enigen want de overwinteraars zijn nog niet gearriveerd. Voor de nacht wilde hij zich samen met zijn hond weer installeren in zijn security hutje en toen we aangaven dat dat niet nodig was en dat hij maar lekker thuis moest gaan slapen was hij hartstikke blij. Hij kwam ons de hand schudden en uitnodigde ons uit voor een maaltijd bij hem thuis. Heel lief van hem, maar we hadden al gezien dat hij de restjes van een restaurant gekregen had in twee plastic zakken! Of het voor de hond was weten we niet, maar we hebben ons netjes bedankt voor de uitnodiging met de mededeling dat we al gegeten hadden.
Na een lekker rustig nachtje met alleen maar het geruis van de zee ‘s morgens naar de haven voor een bacteriedodend toevoegsel aan de diesel. Na een uur lang discussie met de politie en de douane en veel heen en weer gebel zijn we weer zonder iets kunnen vertrekken. We kwamen het haven terrein niet op! Onze volgende poging zullen we dus in Dakhla ondernemen. Ieder nadeel heeft zo ook zijn voordeel: ons Frans word met de dag beter!
Vanuit Tan Tan via nog enkele mooie overnachting plaatsen aan de kust richting Dakhla gereden. Onderweg nog van iedere gelegenheid gebruik gemaakt om een toevoegsel te krijgen voor bij de diesel, maar de kans iets te krijgen is nihil. Zelfs een alternatief als spiritus is er niet aan te komen. In spiritus zit alcohol dus geven we “de King” nu ook maar op zijn tijd een borrel bij de Diesel! Verder blijven we de filters maar controleren en schoon maken. Waren we de vorige keren geheel ingespeeld op elkaar met banden wisselen, nu dus met filters reinigen. Het ergste is dat je er zo moeilijk bij kunt. De cabine moet omhoog, dan moet het gehele luchtfiltersysteem gedemonteerd worden en dan pas kun je bij de filters.
Bij het kopen van een paar flesjes medicinale alcohol om deze toe te voegen aan de diesel komt er een oud mannetje met zijn ezel bij de apotheker. De ezel heeft een wond aan zijn voorpoot. De apotheker komt in zijn witte jas naar buiten en op het moment dat de ezel de apotheker ziet rent hij al balkend weg. Die was dus al vaker bij de apotheker geweest! Uiteindelijk is de wond geïnspecteerd en krijgt de man een zalfje mee voor de ezel!
Verder zijn de moslimvrouwen hier ook erg modieus geworden. Velen dragen een cap over de sluier heen met daarover weer een grote zonnebril. Soms zijn het reclamepetjes zoals b.v. een bolletjespetje van de Tour de France. Zou die binnenkort een keer in Marokko starten? Als het zo is dan moeten ze hier in de Sahara wel een keer de weg gaan verbreden. De weg in de Sahara is maar een 5 tal meters breed en aan de zijkanten erg afgebrokkeld. Bij inhalen en bij een vrachtwagen als tegenligger is het hier dus levensgevaarlijk. Er is momenteel sowieso meer verkeer als in het voorjaar ondanks het feit dat de overwinteraars nog niet gearriveerd zijn, want vanaf Tafraout hebben we geen camper meer gezien. Lekker rustig dus tussen alleen maar Marokkanen.
Momenteel zijn de voorbereidingen voor het slachtfeest in volle gang. Al weken komen we vrachtwagens vol met schapen tegen die op iedere hoek van de straat aangeboden worden. Voor de afwisseling hebben we maar eens een keer inkopen gedaan bij de kamelenslager. Een “Filet de chameau” smaakte ook perfect. Als we op de terugweg nog plaats in de vriezer hebben zullen we er voor de liefhebbers een paar meebrengen.
Vanuit Dakla naar het als zeer idyllisch omschreven vissersdorp Lamhiriz gereden. Dit is tevens onze laatste overnachtingsplaats voordat we de grens over gaan naar Mauritanië. De plaats waar we stonden was prachtig, maar van alle omschreven activiteiten die er zouden plaats vinden was niets meer herkenbaar. Het enigste wat nog wel herkenbaar was, is het zwerfvuil en de zwerfhonden. De vissersboten lagen er ook nog maar deze hadden al zeker een jaar geen zeewater meer gezien. Op iemand van de marine na en wat picknickers hebben we er niemand gezien. Zelfs de muezzin, de aanroeper van de moskee was afwezig dus konden we lekker uitslapen. Bij de ochtendaanroep zou deze bijgevallen worden door het gehuil van de honderden zwerfhonden, maar daar was nu geen sprake van. Zou iedereen zijn vertrokken i.v.m. het slachtfeest wat morgen 15 oktober plaats vind? Ondertussen zijn we ook de eerste andere Overlanders tegengekomen. Misschien word het aan de grens nog gezellig.
Mauritanië
Na een grensprocedure van meer dan 6 uur reden we dan eindelijk in Mauritanië binnen. Ook waren we natuurlijk weer de nodige euro’s lichter. Een verzekering voor 30 dagen kostte maar liefst 100 euro! Ook moesten we communitytax betalen op een plek waar alleen grenskantoren stonden en waar in de wijde omgeving geen dorp te zien was . Zowel aan Marokkaanse als aan Mauritaanse kant was er sprake van corruptie. Een half jaar terug vonden we ze aan deze grensovergang nog netjes maar nu vierde de corruptie echt hoogtij!
I.v.m. het slachtfeest waren er veel Senegalezen en Gambianen met auto’s vol cadeaus op weg naar huis. Zij moesten flink betalen om hun spullen de grens over te krijgen; zowel aan de Marokkaanse als aan de Mauritaanse kant. Het betalen moest dan telkens tussen twee vrachtwagens plaats vinden zodat niemand het kon zien. Enkele Senegalezen gesproken en deze waren ondertussen meer dan $ 100,- kwijt om Marokko uit te komen. Trieste zaak vinden wij! Het was ontzettend warm en we waren blij dat we onze zaken allemaal hadden geregeld.
In Nouadhibou zijn we op advies van enkele Fransen en vanuit een aanbeveling in een reisboek op camping Baie Du Levrier beland. Het is niet veel meer dan een kleine ommuurde binnenplaats met wat kamers en de woning van de eigenaar. We werden hartelijk ontvangen in de bedoeïenen tent die ook nog in een hoek stond met een kopje thee. ‘s Avonds zijn we naar de chinees gelopen om daar te gaan eten. Het was weer heerlijk maar helaas was er geen rijst bij de gerechten. De rijst was op, dus kregen we er frites bij. Ondanks dat de gerechten heerlijk waren vonden we het geen Chinese maaltijd!
De volgende morgen hebben we afscheid genomen van Daniel en Theresa uit Zwitserland. We hadden ze al enkele malen in Marokko getroffen en met hen hadden we gisteren samen de grenszaken afgehandeld. Ze hebben het voornemen om met een VW T4 camper een rondje door Afrika te maken. ‘
s Morgens om 5 uur werd heel de stad al door een 30 tal moskeeën gewekt i.v.m. het slachtfeest en dit geloei ging door totdat iedereen om een uur of 10 de moskee bezocht had. Daarna kwamen de geiten overal uit de huiskamers, keukens en andere hokken en werden geslacht. Ook op de camping werd een geit uit een eigenlijk te verhuren kamer gehaald en twee meter achter de camper vakkundig geslacht. De geit werd aan zijn kop met een touw aan een tak van een boom vast gemaakt zodat hij nog net met zijn achterpoten op de grond kan staan. Dan word zijn nek doorgesneden enz. enz.. Toen de slager klaar is kreeg hij wat darmen, de pootjes en de huid mee en verder wat kleingeld in zijn hand gedrukt. Die vertrok weer naar het volgende huis voor de volgende geit. Het bloed, de overgebleven darmen e.d. liggen nu nog achter de camper maar ze stinken nog niet. De vliegen hebben wat te doen en laten ons voorlopig even met rust. De geit is naar binnen gedragen en ligt nu op de BBQ te garen.
Ondertussen is er veel familie aanwezig want het is een groot familiefeest zoals overal in de stad. Iedereen loopt er op zijn paasbest bij. Kinderen vragen om cadeautjes wat we minder leuk vinden! We zijn nog even naar de haven gewandeld waar de zeetrawlers uit de hele wereld liggen. Ook worden hier veel illegale zaken het land binnen gesmokkeld vanuit de Canarische eilanden. Bij de Chinees was gisteravond alles te koop; bier, whisky, wijn enz..
De mensen op de camping zijn enerzijds erg vriendelijk en behulpzaam; anderzijds draait er alles om geld (van ons) en gaan ze met hun personeel om als slaven! Met vooral dat laatste hebben we veel problemen. De vorige keer zijn we op camping Chez Abba geweest waar je voor de helft van de prijs kunt staan met dezelfde faciliteiten en zonder met de slavernij geconfronteerd te worden. De slavernij is officieel in 1980 afgeschaft in Mauritanië maar het is niet strafbaar gesteld. Veel Mauritaanse families hebben nog zwarte families in dienst om het zware werk te doen.
Vanuit Nouadhibou hadden we 3 opties om verder te reizen. De eerste optie was om over de piste naast het spoor naar Atar te reizen. Over dit spoor komt 2 x daags de zwaarste trein ter wereld. Deze vervoert ijzererts uit Zouerate naar de haven van Nouadhibou. Met 3 locomotieven haalt hij nog maar een maximum snelheid van 40 km per uur en hij heeft een remweg nodig van 3 km. Een verdwaalde kudde kamelen is dus ten dode opgeschreven. De piste kan erg zanderig zijn en gezien de hoge temperaturen en de zandstormen in het noorden hebben we deze optie maar overgeslagen. Een andere optie was over het strand. Je kunt dan bij eb over het strand van Nouadhibou naar Nouakchott. Je doet er dan zeker 3 dagen over. Het was volle maan en springvloed dus hebben we deze optie ook laten vallen. We hebben dus voor de gemakkelijkste route gekozen namelijk “de teerweg”! Na eerst een zandstorm getrotseerd te hebben bij temperaturen van rond de 45 graden zagen we de woestijn langzaam groener worden, totdat op de hoge zandduinen na alles mooi heldergroen was. later hoorden we dat het nog niet zolang geleden een paar dagen flink geregend had en dat zelfs Nouakchott geheel onder water had gestaan.
Voor Nouakchott een paar dagen op camping Les Sultanes door gebracht. Het was meer een parkeerplaats voor het restaurant waar je kon overnachten voor $5 per persoon. Hier waaide in ieder geval een koel briesje en we konden er zelfs een duik in zee nemen. Hier hebben we de feestelijkheden rondom het slachtfeest van dichtbij mee kunnen maken. Viert men de eerste dag met het slachten en eten nog thuis; de tweede en derde dag word alles in pannen en manden meegebracht naar het strand en word er lekker gepicknickt! Het was een grote gezelligheid in alle tenten die er op het strand stonden voor wat schaduw. Als tegen de inval van de duisternis iedereen weer vertrekt nemen ze alleen de pannen nog mee naar huis. Ze maken van een mooi schoon strand in een middag een grote vuilniskuil.
Rond 22.00 uur begon er nog een discoparty waar meer dan 100 mensen op af waren gekomen, vooral jongelui van de betere klasse uit Nouakchott. Zij hebben gefeest, gedanst en geschreeuwd op de muziek tot het licht werd. Wij hebben in bed een beetje mee proberen te dansen maar in ieder geval niet geslapen.
Verder de stad in om ons visum voor Mali te gaan bemachtigen. Hier was nog duidelijk het gevolg te zien van alle wateroverlast. In de stad kan het water op veel plaatsen geen kant op en zo stond er nog steeds veel onder water. Gevolg: heet, benauwd, stank, vliegen en muggen! Gelukkig lag camping Auberge Menata wat hoger en waren de gevolgen van het water hier al weer verdwenen zodat we er redelijk weinig last hadden van de stank, muggen en vliegen.
Dachten we hier op de camping mooi stroom te nemen voor de airco zodat we binnen verkoeling kregen; stroom was er wel, maar het voltage ging op en neer tussen 180 en 220 volt. Dat schiet dus ook niet op en alle elektrische apparatuur gaat ervan kapot. De waterkoker heeft een half uur nodig om een half litertje water aan de kook te krijgen. De ventilator draait even en stopt dan weer spontaan om even later weer langzaam op gang te komen! Bij de ambassade van Mali werden alle records gebroken; in minder dan een uur hadden we het visum en dat ook nog voor een spotprijsje van $ 16,- per visum. Waarschijnlijk hadden ze medelijden met Ton die met een verband om zijn hoofd rond loopt. Daarbovenop weer een pet dus hij voldoet bijna aan een echte Touareg!
De stommerik liep gisteren tegen de openstaande deur van de truck aan met als resultaat een litertje bloed minder en een mooie scheur in zijn hoofd van een centimeter of zes. In Holland zeker goed geweest voor een 7 a 8 hechtingen, maar hier doen we het gewoon met wat gaasjes en verband. Een scheiding meer of minder in zijn haar maakt ook niet meer uit op zo’n leeftijd! Inmiddels groeit de wond al weer mooi dicht en heeft hij er weinig last van. Het verband is nu nog tegen de vliegen!
De volgende morgen was het verschrikkelijk warm en zwoel met een luchtvochtigheid van 98%. Het zweet liep in stralen van ons lichaam af. Er was dus snel besloten om Nouakchott te gaan verlaten zonder de stad verder te gaan bekijken. Eenmaal uit de stad werd het bijna donker; het waaide hard en het werd koeler. Ergens is weer een wolkbreuk geweest, maar helaas niet waar wij op dat moment reden. Ook richting Atar was het wederom erg groen in de woestijn.
De eerste 300 kilometers waren saai. Daarna zagen we af en toe wat bergjes en kwamen we ook kuddes met kamelen tegen. Eenmaal moesten we stoppen omdat er meer dan 100 kamelen de weg overstaken. Een herder maakte meteen gebruik om ons duidelijk te maken dat hij tandpijn had en of we geen pilletje hadden tegen de pijn. Natuurlijk hadden we wel een paar paracetamolletjes voor hem en na een “Arabische gebruiksaanwijzing” ( met handen en voeten) te hebben gegeven vertrok hij weer richting kudde kamelen.
Een 100 km voor Atar de hoofdweg verlaten om een bushcamp te maken. Heerlijk genoten van de rust, de koelte ‘s nachts en de mooie niet door licht vervuilde sterrenhemel. Op weg naar Atar nog een ommetje gemaakt door de oase Terjit. Op de splitsing stond iemand te liften die ons in het Arabisch probeerde duidelijk te maken waar hij heen moest. De richting was wel duidelijk, dus hebben we hem meegenomen naar Terjit. “Choukran jelizen” oftewel “dank je wel”!
In Terjit het hele dorp doorkruist totdat we in de oase te voet verder moesten. Iedereen wil je maar de camping op hebben en daar hadden we geen zin in. In een wandeling met een hoop mensen achter ons aan ook niet dus zijn we omgedraaid en naar Atar gereden. In Atar naar camping “Bab Sahara”. Hier ook nog steeds middagtemperaturen van ver boven de 40 graden. Gelukkig wel gewoon 220 volt elektriciteit dus hebben we de airco maar eens goed aan het werk gezet zodat we de avond in een koel bed kunnen beginnen. Tegen de morgen is de temperatuur buiten gedaald naar 23 a 24 graden, maar loopt wanneer het zonnetje tevoorschijn komt weer heel snel op! Op de camping is een zinken teil ingegraven met daarnaast een kraan en wat waterkannen; hier kan men een verkoeling nemen. Het deed ons direct denken aan de thuissituatie een 50 jaar geleden. Toen kwam er op zaterdagmiddag ook een teil de keuken in waarna we op aflopende leeftijd om beurten onze wekelijkse wasbeurt kregen. De eigenaar van de camping is dan ook een Hollander en maar op dit moment in Nederland!
In de vroege ochtend zijn we naar het centrum gewandeld en hebben er een witte meloen en wat tomaten gekocht. Dit was echt het enige wat er nog een beetje vers uitzag! Vlees zie je niet meer door alle vliegen die erop zitten en bovendien is het grootste gedeelte vet wat ze verkopen. Alleen een oude kreupele kameel van 30 jaar word geslacht, een jong beest natuurlijk niet! Om zoiets gaar te krijgen moet je het wel 2 dagen bakken/koken! Zakken met groenten en fruit worden in grote open vrachtwagens vanuit Nouakchott aangevoerd nadat deze in koelwagens vanuit Marokko naar Mauritanië zijn gebracht. In Holland zou alles direct doorgedraaid worden, maar hier ligt het nog dagen te koop alvorens het aan de geiten gegeven word. Er lag zelfs vis te koop waar een Nederlandse kat zeer zeker geen hap meer van zou nemen. Helaas is het voor velen hier een vorm van overleven. Wat hebben wij het goed en wat zijn we een verwend volk. Voorlopig doen we wel eerst even een beroep op onze vriezer!
In Atar ontmoeten we Rolf die alleen op vakantie was in Mauritanië met zijn VW T3. Samen met hem maakten we een uitstapje naar Choum om daar te gaan kijken naar de tunnel die ooit is gegraven om de ijzererts-trein over Mauritanisch grondgebied te laten lopen in verband met het conflict in de West Sahara. Het stijgingspercentage in de tunnel die 2 kilometer lang is was behoorlijk. De trein ging er met volle snelheid in; ongeveer 60 km per uur en kwam eruit met een snelheid van nog amper 5 km. per uur. Nu de situatie rondom de West Sahara niet meer zo gespannen is gaat de trein weer gewoon over grondgebied in de West Sahara.
De route naar Choum begon mooi met 2 afdalingen in het Adrar gebergte. Daarna was het een verschrikkelijke wasbord piste. Over de 240 km heen en terug hebben we 10 uur gereden. De tunnelingang hebben we alleen vanaf een grote afstand gezien omdat de toegangsroute telkens geblokkeerd was. Ook hebben we ons een paar maal goed vast gereden maar zijn er telkens met eigen kracht weer uitgekomen! Tot nu toe hebben we nog geen schop nodig gehad. Wat ons onderweg verbaasde was dat er overal nog kleine dorpjes of hutten waren waar mensen woonden. Waar ze van leven is ons niet duidelijk. We zagen ook veel leguanen wegsnellen naar hun holen als we voorbij reden.
Vanuit Atar zijn we naar Chinguetti gereden. Ook deze route ging over een mooie zeer steile bergpas. Gedeeltelijk was hij alleen in de eerste versnelling te nemen. Chinguetti is een zanderige oase geheel in de zandduinen gelegen. Het is de uitvalsbasis om met kamelen de woestijn in te gaan. Wat rond gewandeld en rondgekeken in het dorp. Toen we stokbroden wilden kopen die er heerlijk uitzagen bleken deze zo uitgedroogd te zijn dat het meer honkbalknuppels leken.
Op de camping in Chinguetti kwamen we een Canadees tegen die hier twee jaar geleden een eigen kameel had gekocht en daar regelmatig tochten mee komt maken van 1 tot 2 maanden. Nu was hij net aangekomen en de Nomaden waren onderweg om zijn kameel te brengen. Hij bleef deze keer maar liefst een jaar omdat het leven in de woestijn samen met zijn kameel hem zo goed beviel! Als Ton vroeger thuis was gekomen met de boodschap dat hij een kameel had gekocht had zijn vader hem niet in de psychiatrie laten gaan werken, maar laten opnemen!
Wat ons opvalt in de dorpen buiten de grote steden is dat werkelijk iedereen de gehele dag ligt. Als je bij een politiepost komt aanrijden moeten ze eerst de broek optrekken; de riem vast maken en de pet opzetten alvorens ze op hun elf en dertigste naar de straat komen lopen. Ook in de winkels zie je mensen niet staan of zitten maar allemaal liggen. Ze blijven ook gewoon liggen als je de winkel inkomt. Pas als ze denken dat je wat wilt kopen staan ze op om teleurgesteld weer op de mat te vallen als we zonder iets te kopen weer vertrekken.
Vanuit Chinguetti zijn we weer richting Nouakchott vertrokken. Het bleek onmogelijk te zijn om over een piste naar Tidjikja te rijden. Het werd ons sterk ontraden door enkele Italianen die 4×4 tochten organiseren daar in de Sahara. Vanaf 2007 is het aantal toeristen terug gelopen van 10.000 naar nog geen 250 en zodoende zijn er geen bereden pistes meer te vinden. Goede gidsen zijn er ook niet meer. Toen we onderweg stopten voor een bakkie koffie kwamen er achter dat we een gaatje in een van onze dieseltanks hadden. De diesel spoot uit het gaatje zo de straat op. De nog aanwezige diesel overgepompt naar de andere dieseltank. De vorige Afrikatrip stonden de kapotte banden centraal; het begint er nu een beetje op te lijken dat het nu de diesel word!
Na een bushcamp en wat inkopen in Nouakchott waren we weer aan zee beland op een kleine afstand van de vissershaven. (Port de Pecheur). Hier liggen honderden vissersboten op het strand en er is natuurlijk weer een levendige handel in en rondom de boten. We dachten hier aan zee geen last te hebben van de muggen omdat het er flink waaide. Niets was echter minder waar en omdat we er geen rekening mee hadden gehouden zijn we bijna de gehele nacht op muggenjacht geweest. De volgende morgen dus maar weer snel de stad uit om via de route de L’Espoir richting Kiffa te vertrekken.
De route de L’Espoir ( de hoop) die vanuit Nouakchott door zuid-Mauritanië naar Mali loopt is een erg smalle, drukke en gevaarlijke weg. Langs de weg liggen zeer veel kadavers van geiten, ezels, koeien en kamelen die aangereden zijn. Ook liggen er natuurlijk de nodige autowrakken. Af en toe zie je tientallen kadavers op enkele meters van elkaar liggen; deze hebben waarschijnlijk de hete zomer niet overleeft! De deels alweer kapot gereden teerweg loopt door de zandduinen en de vele dorpjes langs de weg maken dat er veel te zien is. In de oases zien en horen we zeer veel vogels. Er is momenteel blijkbaar voldoende water en voedsel aanwezig. Als je buiten zit zie je de vogels de overal aanwezige mieren oppikken en af en toe een sprinkhaan. `s Avonds zagen we de katten rond lopen die jacht maakten op de wat grotere sprinkhanen. Regelmatig zie je ondergelopen land langs de weg door de overvloedige regenval enkele weken geleden. Aan de zijkanten is het een grote modderpoel. Het is dan ook moeilijk op een goed plaatsje te vinden voor een buschcamp. We hebben weinig zin om weer lek gestoken te worden.
In Boutilimit hebben we de grote straatmarkt bezocht en er in een Nomadenzaakje een oude lederen theezak gekocht. Ook nog wat brood en verders was er niets wat onze smaakpapillen deed activeren! Misschien is het niet zo maar overal ruiken we nog de kadaverlucht.
Vanuit Boutilimit zijn we naar Kiffa gereden omdat daar een geweldig mooie camping zou zijn van iemand die we vorig jaar in Senegal hadden ontmoet. Idoumou Abderrahmane is de grote ondersteunende man voor de Intercontinental rally, de rally’s Boedapest – Bamako en Amsterdam – Dakar. Hij kon ons natuurlijk ook de laatste info geven over de piste van Kiffa naar Kayes. De geweldig mooie camping was een grote ruïne en vuilnisbelt. Het zal eens een mooie camping zijn geweest, maar ook deze is zoals ondertussen geheel Mauritanië in een vervallen staat. Geen toeristen, geen inkomsten, geen onderhoud enz.. We zijn er toch maar een dagje gebleven en met de sleutel van een appartementje hadden we in ieder geval de beschikking over een lekker grote badkamer. In de vroege ochtend zag je de Mauritaanse Big Five rond de camper lopen; de kameel, de koe, de ezel, het schaap en de geit. Op zich zouden we dat mooi moeten vinden maar met de kadaverlucht enkele meters verder en de vuilnisbelt tussen de beesten in vinden we er niets meer aan. Als je ‘s avonds lekker buiten zit te wachten op een beetje verkoeling word je besprongen door de sprinkhanen wat ook geen prettig gevoel is! De laatste info over de piste van Kiffa naar Kayes was ook niet best. Door alle regenval zijn er zeer grote diepe sleuven ontstaan waardoor de piste onbegaanbaar is. Verder staat er nog te veel water in de rivieren die we moeten doorkruisen. Er blijft dus niets anders over dan een ommetje te maken van 800 km.
We hebben 70 kilometer achter Kiffa een uitstapje gemaakt naar de Sahara-krokodillen. In 1999 heeft een biologe de krokodillen herontdekt en het blijkt dat er op verschillende plaatsen rond Kiffa waterplaatsen zijn waar deze krokodillen leven. Ze leven in waterbekkens die in de uitgesleten rotsen zijn ontstaan en die bijna nooit droog staan omdat ze vanuit een bron van water worden voorzien. In de waterpoelen graven de krokodillen als het droog word gangen van wel 20 meter diep in de grond waarin ze overleven tot de volgende regentijd.
Na veel zoeken over mooie pistes door de Sahara konden we uiteindelijk met de truck niet meer verder. We hebben hem voor de droge rivier geparkeerd onder de palmbomen en na een flinke wandeling hoorden we veel gelach en gekrijs. Toen we bij de waterplas aankwamen bleken de plaatselijke jongeren de waterplas te gebruiken als zwemparadijs. We konden niet geloven dat hier krokodillen in zouden leven. Na enige tijd gingen de jongeren uit het water om te eten en na wat wachten zagen we de krokodillenkoppen boven water komen. Helaas vonden ze het niet rustig genoeg om uit het water te komen en te gaan zonnen op de rotsen. Ze zijn erg schuw. Rondom het waterbekken leefden nog veel andere dieren.
Opeens hoorden we een soort hondengeblaf en even later kwam er een hele grote groep bavianen boven over de rotsen voorbij. De klipdassen lagen op de rotsen te zonnen en grote nijlvaranen waren zich aan het opwarmen in de zon. We werden door de jongens uitgenodigd om mee te BBQ-en. Ze hadden een geit geslacht en waren van de ingewanden een heerlijk potje soep aan het koken. Voor een BBQ was het ons echter nog een beetje te vroeg. We zijn terug gewandeld naar de camper en hebben op misschien wel het mooiste plaatsje ooit een bushcamp gemaakt.
In de vroege ochtend zijn we weer terug gewandeld naar het bekken. Overal zagen we de sporen van de krokodillen. Ze hadden op het papier en het plastic na de gehele picknickplaats opgeruimd in de nacht. Er was geen botje meer te vinden! Wederom zagen we de krokodillen alleen maar in het water. Nu was het rustig, maar waarschijnlijk nog te vroeg voor een zonnebankje! Voor ons was het onvoorstelbaar dat hier mensen gewoon tussen de krokodillen zwemmen zonder dat er iets gebeurd. Ze duiken van de rotsen af terwijl ze niet weten waar ze op duiken. Voor hetzelfde geld is dat een krokodil. Een uitnodiging gisteren om ook een verkoelende duik te nemen hebben we dan ook afgeslagen.
Vanuit Metroucha zijn we richting Ayoun-Atrous gereden over een slechte weg vol pottholes. In Ayoun zijn we op een camping een Syrische gezin tegen gekomen. Zij waren in het begin van de oorlog gevlucht uit Syrië naar Libanon alwaar ze twee jaar in een vluchtelingenkamp hadden gewoond. Vanuit Libanon waren ze naar Guinee gevlogen om te proberen om een visum voor Marokko te krijgen wat niet was gelukt. Hoe ze nu zover in Mauritanië waren beland werd ons niet duidelijk. De man was duidelijk ten einde raad; hoe nu verder met zijn gezin met 4 kinderen. Helaas konden wij ook niets voor hen betekenen. Het hield ons wel de gehele nacht bezig! Waar hadden wij ons ook al weer zorgen overgemaakt onderweg? Dan kun je opeens weer even heel goed relativeren!
‘s Avonds was er een bruiloft met veel muziek van de plaatselijke muzikanten. Veel mensen uit de stad stonden over de muren te kijken en te genieten van de plaatselijke bekendheden. Ook wij zijn regelmatig een kijkje gaan nemen en hebben genoten van het plezier van de gasten. Iedereen werd getrakteerd op welgeteld een drankje en als je pech had was alles op voordat de dienbladen je bereikt hadden. Na het drankje kwamen de schalen gegrilde geit binnen welke ook doorgegeven werden en waarvan iedereen een stukje afplukte en opat. Daarna viel de stroom (bewust) uit en was het feest afgelopen en iedereen in een half uur weer op weg naar huis. Wij zijn ook laat gaan slapen voor onze doen en de volgende ochtend richting de grens met Mali gereden. De controles waren minder prettig en de politieagenten waren kortaf en wilden allerlei papieren zien. Dit hebben we al vaker meegemaakt richting grens. Dan gaan ze nog snel even kijken of ze een bekeuring kunnen uitdelen. De grensprocedure was snel en correct.
Na 3 weken Mauritanië en het uitdelen van 120 “Fiches” waren we er aan toe om naar Mali te gaan. Voor een Blanke was het erg warm in Mauritanië. We hebben niet kunnen wennen aan de temperaturen van rond de 45 graden. Wel was het geweldig om in een “groen” Mauritanië rond te rijden. Helaas kwam de regenval voor veel dieren te laat en die lagen dan ook nog overal te rotten langs de wegen. Ook gooide de regenval voor ons roet in het eten. Bepaalde routes waren niet begaanbaar zodat we op veel plaatsen zijn geweest waar we eigenlijk niets te zoeken hadden. We hebben nu zeker 99% van de teerweg in Mauritanië gereden en er is geen land ter wereld waar je dat kunt doen. De bevolking was overal vriendelijk en behulpzaam. Met politie, gendarmerie en douane hadden we natuurlijk weer af en toe problemen. We zullen altijd moeite blijven houden met de autoritaire houding van sommige van die lui!
Mali
De grensprocedure verliep snel en netjes. Af en toe moesten we even wachten omdat de beambten aan het lunchen waren. Bij de laatste politiecontrole werden onze paspoorten ingenomen en Ton moest mee naar een soort kippenschuurtje wat het kantoor bleek te zijn. Daar werd hem verteld dat we een gewapende escorte mee moesten nemen tot aan Nioro du Sahel, 65 km. verder. De kosten waren 10.000 CFA wat ongeveer $17.50 is. Geprobeerd om zonder escorte verder te mogen rijden maar dit lukte niet. Betalen hoefden we uiteindelijk niet maar een gewapende escorte moesten we meenemen. De paspoorten kregen we na veel aandringen terug en toen de militair op de bijrijdersstoel zat konden we vertrekken. Hij gaf uitdrukkelijk aan dat we nergens voor mochten stoppen. Een maal passeerde er een jeep en ging het geweer direct in de aanslag!
In Nioro bij de douane het carnet geregeld en vervolgens dwars door de stad naar het politiebureau waar we gesommeerd werden de paspoorten af te geven voor een registratie. Uiteindelijk na meer dan een uur wachten werd ons medegedeeld dat we de paspoorten niet terug kregen en bij het politiebureau moesten overnachten. De volgende morgen moesten we weer met een gewapende escorte verder. Nog alle mogelijkheden geprobeerd om de paspoorten terug te krijgen maar er werd aangegeven dat dit was om te voorkomen dat we alleen zouden vertrekken. Nog gaan vragen hoe laat we konden vertrekken de volgende ochtend en dat zou om zeven uur zijn. Op tijd in bed gedoken en de gehele nacht liep er af en toe een bewaker rond de camper! Of het voor ons was of voor een eventuele terrorist weten we niet!
De volgende morgen vroeg opgestaan en het kantoor in om de paspoorten terug te vragen. Er werd ons duidelijk gemaakt dat we deze pas aan het eind van de escorte terug kregen. Niet om 7 uur maar pas om 8 uur konden we vertrekken met onze escorte, en deze keer moesten we wel de 10.000 CFA betalen. Ze hadden onze paspoorten en als we niet betaalden kregen we ze niet terug. Toen wilden we de militair achterin zetten en maakten we het grapje dat achterin gratis was en voorin 10.000 CFA kostte. Dat hadden we beter niet kunnen doen want direct werd er weer een hoge Piet bijgeroepen! De militair moest natuurlijk weer voorin zitten om goed op te letten dat ons niets overkwam. Hij heeft echter de hele weg spelletjes zitten spelen op zijn gsm dus of hem onderweg iets is opgevallen weten we niet. In Diema stapte hij op een kruising uit en kregen we onze paspoorten weer terug en konden we onze weg lekker alleen vervolgen richting Kayes.
Later hoorden we dat de escorte door alle buitenlandse ambassades in het leven is geroepen na de ontvoering vorig jaar van 2 Franse toeristen. Deze ambassades betalen ook de kosten voor de escortes, dus is het wel vreemd dat wij dan ook nog moeten betalen. Een rekening hebben we wel gevraagd maar deze kregen we niet. Ze hadden onze paspoorten en dan kun je weinig anders dan betalen! Ze zullen er wel weer een geit of een gsm van kopen.
We zagen onderweg weer de bekende baobabs; dikke bomen die alleen onder de Kreeftskeerkring voorkomen. We zagen weer vrouwen op straat en ook weer ongesluierd. Hier begint het echte Afrika weer met de lemen huisjes met hun rieten daken. Onderweg veel vrachtwagens gezien die met panne waren gestrand. We zijn diverse malen gestopt en hebben de mannen water gegeven. Eenmaal vroegen ze of er iemand mee mocht rijden naar het volgende dorp om etenswaren in te kopen. Ze stonden al 5 dagen langs de weg. We hebben hem meegenomen en een fles water van 5 liter extra gegeven. Wat een arme ploeteraars! Het zal je overkomen dat je ergens strand en weken op de weg staat om op onderdelen te wachten. Je moet bij de wagen blijven want anders word deze leeg geplunderd. Je moet er niet aan denken.
In Kayes zijn we eerst op een bank geld gaan wisselen. Eerst twee maal gevraagd of het mogelijk was en het was geen probleem! Ton moest een nummertje trekken en zag dat hij 19 wachtende voor hem had. Toen hij na een drie kwartier eindelijk aan de beurt was kreeg hij te horen dat men niet kon wisselen. Hier werd Ton niet vrolijk van en heeft het even heel duidelijk gemaakt. Een volgende bank was eigenlijk al gesloten, maar de bewaking ging even naar binnen om te vragen of Ton toch nog even geld mocht wisselen. Via de achterdeur mocht hij binnen komen en werd hij alsnog door zeer vriendelijke medewerkers geholpen.
Later bij het tankstation kwamen er mensen naar ons toe die vertelde hoe ze hadden moeten lachen toen Ton zo boos werd op de bankmedewerkers. Ze staken hun duim omhoog. Het heeft blijkbaar toch wel indruk gemaakt. Hopelijk ook bij de medewerkers, maar dat zal wel niet!
De stad uitgereden en een plaatsje gezocht voor een bushcamp. Het was al aan het schemeren dus hadden niet veel keuze meer. Vlak achter een klein dorpje de truck achter een voetbalveldje geparkeerd. We hadden de motor nog niet uitgezet toen de eerste kinderen al kwamen kijken. Omdat het er niet zoveel waren dachten we, laten we ze een lolly geven en dan vertrekken ze wel weer. Ze vertrokken inderdaad maar op een gegeven moment stroomde het hele dorp leeg en waren we snel door het snoepgoed heen. Daarna kwamen de zieken langs met de vraag of we geen medicamenten hadden voor de meest uiteen lopende ziektes en aandoeningen. Nadat het donker werd vertrok iedereen weer en konden we aan onze maaltijd beginnen. De volgende ochtend werden we door het hele dorp uitgezwaaid.
Over een goede teerweg reden we tot aan het pontje over de Baffingrivier richting Manantali. De veermannen geven je van te voren geen prijs en je moet eerst het pontje oprijden. Tijdens de vaart beginnen dan de onderhandelingen en uiteindelijk zijn we voor 1/3 van de vraagprijs aan de andere kant afgezet. De eerste 5 km van de piste waren zeer slecht. Onderweg nog 2 oudere dames meegenomen die we in en uit de vrachtwagen moesten takelen omdat ze niet precies begrepen hoe ze in en uit moesten stappen. De laatste 80 km tot Manantali gingen over een goede piste welke deels klaar was om geteerd te worden.
Op Coolcamp in Manantali werden we weer zeer gastvrij onthaald door Casper. We hebben samen met hem een aantal heerlijke dagen doorgebracht op zijn camping. We hebben hem uitgenodigd om bij ons aan te schuiven met eten en de laatste dag heeft Casper voor ons een heerlijke spaghetti gekookt welke aan de oever van de rivier zeer romantisch werd geserveerd!
Op zaterdag zijn we in het Dorp Dialakoto de kleren die we bij ons hadden gaan uitdelen. Dit was een zeer aangrijpende gebeurtenis. Je wilt niemand teleurstellen maar daar heb je gewoonweg niet genoeg spullen voor bij je. Iedereen was blij met wat ze kregen. Nadat we alles hadden uitgedeeld begonnen de vrouwen spontaan een danklied te zingen. Namens het gehele dorp Dialakoto iedereen bedankt die de kleren aan ons meegegeven heeft.
Na 5 heerlijke dagen hebben we weer afscheid genomen van Casper en zijn we naar Bamako gereden. Onderweg bij groente en fruitkramen nog even vers, goed en goedkoop ingekocht. Na een zondagsrit dwars door Bamako op Sleeping Camel aangekomen. Hier de camper aangesloten op de elektriciteit en verkoeling gezocht achter de airco. Vergeleken met in januari toen we ook hier waren is het erg druk in de stad. We hebben 3 dagen met taxi’s rond gereden om geld te pinnen en om visums aan te vragen. De keuze was of in een rijdende sauna je plaats van bestemming bereiken of aangereden te worden door een brommer of auto/taxi wanneer we zelf met de motor zouden zijn gegaan. Bovendien valt het niet mee om bij 38 graden in de schaduw in het zonnetje te gaan wandelen of motor rijden want op de bruggen over de Niger loop je in de volle zon.
De stemming was in vergelijking met het voorjaar grimmig, de ambassades waren voorzien van een zandzakkenwal en hadden extra bewaking. Alle goede hotels hier in de stad zijn geconfisqueerd door allerlei organisaties zoals de V.N., het Internationale rode kruis en noem maar op. Daarvoor zijn ook veel wegen afgesloten waardoor de verkeerschaos 3 x zo groot is dan normaal! Voor 2 km in een taxi moet je momenteel zeker een uurtje uittrekken!
Op de ambassade van Ivoorkust was men niet al te coöperatief. Men wilde perse hebben dat we met de camper kwamen voorrijden om deze te laten inspecteren. Hieraan hebben we dus niet meegewerkt. Bij het tweede bezoek hebben we een 20 tal kopieën van alle autopapieren en verzekeringen overhandigd, maar nog was men niet tevreden. Er werden nog meer kopieën gemaakt zodat ze ook in de map van Chantel konden. We hadden zelfs foto’s van de camper afgedrukt omdat we niet aan zijn verzoek wilden meewerken om met de camper te komen voorrijden voor een inspectie. We hebben $ 200,- betaald bij de caissière en de paspoorten zouden op vrijdagmiddag klaar liggen wat op zich vreemd was omdat op vrijdagmiddag na het middaggebed alles gesloten is! Donderdagmiddag kregen we een telefoontje dat men op vrijdag gesloten was en of we de paspoorten nog snel even konden komen ophalen. Dit gedaan en niets meer gehoord over een inspectie!
Het Senegal visum moeten we online regelen en met een bevestiging van onze betaling moeten we aan elke grensovergang Senegal in kunnen volgens de Senegalese ambassade hier in Bamako. Inmiddels hebben we dat ook geregeld en alles uitgeprint zodat we aan de grens alles kunnen voorleggen. Senegal eist sinds juni dit jaar een biometrisch visum, maar er is geen enkel omringend land dat hier de mogelijkheden voor heeft!
Op Sleeping Camel waren verschillende Overlanders dus was het er gezellig. Theres en Daniel uit Zwitserland kwamen we er ook weer tegen. Senegal was ze zo tegen gevallen waardoor ze besloten hadden ook nog maar even een uitstapje naar Mali te maken. Je staat er lekker onder de bomen dus is het ook een ideale plaats om wat onderhoud aan de camper te plegen. De laatste week in Mauritanië stopte de koelkast er mee en na onderzoek bleek er weer een grote 200 ampére accu kapot te zijn. Gezien het feit dat we de vriezer nog steeds vol hadden met varkenshazen en biefstukken hebben we een weekje maar heel veel vlees gebakken en gegeten. Koude varkenshaas en bief zijn ook lekker op het brood dus het was tijdens het ontbijt al smullen. Wel hebben we nu geen reserves meer voor slechtere tijden.
We hebben in Bamako gezocht naar een nieuwe gel accu maar deze is ondanks de vele winkeltjes met zonnepanelen niet aan te komen. Verder is een 220 ampére accu hier zo groot als een Nederlandse energiecentrale dus was er ook geen plaats voor. Nu hebben we twee onderhoudsvrije 120 ampére accu’s ingebouwd en nu maar hopen dat de zon blijft schijnen i.v.m. te weinig capaciteit en dat ze het vol houden tot in Holland.
Na een weekje Bamako zijn we weer vertrokken. Na de wisselende meningen of de regio Djenne, Segou en Mopti veilig zou zijn of niet hebben we besloten om daar niet heen te gaan. Ook Timboektoe was natuurlijk niet veilig en met al die Nederlandse militairen hebben we daar sowieso niets te zoeken! Ook onze derde poging om naar Timboektoe te gaan is dus niet gelukt!
Via Sikasso zijn we dus richting Ivoorkust gereden. Onderweg zagen we op de weg een kameleon zitten en een stel mangoesten oversteken. Terwijl we ergens stonden voor een bushcamp zagen we ineens iets onder de camper uitkomen. Al snel was duidelijk dat het een grote groene slang was. Chantel direct naar binnen om de fotocamera te halen en warempel, ze kwam naar buiten met haar stevige Meindl schoenen aan. (voor de duidelijkheid; Chantel vind dit orthopedische schoenen en sleept ze al 10 jaar voor niets mee).
Vlak voor de grens hadden we onze laatste bushcamp in Mali. Na de hele middag bezoek gehad te hebben van diverse oude mannetjes die kwamen vertellen dat de katoenvelden van hun waren werden we nog even getrakteerd op een fikse regen en onweersbui. Nu was het niet om 18 uur donker maar om 17 uur al duister! De ramen moesten allemaal dicht en dan zit je daar in een bloedhete camper te kijken naar de bliksem en de stromen water die uit de lucht komen vallen. Na een uurtje werd het weer droog en konden we weer wat frisse lucht naar binnen halen. De volgende morgen stonden we om half 8 aan de grens waar alles zeer correct en snel werd afgehandeld. We hebben weer genoten van Mali, van het land en de zeer vriendelijke mensen.
Ivoorkust
Ivoorkust, geen voor de hand liggende vakantie/reisbestemming. Het land is nog maar net tot rust gekomen na een burgeroorlog welke het land geen goed heeft gedaan. Was Ivoorkust ten tijde van de onafhankelijkheid een belangrijk land van export van cacao, palmolie, bananen, ananas en rubber, nu is het een van de armste landen van Afrika. De export komt weer langzaam opgang en ook het toerisme begint weer wat te komen.
De grens procedure verliep netjes en correct. Helaas duurde het een uur voordat het carnet was afgestempeld omdat de “chef” nog niet aanwezig was. Deze verontschuldigde zich voor het feit dat we op hem hadden moeten wachten. Vervolgens bleek dat deze goede man nog nooit een carnet had gezien. Hij wilde ons dan ook een laisser passe verkopen. Na uitleg dat het carnet een internationale laisser passe is en dat we hier al voor betaald hadden verontschuldigde hij zich en liet Ton uitleggen hoe het carnet moest worden afgestempeld. Aan de grens zagen we de `hard `werkende ambtenaren zich vermaken achter de computer op Google en Facebook. Schijnbaar hebben ze niets anders te doen. Facebook is de standaard startpagina hier op de kantoren!
Al werden we zeer netjes behandeld; ook hier hebben we corruptie ontdekt. Omdat we een uurtje moesten wachten hebben we ons op twee grote bascules gewaagt. We dachten beiden te zijn afgevallen, maar op de bascules bleken we beiden meer dan 10 kilo te zijn aangekomen. Hier klopt dus iets niet! Op datgene wat gewogen moet worden moet dus meer aan belasting betaald worden.
Vlak na de grens werden we aangehouden door een mobile controle. Ze moesten de papieren zien maar toen er een brommer volgeladen met spullen voorbij reed werd hij gesommeerd te stoppen middels een fluitje. Dit hoorde hij niet of wilde het niet horen waarop wij onze papieren snel terug kregen en de mannen naar hun auto renden en de achtervolging inzette. Na een aantal kilometers zagen we ze terwijl ze de brommer staande hadden gehouden. Ze zwaaiden breed lachend naar ons toen we voorbij reden.
Het noorden van Ivoorkust wordt als niet veilig bestempeld en dit was duidelijk merkbaar aan de vele militairen die nog overal aanwezig waren. Overal werden we aangehouden en moesten ze onze papieren zien. Verders werd ieder dorpje nog door militairen beschermd. De militairen waren terughoudend en wat aan de stugge kant maar we werden overal netjes behandeld. Het gehele noorden word beheerst en gecontroleerd door militairen en de U.N.. In het zuiden van Mali reden we al door de bossen en deze gaan hier langzaam over in de jungle. We zagen weer veel houtskool langs de weg en ook werd er weer veel hardhout gekapt en getransporteerd.
In Katiola konden we bij Hotel Hambol overnachten. De kosten waren 5000 CFA. ($7,50) De volgende morgen was er met een andere medewerker een spraakverwarring. Wij dachten dat hij vroeg of we wilden komen betalen en lieten hem onze rekening zien. Toen gebeurde er ineens van alles. We moesten op het kantoor van de manager komen en toen bleek dat we er gratis mochten overnachten. De rekening die we gekregen hadden was geen officiële rekening van het hotel en de betreffende medewerker werd gebeld en hij moest ons het geld terug komen betalen. Op het kantoor aangekomen had hij dit dus niet meer , maar na 10 minuten was hij weer terug met allemaal klein geld. Hij gaf ons het geld terug en kreeg direct zijn ontslag aangeboden! De manager verontschuldigde ons nog een paar keer en gaf ons alle adressen en telefoonnummers van de hotelketen om daar te overnachten.
Na de stad Bouake werden de controles minder. Het werd drukker op de weg en er was meer bos gekapt voor landbouw. Langs de weg was steeds meer groente en fruit te koop. Helaas zagen we ook weer bushmeat langs de weg hangen.
In Yamoussoukro, de hoofdstad, hebben we de basiliek de Notre Dame du Pais bezocht. Hij is door de eerste president van Ivoorkust geschonken en heeft naar zeggen meer dan 300 miljoen Dollar gekost. Alle marmer is geïmporteerd uit Spanje Portugal en Italië. Hij bied aan 7000 bezoekers een zitplaats met een eigen airconditioning en bied ook plaats aan nog eens 11.000 staande gelovigen. Op het omringende terrein van 3 hectare kunnen nog eens 300.000 duizend bezoekers terecht. De basiliek heeft prachtige lichtinval door de mooie glas in lood ramen.
Na een rondleiding zijn we op zoek gegaan naar een overnachtingsplek en die hebben we gevonden bij het Presidenthotel. Een 5 sterren hotel met 4 restaurants, zwembaden, casino en heel mooie kamers en suites. Een nachtje overnachten in het hotel begint bij 150$ per nacht per persoon. Wij mochten geheel gratis achter het hotel in de tuin staan.
De volgende dag naar Abidjan gereden. Bij restaurant Christine et Jean Paul in stadsdeel Anani mochten we overnachten zolang als we wilden. De restaurants hier zijn alleen maar in het weekend open dus hadden we het zwembad en het restaurant voor ons alleen. Je ziet hier dat het ooit allemaal erg mooi is geweest maar het is allemaal vergane glorie. De burgeroorlog heeft overal zijn sporen achtergelaten en veel gebouwen zijn vernield, verwoest en verlaten. We hebben hier het visum voor Liberia geregeld.
We zijn telkens met gezamenlijke taxi’s of busjes waar 3x zoveel mensen in gaan als wij in Nederland gewend zijn naar Abidjan gereden. In Abidjan zelf kun je dan verder met de gewone taxi. Onderweg werden we verrast door een wolkbreuk waardoor de straten van Abidjan vol met water stonden. In Nederland zou alle verkeer plat liggen. maar hier gaat alles gewoon verder. Auto’s verdwijnen met hun wielen in de putten waarvan de putdeksels verdwenen zijn en de rest rijdt er gewoon omheen alsof er niets aan de hand is om misschien zelf een aantal meters verder ook in een gat te verdwijnen.
Op het busstation een taxi genomen naar de ambassade. Daar aangekomen bleek de ambassade verhuisd te zijn. Na wat informeren in de buurt was er iemand die het nieuwe adres wist. Een nieuwe taxi aangehouden en wederom richting ambassade. Hier was alles zo geregeld en na 2 dagen konden we het visum komen ophalen. We hebben nog een flinke wandeling door de stad gemaakt en een moslimwijk bezocht. Hier in een Libanees restaurant lekker gegeten. Abidjan is een prachtige moderne stad waar werkelijk alles te koop is. Hier kun je weer op iedere hoek van de straat eten en een lekker pintje pakken. Tussen oude en nieuwe wolkenkrabbers staan ook nog veel verwoeste hotels en kantoren. Hier hebben zich in de loop der jaren de vliegende honden en vleermuizen gevestigd. Rond zonsondergang is Abidjan bijna zwart van de rondvliegende beesten. Van muggen heb je in de stad dan ook weinig last! Na 6 heerlijke dagen hebben we afscheid genomen van Christine en Jean Paul die ons erg gastvrij hebben ontvangen.
Om richting San Pedro te komen moesten we dwars door de stad. We waren al extra na de filetijd vertrokken, maar toch duurde het nog maar liefst 4 uur voordat we de stad door waren. De weg naar San Pedro liep door eindeloze palmolie- en rubberplantages. Omdat we zo lang in de file hadden gestaan konden we San Pedro niet meer bij daglicht bereiken en hebben we een bushcamp gemaakt vlakbij het ooit mooiste hotel van Ivoorkust; `The Best of Africa`. Het hotel is niet meer open en geheel in verval geraakt. Het ligt ook erg afgelegen aan de kust en alleen bereikbaar over een dichtgegroeide piste door de jungle. Vanaf dat we Mali hebben verlaten hebben we nog iedere dag regen gehad dus was het lekker slibberen over het kleipaadje.
In San Pedro eerst inkopen gaan doen in een grote Cash and Carry. De wegen in de stad zijn ontzettend slecht met veel gaten van soms wel een halve meter diep. Dit komt door het vele vrachtverkeer in de stad omdat San Pedro de op een na grootste haven heeft van Ivoorkust. Hier zagen we erg veel cacao en palmolie opslagplaatsen en fabrieken. We hebben een plekje gevonden aan het strand tussen 2 restaurants in. Ook hier weer veel aanwezigheid van de UN. Deze is in het gehele land prominent aanwezig om de rust te bewaren en te controleren. Gelukkig zijn de temperaturen niet meer zo hoog. Momenteel is het overdag rond de 33 graden en ‘s nachts rond de 26. Met een constante luchtvochtigheid van boven de 95 % is het ook hier nog steeds erg vermoeiend om iets te ondernemen buiten een duik in zee.
Na een aantal heerlijke stranddagen zonder regen in San Pedro was het weer tijd om iets anders te gaan bekijken. We zijn 60 kilometer verder naar het eens prachtige Grand Bereby gereden. Hier hebben we over de rode modderwegen naar een mooi plaatsje aan het strand gezocht. Uiteindelijk hebben we ons in een diepe waterplas in de klei vast gereden maar zijn er gelukkig ook weer na een kwartiertje vooruit en achteruit zetten op eigen kracht weer uit gekomen. Langs de gehele kust hier in het zuid westen staan bouwvallen wat eens paradijzen zijn geweest.
Uiteindelijk kwamen we bij een prachtige baai aan welke natuurlijk afgesloten was. Uiteindelijk mochten we toch aan het privé strand van Hotel Baie de Sirene parkeren. Het hotel Baie de Sirene is ooit een van de mooiste hotels van Ivoorkust geweest op het allermooiste plaatsje aan de kust. De Zwitserse eigenaars hebben het tijdens de onrusten achter gelaten en nu wordt het “gerund” door lokale mensen. Het geheel is in verval geraakt en van de 50 rondelen zijn er nog maar 10 om te verhuren. Het zwembad is leeg, de tennisbaan en midgetgolfbaan zijn niet meer te gebruiken. Ook van het restaurant is niet veel meer over. We mochten er direct aan zee staan maar daar vroegen ze wel een vijf sterrenprijs voor die nog uit de gloriejaren was! Na wat onderhandelen zijn we een reële prijs overeengekomen! We hebben er twee dagen genoten van heerlijk blauw zwemwater, prachtige vissersboten en een ontzettend mooie omgeving. De laatste nacht werden we nog even getrakteerd op een van de laatste najaarsstormen en onweersbuien. Onvoorstelbaar hoe het hier te keer kan gaan.
Omdat we van diverse mensen te horen hadden gekregen dat de weg langs de grens erg slecht was en nu in het regenseizoen plaatselijk onbegaanbaar zou zijn hebben we na de onweersbuien besloten om terug te rijden naar San Pedro en van daaruit naar Man te rijden. Tevens zou de route erg gevaarlijk zijn i.v.m. overvallen. Plaatselijke bevolking zou boomstammen op de weg gooien om je tot stilstand te dwingen en dan je geld eisen. Het zou al minder worden omdat ze de laatste tijd geen geld meer kregen omdat iedereen ze hun creditcard had laten zien. Momenteel zou men ook tevreden zijn met sigaretten en wat etenswaren. Alles bij elkaar een beetje te veel risico dus terug naar het mooie plaatsje in San Pedro om van daaruit naar het noorden te gaan.
In San Pedro zagen we bij de pompstations dat de medewerkers al kerstmutsen droegen en ook zagen we hier en daar al een kerstboom in de winkel staan.Via een prachtige jungleweg die goed te rijden was naar Duekoue gereden. Onderweg kwamen we zwaar beveiligde compounds van de U.N. tegen. Als je deze ziet dan zou je bang worden. Op iedere hoek van de compound een uitkijkpost met twee gewapende militairen en daaronder een tank met militairen erop die dus ook gereed staat! Je durft er helaas geen foto van te nemen.
In Duekoue hadden we een mooie plek om te staan op de compound van de Thanry hout fabriek, een Zwitsers bedrijf. Mr. Thanry hadden we in Abidjan en later nogmaals in San Pedro ontmoet. Op de compound mochten we de camper parkeren onder de palmbomen vlak voor het zwembad. Dat was weer even ongekende luxe. De camper ook op elektra aangesloten en de airco aangezet. Zo konden we na lang eindelijk weer eens in een koel campertje slapen. De temperaturen zijn hier in het binnenland overdag nog steeds rond de 35 graden en ‘s nachts rond de 27. Bij een luchtvochtigheid van rond de 98% valt dat allemaal niet mee hier in de jungle.
De volgende morgen naar Danane gereden alwaar we wederom bij de fabriek van Thanry konden overnachten. De plaatselijke manager vond dit echter niet nodig en zo mochten we midden in Danane bij hem in de tuin parkeren. Hier stonden we prachtig en konden we genieten van dorpelingen die echt hun vrije weekend aan het vieren waren. Dat dit op vrijdagavond in de buitenlucht met harde muziek doorgaat tot vroeg in de morgen was wat minder. Ook waren er voetbalwedstrijden en waren er veel U.N. mensen aanwezig. Of ze zich op deze manier willen integreren tussen de bevolking weten we niet.We hebben nog even een kijkje kunnen nemen op de fabriek. Alles wat er verwerkt word is hard hout. De stammen mogen sinds 15 jaar niet meer in hun geheel uitgevoerd worden en moeten dus in Ivoorkust verwerkt worden. Zo hangen er bestellijsten en word alles geheel op maat gezaagd voordat het op transport gaat naar Europa. Van het afval worden weer andere producten gemaakt zoals fineer en de laatste etappe is zelfs houtskool! Met eigen vrachtwagens gaat alles in containers naar de haven in San Pedro alwaar het de Oceaan op gaat.
De dag dat we richting grens wilden rijden voelde Ton zich niet al te best. Ook het ontbijtje smaakte niet. Toen de thermometer maar even geraadpleegd gevolgd door een malariatest en jawel: drie keer is scheepsrecht zullen we maar zeggen! Direct met de Coartem begonnen en het bed weer in. Natuurlijk weer het nodige moeten aanhoren omtrent het zwakke geslacht totdat Chantel langzaam wat stiller werd en zich ook niet lekker voelde. Zelfde procedure gevolgd met hetzelfde resultaat. Was Ton zoals de twee andere keren de volgende dag al weer op de been, Chantel had wat meer tijd nodig om op te knappen. Geen woord meer gehoord over zwak geslacht! Na drie dagen revalideren zijn we dan toch naar de grens met Liberia vertrokken.
De laatste 30 kilometer naar de grens ging over een avontuurlijke en zware piste. Het was misschien wel een van de mooiste stukken die we gereden hebben in Afrika. Het was een combinatie tussen de weg in de Democratische Republiek Congo en de jungleweg in Gabon. Na 4 uur kwamen we aan de grens aan waar buiten een drietal gebouwtjes en een touw over de straat verder niets te bekennen was . De afhandeling ging snel en correct.
In de 3 weken dat we in Ivoorkust waren hebben we veel controles van douane, politie en militairen gehad. Wat ons daarbij op viel was dat ze allemaal middels een plastic kinderfluitje in de meest bijzondere kleuren de mensen tot stoppen maanden. De Chinezen zullen wel een container fluitjes geschonken hebben! Verder mochten we bij veel controles na even stoppen weer direct doorrijden. Ook respecteerden ze als ze de camper wilden controleren dat het ons privé huis was en hoefden ze niet naar binnen toe. Op veel plaatsen moest er een gemeentebelasting betaald worden. Dit is een soort wegenbelasting voor het onderhoud van de wegen in het dorp. We moesten wel telkens stoppen maar mochten altijd verder zonder te betalen omdat we toeristen waren.
Ivoorkust is een mooi land met prachtige mensen. Het is ook een erg vruchtbaar land. En je zou denken dat met de export van hout, cacao, koffie, palmolie, rubber, bananen en ananas de mensen het hier goed zouden moeten hebben. Helaas is niets minder waar. De winsten gaan veelal naar de buitenlandse ondernemingen en de te betalen belastingen door deze ondernemingen verdwijnen in de zakken van de politici. Dat de plaatselijke politici het geld in eigen zakken steekt werd ons door inwoners van San Pedro duidelijk gemaakt. De burgemeester had het geld voor de aanleg van een betere infrastructuur niet gebruikt voor de verbetering van het wegennet, maar een eigen huis gekocht in de duurste wijk van Parijs. De burgemeester is nog steeds burgemeester en de plaatselijke export en havenbedrijven hebben de aanleg van goede wegen in het havengebied uit eigen zak betaald. De mensen die werken bij de buitenlandse bedrijven krijgen natuurlijk goed betaald, maar als de politici niet zo corrupt waren zouden ook de dorpen in de omtrek er van mee kunnen profiteren door de aanleg van goede wegen, de bouw van scholen, gezondheidsposten, schoon waterinstallaties, aanleg van elektra, enz.. De schuld hiervan zoeken we niet alleen bij de Europese ondernemingen, want als deze vertrekken zijn de mensen niet in staat om deze ondernemingen verder te exploiteren. Zoals overal in Afrika leeft men hier van dag tot dag wat in zou houden dat men de winst van een bedrijf eerst opmaakt voordat men weer aan de slag gaat. Met opmaken bedoelen we niet investeren in nieuwe middelen!
Liberia
Liberia is een land waar niet veel toeristen naar toe gaan, dus is er zeer weinig informatie te vinden. Wat we over Liberia hadden gehoord en gelezen was niet al te positief. Dat maakte dat we toch met spanning aan het avontuur gingen beginnen in een land dat een 14 jarige bloedige burgeroorlog achter de rug heeft welke in 2004 beëindigd is.
De grens was een smalle noodbrug over een rivier. De oorspronkelijke brug was door de U.N. gebombardeerd om rebellen het moeilijk te maken om de rivier over te komen. Nadat we de brug over waren mochten we in de volle zon parkeren en kon de grensprocedure beginnen. De ambtenaren van de immigratiedienst waren uitermate onvriendelijk en duidelijk uit op geld. We negeerden dit waarop ons werd uitgelegd dat we een probleem hadden omdat we als buitenlanders niet in Liberia mochten rijden?
Uitgelegd dat hier niets over was gezegd bij de visumaanvraag dus dat we hier niet mee akkoord gingen. Ton nog een verhaal verteld over corruptie en dat we dit zeer zeker niet zouden accepteren en zouden melden bij de ambassade. Hier waren ze echter niet gevoelig voor en bleven bij hun standpunt dat buitenlanders niet mochten rijden in Liberia. Waarschijnlijk wilden ze ons voor veel geld een chauffeur aanbieden of ons een ontheffing verkopen. Uiteindelijk maar weer het bekende verhaal opgehangen dat we voor het Nederlandse rode kruis werken en dat we naar Monrovia moesten om vrienden te bezoeken die we op een meeting in Europa ontmoet hadden. Hierop vroeg hij naar een bewijs. Ton kon meteen zijn anti-corruptie visitekaartje laten zien en Chantel heeft haar haar oude Rode Kruis badge van 23 jaar geleden uit de camper gehaald. Toen hij gelezen had dat er ten aller tijden medewerking geleverd moest worden, begon hij te puffen en te zuchten maar pakte even later de paspoorten en na wat bladeren zette hij de stempels. Zonder nog een woord te zeggen schoof hij ze naar ons toe. Wij hebben hem nog een fijne dag gewenst waarop we ook geen response kregen en zijn vertrokken. Het carnet was snel gestempeld bij een vrolijke en vriendelijke man van de douane. Zo was ook hier alles in een half uurtje geregeld.
De kwaliteit van de piste was niet anders dan in Ivoorkust. De jungle werd wel langzaam wat opener. In bijna elk dorp stond een bord dat ze gesteund werden door US-AID, maar de mensen zagen er erg mager uit en liepen allemaal in lompen. Het zag er allemaal veel armoediger uit dan in welk ander land ook wat we tot nu toe hadden bereisd. Nergens was elektriciteit en water kwam soms uit putten maar veelal uit de rivieren.
Op de slechte piste waar alles heen en weer schommelde schoot regelmatig de luchtslang los welke voor de eerste keer los was bij het missen van de speedbreaker in Kenia. In een dorpje met 5 huizen zagen we ook een garage en daar maar even gestopt om de koppeling te repareren. Er werd direct hulp aangeboden en op de alternatieve Afrikaanse wijze werd de slang weer aan de koppeling vast gemaakt. Aangegeven dat we nog geen Liberiaans geld hadden en hem een pet gegeven van de Hertog Jan Brouweri. Hij was er hartstikke blij mee en naast Club en Heineken bier word er nu ook reclame gemaakt voor Hertog Jan bier in Liberia!
In Sanniquelli konden we bij een Guesthouse van het Liberiaanse Rode Kruis in de tuin overnachten. We hadden over de 67 kilometer vanuit Danane 7 uur gedaan wat een gemiddelde van 10 km per uur betekende. Iedereen was erg vriendelijk. We hebben hier ook geld gewisseld en voor $100 kregen we een draagtas vol met biljetten van 5, 10, 20, 50 en 100 Liberiaanse dollar biljetten.
De volgende morgen werden we na 500 meter alweer aangehouden voor een controle van de immigratiedienst. De paspoortgegevens moesten weer in een grote boek opgeschreven worden. De man die ons aan hield begon meteen te vragen om drinken en eten. Toen Chantel in het kantoortje was werd de man aangesproken door zijn collega’s op dit gedrag. Dit werd een verschrikkelijke schreeuwpartij over en weer waar we ons maar niet mee bemoeid hebben. Deze controles hebben we uit veiligheidsoverwegingen meerdere malen gehad. We hadden hier ook beter onze fiches kunnen afgeven die we in de West Sahara en Mauritanië nodig hadden! Dat had een hoop tijd gescheeld!
In Ganta dachten we dat de teerweg zou beginnen. Dit klopte en eens was hier inderdaad een teerweg. Maar toen we zagen waar we over heen moesten hadden we niet kunnen bedenken dat zo iets ook nog bestond. De autobaan naar Monrovia was meer een van gat naar gat weg en de gemiddelde snelheid ging terug naar 7 km. per uur. Rond Gbarnga werd de weg langzaam aan wat beter en na deze stad werd hij zelfs redelijk en uiteindelijk hebben we na 10 uur rijden toch nog Totota gehaald waar we een overnachtingsplaats hadden gevonden.
De Tubman Farm in Totota zou een mooie overnachtingsplek zijn. Hier was een hotel, een café en een verlaten dierentuin. Helaas was het hotel in totaal verval en was er ook geen elektriciteit omdat de aggregaat kapot was. Er kwamen dus geen gasten meer dus was er ook geen inkomen om eventueel de zaken wat op te knappen. Na wat onderhandelen konden we voor een redelijke prijs op een grasveldje achter het hotel overnachten. We hadden veel bekijks en van privacy hadden ze nog hier nog nooit gehoord. Er werd weer veel gevraagd om eten. We hebben de kinderen mondharmonica’s gegeven waarvan ze compleet uit hun dak gingen toen ze deze kregen. Er werd gejuicht, gelachen en er werden koprollen gemaakt alvorens ze Thank You roepend naar huis renden.
Gevolg was dat er even later een volgende lading moeders met hun kinderen voor de deur stond. Alles wat we nog hadden hebben we uitgedeeld en helaas konden we niet iedereen tevreden naar huis laten gaan. Chantel even opgetreden als een schooljuffrouw en iedereen naar huis gestuurd. De volgende morgen natuurlijk al weer vroeg bezoek van een hoop kinderen. Ze vroegen of ze de vuilniszak mochten opruimen welke voor aan de camper hing. Ja, oké, waarom niet? Hij werd van de auto afgehaald en direct leeg geschud. Het enigste wat overbleef waren de lege bierblikjes. De aardappel- en groenten schillen werden opgegeten en de boter- en jampot werden ook tot op de bodem leeg gelikt .
Blij dat de kinderen waren met ons afval! Hiervan moesten wij toch wel even een traantje wegpinken. We zullen dit nooit meer vergeten evenals de moeder die de dag ervoor ons haar tweeling wilde aanbieden. Ze had geen geld om de kinderen genoeg eten te geven en ook geen geld om schooluniformen te kopen waardoor de kinderen niet naar school konden. Nadat we haar hadden proberen te overtuigen dat het voor de meisjes toch beter was om in hun bekende omgeving bij hun eigen familie te blijven kregen we een ander aanbod. Ze was 8 maanden zwanger en we konden dan dat kindje meenemen als het geboren was. Dat kindje kende nog geen familie en zou het bij ons veel beter hebben! Dit vonden we hartverscheurend dat iemand zo radeloos is.
We hebben met Alex Tubman , een neef van een voormalige president zitten praten over de situatie in Liberia. Hij schilderde geen positief beeld. Hij gaf aan dat hier veel corruptie is en dat de regering geen oog heeft voor de noden van haar volk. Hij ziet alleen maar de U.N. en hulporganisaties rond rijden, maar begrijpt niet waar alle noodzakelijke hulp blijft! Men is nu wel bezig om de infrastructuur te verbeteren, maar buiten Monrovia is er nog nergens elektriciteit. Soms hebben mensen wel een aggregaat, maar geen geld om de dure brandstof er voor te betalen. We hebben samen met Alex ook nog even de voormalige weekendwoning van President Tubman kunnen bezoeken.
Na 2 dagen weer verder gegaan. We hebben in Monrovia het visum van Sierra Leone aangevraagd en dit was na een uurtje klaar. Zo konden we snel de grote stad weer verlaten en door een chaotisch Monrovia zijn we naar Robertsport gereden. Rond Monrovia zijn de wegen in een redelijke staat. De laatste 40 kilometer richting Robertsport gingen over een zeer slechte piste. In Robertsport na wat zoeken bij Nana Eco lodge uitgekomen alwaar we direct aan het strand konden parkeren.. Een tent- lodge kost hier maar liefst $120. In eerste instantie moesten wij $50. betalen om hier te mogen parkeren maar na wat uit onderhandelen kwamen we uit op $10. per nacht. Het was ondertussen weekend en we stonden dus de gehele dag tussen de witte jeeps van de U.N. medewerkers die vanuit Monrovia hier even op het strand komen zonnen. De U.N.-ers zijn afstandelijk naar de plaatselijke bevolking en soms zelf grof. Hopelijk doen ze toch goed werk voor de mensen en het land.
Het was geen echt strandweer, zoals de laatste weken hadden we veel bewolking en regelmatig een flinke regenbui. Omdat de kleinere accu’s te weinig vermogen hebben zonder dat de zonnepanelen hun werk kunnen doen, hebben we de aggregaat regelmatig moeten starten. Dit vonden de jongens van de Nana Lodge wel leuk. Ze stonden direct in de rij om hun gsm op te laden bij ons. Na 3 heerlijke dagen aan het strand in Robertsport was het weer tijd om richting de grens met Sierra Leone te vertrekken.
Na wederom 2 uur ploeteren over de slechte gravelweg waren we weer op de teerweg die tot onze verbazing door liep tot aan de grens. Aan de grens werden we direct belaagd door allerlei mannen die ons wilden helpen met parkeren en allerlei andere zaken. Ze hadden al ruzie met elkaar voordat we iets gezegd hadden en ze dus duidelijk gemaakt dat we zelf onze zaken wel konden regelen. De beambten waren vriendelijk en correct en alles was snel geregeld. Geldwisselaars liepen er natuurlijk ook weer rond en een oud mannetje kwam ons vertellen dat we niet bij hen moesten wisselen. Even later kwam hij aan met een nette jongeman die wilde wisselen voor de officiële koers.
Na nog geen week Liberia besloten om naar Sierra Leone te gaan. Het land nodigt niet echt uit om hier lang te blijven. Het heeft weinig faciliteiten, wild kamperen doe je na alle waarschuwingen niet zo snel en de mogelijkheden zijn ook erg beperkt. Bij hotels vragen ze de hoofdprijs voor werkelijk niets. Ook toeristische bezienswaardigheden zijn minimaal hier. De natuur daar tegen is werkelijk erg mooi.
Het land is aangaande de levensstandaard duidelijk in tweeën verdeeld. Het noorden is erg arm en in het zuiden hebben de mensen het wat beter. Sommigen hebben het zelfs zeer goed zoals in alle Afrikaanse landen. De mensen in Liberia oogden vaak erg ongelukkig iets wat we niet kennen van Afrika. Het zien van de armoede had ook zijn weerslag op hoe wij ons hier voelden. Soms waren we aangeslagen omdat wij alles hebben en niets kunnen betekenen voor de mensen hier. Opvallend is dat in heel Liberia niemand om geld of cadeaus gevraagd heeft. Het land is ook erg op Amerika gefocust. De artikelen in de supermarkt zijn in US dollars geprijsd. Bij hotels, supermarkten en tankstations kun je ook betalen met de US dollar. De wisselkoers van de Liberiaanse dollar is aan de US dollar gekoppeld. Je tankt hier geen liters maar gallons. De afstanden worden in mijlen aangegeven wat soms erg verwarrend is.
Van het feit dat een van de hoofdrolspelers van de oorlog, Charles Taylor, in Nederland gevangen zit hebben we geen last van gehad. De man is veroordeeld voor oorlogsmisdaden. Helaas alleen voor die hij in Sierra Leone heeft gepleegd omdat de misdaden in Liberia niet te bewijzen waren.
Wederom best veel contacten gehad met de plaatselijke bevolking hier en met Europeanen die hier hun geld verdienen. Zoals in ieder land werden we weer gewaarschuwd voor het volgende land waar we heen gaan. Het zou niet veilig zijn in Sierra Leone. Op de vraag of het in Liberia dan wel veilig was werd dan bevestigend geantwoord. Wat is veiligheid; we weten het ook niet meer! Vanaf Marokko worden al steeds voor het volgende land gewaarschuwd.
Sierra Leone
De grens werd zoals vaak weer bepaald door een rivier. Aan de Sierra Leone kant was het erg rustig maar ook wat onduidelijk waar we moesten zijn. Eerst moesten we de Carte Brun (onze autoverzekering) laten registreren a $25 . Natuurlijk weer een vreemd iets, wanneer je een verzekering hebt die in Sierra Leone geldig is. Men kon ons echter de officiële documenten van verplichte registratie laten zien dus bleef er niets anders over dan dit te doen! Daarna konden we het carnet en de paspoorten laten stempelen. Iedereen was erg vriendelijk en behulpzaam. Toen we dachten snel klaar te zijn werden we na ongeveer een kilometer weer aangehouden.
Hier moesten we een internationale rijvergunning voor 150.000 Leon. ($30 ) ) kopen om te mogen rijden in Sierra Leone. Aangegeven dat we al over de hele wereld hadden gereden met het Nederlandse rijbewijs en dat dit ook hier geldig is. Na veel praten kwamen we er uiteindelijk weer onderuit. Later lazen we in de reisboeken en in verslagen van anderen dat dit in Sierra Leone verplicht was maar ook dat het bedrag onderhandelbaar was. Blijkbaar kom je ook voor niets verder!
De weg vanaf de grens was weer onverhard en liep door het Gola regenwoud. Alle diepe gaten en sleuven waren gevuld met regenwater waar door we niet konden zien hoe diep de gaten waren en wat er eventueel in lag. Op sommige plaatsen had men er boomstammen ingelegd. Als deze niet te zien waren was het dus erg oppassen! De gemiddelde snelheid was stapvoets en dat was af en toe nog te snel. Over de 40 kilometer naar Zimmi hebben we 4 en een half uur gereden. De route was prachtig, erg avontuurlijk en zeer inspannend. Soms passeerden we zeer eenvoudige dorpjes waar werkelijk niets te koop of te ruil was. De mensen en kinderen vroegen om geld en cadeaus, iets wat we al lang niet meer hadden gehoord.
In Zimmi was een Immigratie chequepoint met achter het politiebureau een groot afgesloten terrein met barakken waarin de beambten woonden. Hier mochten we de truck parkeren en blijven overnachten. Na een heerlijke rustige nacht werden we ‘s morgens getrakteerd op een flinke regenbui. Geen goed vooruitzicht in een bergachtig gebied met allemaal kleiwegen. Toch besloten om verder te gaan rijden. De 80 kilometer naar Kenema zou bij navraag volgens iedereen te doen zijn in een dag. De weg werd slechter met op sommige plaatsen ingestorte of weggespoelde bruggen die gerepareerd waren met boomstammen. Soms was de brug half weg en moesten we maar zien hoe we er over heen kwamen. Op een paar jeeps en drie 6×6 vrachtwagens na zijn we geen auto’s tegen gekomen.
Het gebruikelijke vervoer op deze wegen is een brommertaxi, die je dan ook regelmatig tegen komt. Op een van de smalle stukken waar amper een jeep kon rijden kwam ons een vrachtwagen tegemoet. Omdat ze bang zijn om te kantelen gaan ze echt niet aan de kant. Wij een heel eind terug gezet en een hard stukje berm gevonden om de truck te laten passeren. Bij het passeren schampte deze onze rechter achterkant met als gevolg de nodige schade. De dader reed door en had volgens ons niets in de gaten. Wij konden niet keren en in de achteruit iemand proberen in te halen is ook een onbegonnen zaak. Bromfietsers wilden tegen betaling wel achter de boosdoener aangaan en de politie bellen, maar omdat we op dat moment zelf bezig waren om te “overleven” en geen zin hadden in een dag papierwerk hebben we het er maar bij gelaten en zijn verder gereden.
Onderweg kwamen we nog een truck tegen die bijna geheel in de modder verdwenen was. Ze vroegen om hulp, maar om een truck van 25 ton aan de lier te hangen zagen we ook niet zitten. Verder was er nergens een goed stuk piste om te kunnen trekken. In de 4×4 met alle sperren erop kwamen wij gelukkig wel door het diepe moddergat. Vlak voor Kenema werden we weer aangehouden.
Er werd naar onze nationale rijvergunning gevraagd die we dus niet hadden. Toen we aan gaven dat we deze niet nodig hadden werden we beboet omdat we geen gordel om hadden. Aangegeven dat het met een gordel om op deze weg rijden een zelfmoordpoging was maakte geen indruk. De regel/wet was dat je hier een gordel moest dragen. Ton heeft zijn telefoon gepakt en is zogenaamd gaan bellen en heeft het woordje corruptie wel 10 keer benoemd. Chantel aangegeven dat iedereen ons om kerst cadeaus vraagt en dat wij nu aan de beurt waren om een cadeau te vragen! Hij vroeg om uitleg en toen duidelijk werd wat we bedoelden kregen we de kopieën van het rijbewijs en paspoort terug en mochten we door rijden. Ondertussen was hij wel al door een collega op de hoogte gebracht van Ton zijn “telefoontje”.
In Kenema bij het National Katholic Pastoral Centre een plekje gevonden in hun immense tuinen om te overnachten. Father Brian was erg gastvrij en zeer behulpzaam. ‘s Avonds samen met Father Brian en Bob , een Amerikaanse vrijwilliger die al 40 jaar voor een ziekenhuisje werkte een paar biertjes gedronken in de bar van het Centre. We kregen erg veel informatie over het leven in Sierra Leone. De volgende morgen mochten we met Buckery, de barkeeper en Mariama, de huishoudster mee met de auto van Father Brian om wat inkopen te doen in de stad. Dit was weer een avontuur. De stad was maar deels geteerd en lag boven op een heuvel. Via zeer diepe sleuven en kuilen kwamen we in het centrum. In een supermarktje wat spullen gekocht en buiten de supermarkt wat groenten. De groentedames posteren zich voor de supermarkten waar hoofdzakelijk blanken komen zodat ze een goede prijs kunnen vragen voor hun groenten. In het Centre werd ook nog iedere dag een mis opgedragen voor de 2 zusters die er nog woonden. Deze twee zusters gaven les aan twee leerling zusters uit Nigeria. Die avond ook weer gezellig aan de bar gezeten wat tot het dagelijkse programma behoort van de paters. Zo slecht hebben die het nog niet!
Na 2 rustige dagen tussen de palmoliepalmen zijn we weer vertrokken. In Bo zijn we beland bij het Countryside Guesthouse. Hier werden we weer erg vriendelijk ontvangen. Eens was het ook een erg mooi complex geweest, maar nu verkeerd alles ook in een zeer slechte staat! We mochten binnen de poorten van het complex gratis parkeren. In de avonduren was het een komen en gaan van auto’s en taxi’s. In de taxi’s zaten vaak leuke vrouwtjes die afgezet werden en na een uurtje weer werden opgehaald. Of ze een kippetje zijn komen eten of een glaasje wijn gedronken hebben weten we niet!
De dag erna zijn we richting Freetown gereden. Ondertussen rijden we vanaf Kenema over een prachtige teerweg zonder pottholes! De wegen in Sierra Leone zijn of erg goed of erg slecht! We zijn eerst naar Burehtown gereden en hebben daar aan zee een plekje gevonden op het strand bij Rakis Beach Front Resort. De tweede dag dat we hier waren was er een huwelijksvoltrekking en werd ons gevraagd om voor een paar uurtjes elders te parkeren omdat ze niet wilden dat onze King op de bruidsfoto’s kwam te staan. Het was een huwelijk (Lovers without Borders) tussen een Amerikaans meisje en een jongen uit Sierra Leone. Het meisje was hier vrijwilligster en alles werd door andere vrijwilligsters georganiseerd. Het was een compleet Amerikaans huwelijk met bruidsmeisjes en bruidsjonkers. Het was hier erg druk met vrijwilligers die allemaal werken voor het US Peace Corps.
Omdat iedereen ons afraadde om met de truck Freetown in te rijden i.v.m. de smalle straten, de laaghangende elektrokabels en de grote verkeerschaos, zijn we met een taxi naar Freetown gereden om het visum voor Guinee aan te vragen. De ambassade van Guinee was ook al verhuisd en het adres dat we hadden uit de boeken en van internet klopte dus weer niet. Gelukkig hadden we deze keer het nieuwe adres snel gevonden door een brommertaxi voorop te laten rijden.
Het visum aanvragen was weer een circus waar we ondertussen mooi ziek van worden! We moesten alleen 2 pasfot’s inleveren en een adres opgeven hier in Sierra Leone en $100 p.p. betalen. Toen ze hoorden dat we met eigen vervoer waren moesten we ook nog 200.000 Leone ( $40 ) betalen voor een laisser passe. We hebben het carnet de passage laten zien en aangegeven dat dit een geldig document was en dat we geen laisser passe nodig hadden. Hij ging overleggen en kwam terug met de mededeling dat het dan wel aan de grens werd uitgezocht. Het visum zou om 16 uur klaar zijn. Natuurlijk weer gevraagd of het niet eerder klaar kon zijn en dat kon tegen betaling van $ 25 p.p. extra. We zouden het dan 2 uur later op kunnen halen. Dit dus maar gedaan want 6 uur wachten is wel erg lang in een stad waar enerzijds van alles te doen is en anderzijds niets!
Het is een stad van 1 1/2 miljoen mensen welke allemaal op straat aanwezig lijken te zijn! In de tussen tijd we naar de supermarkt gereden alwaar we snel klaar waren met onze kerstinkopen. Alles is hier zeker 4x zo duur als in Nederland en dan is de kooplust zo over. Een zak chips voor € 8,- smaakt niet meer! Zodoende waren we weer snel terug bij de ambassade waar we naar binnen werden geroepen en tot onze grote verbazing lagen de paspoorten al klaar met de visums. Deze keer zonder rekening van de $ 50,- extra kosten. Deze zullen wel gebruikt worden voor extra kerstcadeautjes. We hopen dat ze er veel plezier mee hebben!
Freetown is een zeer speciale hoofdstad. De stad is tegen de heuvels van een berg gebouwd die midden op een schiereiland ligt. Dwars door de stad loopt een redelijk brede straat die overal zeer smalle zijstraatjes heeft. Naast de stenen huisjes zijn er ook nog veel houten huisjes welke in bonte kleuren geschilderd zijn. We zagen ook erg veel arme mensen die veelal op straat woonden met hun hele hebben en houwen en veel gehandicapten die allemaal naast elkaar zaten te bedelen. Af en toe leek het erop of ze op handicap gesorteerd zaten! Mogelijk zijn het nog veel oorlogsslachtoffers. De contrasten aangaande alles zijn erg groot in deze stad. Het vliegveld ligt niet op het schiereiland omdat dit erg bergachtig is. Wanneer je dus met het vliegtuig naar Freetown komt moet je of over de weg (duur 4 uur) of per watertaxi/vleugelboot (duur 2 uur) of per helikopter (duur 10 minuten) naar de stad. Verder vind er in bepaalde gedeeltes van de stad veel nieuwbouw plaats.
We hebben de kerstdagen door gebracht op Bureh Beach. We mochten de camper parkeren voor Rakis Beach Front Resort waar we voor de camper van ons natje en droogje voorzien werden door Lucie! Vooral eerste kerstdag was erg speciaal. Rond 12 uur werden er grote muziekboxen op het strand geplaatst met een heuse discotheek en een 6 kw. aggregaat. Rond 15 uur kwamen de eerste bussen met jongeren aan. Zitten er in Holland een 50 man in de touringcar hier zitten er zo’n 250 in! Ze hadden koelboxen met eten en drinken bij zich. De jongeren bleven komen tot er wel zo’n 1000 op het strand aanwezig waren. Iedereen danste en het was erg leuk om dat te zien. Wat hebben die lui een ritmegevoel! De dames zagen er erg kleurrijk en vaak sexy uit en de herenmode bestond uit een broek welke tot driekwart van de billen hing zodat je goed uitzicht had op hun boxershort. Ze moesten met O-benen lopen om hem niet te verliezen. Om 23.00 uur was de muziek afgelopen en vertrok iedereen weer huiswaarts. Velen hadden hem goed hangen, maar iedereen bleef netjes en zeer correct tegen ons.
2e kerstdag heet hier Boxingday. Dit is de dag dat er families naar het strand komen om te picknicken. Dit was dus ook de dag van het rustige publiek want we hebben geen jongelui meer gezien. Waarschijnlijk lagen die allemaal hun roes uit te slapen. Ze kunnen in ieder geval geen woonboulevard bezocht hebben! Na 7 leuke stranddagen zijn we de dag na Kerstmis weer vertrokken. Via een prachtige asfaltweg gefinancierd door de EU zijn we naar de grens met Guinee gereden. Hier weer een snelle correcte afhandeling van de zaken en met een half uurtje stonden we aan de grens met Guinee.
Ondanks de waarschuwingen en weer vele wildwest verhalen over Sierra Leone hebben we het land als erg relaxt ervaren. De mensen zijn er leuk, vriendelijk en opgewekt. In het noorden vroeg men af en toe om geld en cadeaus. De natuur was ontzettend mooi, vooral het regenwoud in het noorden. We merkten wel dat ook dit land erg geleden heeft onder een wrede oorlog. Hier waren de diamanten een wezenlijk onderdeel van de oorlog. Ze noemen het niet voor niets bloeddiamanten omdat de opbrengst gebruikt werd om er wapens en munitie voor te kopen. Gelukkig is het er nu rustig en kunnen de mensen samen met de U.N. en de vele ontwikkelingsorganisaties werken aan een betere toekomst.
Guinee
Eeuwenlang was het land erg afgesloten van de buitenwereld maar langzaam maar zeker opent Guinee haar deuren voor de rest van de wereld. Guinee, wat vrouw betekent, wordt gezien als een land met veel geheime rituelen en een rijke cultuur. Guinee is de Tuin van West-Afrika. Qua klimaat is Guinee een van de natste landen in West-Afrika. We hadden ons voorbereid op zeer corrupte grensbeambten omdat we dit in verschillende reisverslagen hadden gelezen. Het tegengestelde was echter waar en de afhandeling was snel en zeer correct. De Carte Brun en het carnet werden gewoon geaccepteerd en voor de motor was ook niets extra’s nodig. Na de grens werden we wel diverse malen aangehouden waarbij ze weer alle papieren tot en met de vaccinatieboekjes wilden inzien. Ook deze beambten bleven netjes en vroegen verders nergens naar.
De prachtige door de U.N.. gefinancierde weg door Sierra Leone hield in Guinee op. Het zou de High Way van Freetown naar Conakry moeten zijn. In Guinee werd de weg erg smal en slecht. Veel pottholes en af en toe helemaal geen teerlaagje meer maar diepe stofgaten. Dit ging zo door tot een km of 20 voor het centrum van Conakry. Daar begon een mooie autobaan die door de gehele stad liep. De Chinezen zijn overigens hard bezig om deze autobaan uit te breiden via Coyah naar Kindia.
Vanaf Coyah werd het erg bergachtig. In Coyah ONG Sarinka Park Milly Mamoudou gevonden om te overnachten. ( www.mamoudou.nl) Dit is een Nederlandse niet op winst uit zijnde organisatie. We werden ontvangen door Alice en later maakten we kennis met de penningmeester Atie en een vrijwilligster Sjane. Van hun hebben we veel gehoord en geleerd over Guinee. Park Milly Mamoudou is een park met 9 mooie kamers, een bar, restaurant en een “natuurlijk zwembad”. Het doel van de organisatie is werkgelegenheid creëren en de bedoeling is dat het park zo snel mogelijk autonoom word. Ook ondersteund de organisatie nog een optiek, een telefooncentrum waar de gsm kan worden opgeladen door middel van zonnepanelen en een huis met een kinderprogramma waar 4 x per week kinderen opgevangen worden.
Op maandag konden we tegen betaling met de auto van de organisatie en hun chauffeur Pivi naar Conakry om het visum voor Guinee Bissau te halen. Conakry is een langgerekte stad met diverse wijken. Conakry heeft 2.5 miljoen inwoners. De ambassade was snel gevonden. We moesten in eerste instantie 10 minuten wachten alvorens de consul zou arriveren. In de tussen tijd werd er allerlei apparatuur buiten op een bureau opgebouwd om een biometrisch visum te maken. Na een aantal telefoontjes en 20 minuten wachten moesten we ons paspoort achter laten met $200 en konden om 11.00 uur terug komen om het op te halen. We hoefden geen visum aanvraag in te vullen of pasfoto’s in te leveren. In de tussentijd zijn we naar een supermarkt gereden waar we weer schrokken van de super hoge prijzen. Er lag een stukje jonge kaas met de Nederlandse prijs op de achterkant. De Nederlandse prijs was €2,10 en dit stukje kaas moest nu maar liefst €12,50 kosten. We hebben nog wel andere spullen bij ons om de holle kiezen te vullen!
In een klein parkje in de stad samen met Pivi wat gegeten en gedronken. Voor 5 koffie, 4 water, 2 uitsmijters en een bord rijst moesten we omgerekend €3,20 betalen. Om 11.00 de paspoorten opgehaald die netjes klaar lagen. Dit was gewoon een stempel waarin met pen wat datums en nummers waren ingevuld. Een rekening kregen we niet! Wat nu de werkelijke prijs is van de visums in de laatste landen weten we niet. Het staat in ieder geval nergens aangegeven! Duur zijn ze wel!
Oud en nieuw hebben we gevierd samen met Alice, Atie, Sjane, Pascale en al het personeel van Milli Mamoudou. Heel rustig maar erg gezellig. We hebben met en glaasje champagne geklonken op het Nederlandse en Guineese Nieuwjaar. We hebben namelijk nog steeds te maken met een uurtje tijdsverschil. De volgende dag was het erg druk in het park. Veel gasten kwamen om te eten en te relaxen in het park.
De Amerikaanse Ambassadeur kwam ook met een groot gezelschap eten. Vooraf gingen ze een bergwandeling maken en Sjane en Chantel gingen ook mee. Chantel haakte na een half uur wandelen in een straf tempo en bergop af en is terug gewandeld naar het park alwaar ze een uur heeft liggen bijkomen. Het stoppen met roken heeft blijkbaar nog geen resultaat aangaande een conditieverbetering. We hebben de gehele week gebruik gemaakt van de goede keuken. Alles werd vers geserveerd en de prijs kwaliteitsverhouding was prima. Men serveert een goed koel biertje en een lekkere witte en rode wijn. Zodoende hebben we onze eigen voorraad op pijl behouden.
Na 6 heerlijke dagen hebben we op 2 januari afscheid genomen van Milli Mamoudou en zijn weer vertrokken. De weg ging de bergen in en het landschap werd steeds opener. Onderweg zagen we auto’s rijden met stukken vlees op de motorkap. We vroegen ons af waarom ze dit deden. Misschien voor een stuk koeling? Naast de weg in de bergen was steeds meer fruit, groente en vlees te koop. Ook werd er weer bushmeat aangeboden, deze keer apen. In Kindia werd de spiegel links kapot gereden door een taxi die torenhoog en 2x de breedte van de auto geladen was met houtskoolzakken. In Mamou bij de Ecole Forestiere overnacht.
Door de Fouta Djalon, een gebergte in Guinee met hoogtes van rond de 1450 meter met mooie uitzichten en prachtige watervallen gereden. De watervallen hebben we helaas niet kunnen bezichtigen omdat de wegen er heen niet toegankelijk zijn voor de truck. Deze regio oogt ook rijker dan de rest van Guinee. We zien hier veel grote stenen huizen. Volgens de mensen hier word het geld in Conakry en in Europa verdiend. In Dalaba hebben we bij een restaurant gestaan van een Senegalees welke kok was in hotel du Fouta. Eigenlijk hadden we daar naar toe willen gaan, maar omdat de man zeer vriendelijk was zijn we maar bij hem blijven staan en hebben er ‘s avonds heerlijk gegeten. Een verse salade als voorgerecht, kip in een honingsaus met heerlijk knapperige frietjes als hoofdgerecht en verse aardbeien als toetje. ‘s Morgens werden we gewekt door de muezzin van de moskee die werd begeleid door een koor van jankende honden.
In Labe hebben we onderdak gevonden bij hotel Tata. Tot onze grote verbazing kwamen hier later nog twee Nederlandse Overlanders aan. Sinds Bamako waren dat weer de eerste toeristen die we troffen! Later kwam er ook nog een Engelse fietser aan die de taxi had genomen i.v.m. de zeer slechte piste van Labe naar Koundara.
Inmiddels is de Harmattan gaan waaien en zijn wij net als veel Afrikanen verkouden geworden. De Harmattan is een harde droge wind uit de Sahara welke veel stof meevoert. Je moet er van hoesten en je krijgt er schrale lippen van.
Na een dagje rust zijn we weer vertrokken. De piste naar Koundara was zwaar maar het was niet de moeilijkste die we gereden hadden. Hij liep door de heuvels en door het regenseizoen ontstaan dan flinke gaten en watersleuven. Onderweg moesten we een rivier over met een trekpontje. Het duurde even voor we erop konden omdat de taxi’s allemaal om ons heen reden om maar zo snel mogelijk op de pont te kunnen. Uiteindelijk konden we erop samen met nog 1 taxi en toen was de pont vol. Het onderhandelen over de prijs had natuurlijk weer wat voeten in de aarde. Ze vroegen eerst 250.000 Guinee Franc, wat meer dan een half maandsalaris is. We hebben ze 100.000 betaald wat ze niet genoeg vonden en toen werd het pondje stilgezet. Iedereen kwam natuurlijk in opstand en uiteindelijk zijn we uitgekomen op 150.000 Guinee franc wat nog steeds belachelijk duur is voor 3 minuten op een pont. Ze moesten hem wel met de hand voorttrekken, maar dat kost al helemaal niets! Volgens de bootsmannen was het een vastgesteld tarief van de regering, maar ze konden niets overleggen; zelfs geen ticket!
Vlak na het pondje kwamen we Tsjechische Overlanders met een truck tegen. Heel even staan praten en toen weer verder. Onderweg zagen we regelmatig apen, eekhoorns, gieren en zelfs patrijzen lopen. Rond borreltijd hebben we een bushcamp gemaakt tussen de termietenpaddenstoelen. Na 165 kilometer piste begon in Boumeoul de teerweg. De gemiddelde snelheid op deze piste was 12 km per uur en het is een verademing als je dan op een nieuwe teerweg komt en met 90 km per uur even alle stof van je af kunt blazen.
In Koundara volgetankt en onze laatste Guinee francs opgemaakt. De laatste 40 kilometer naar de grens ging weer over een piste. Tot 5 kilometer voor de grens was de piste erg goed maar veranderde toen in een koeienpad met diepe watersleuven. De grens was niet meer dan 3 gebouwtjes met weer een rare beestenlucht omdat ‘s nachts de geiten er in mogen slapen. Een touw over de weg met wat plastic tassen eraan geven aan dat je aan de grens bent. De afhandeling duurde wat lang omdat alles weer eens diverse malen in grote boeken moest worden genoteerd.
Bij het laatste gebouwtje stonden ook 2 motorrijders te wachten. Een Nederlander op een BMW van 1100 cc en een Duitser op een Honda van 125 cc! De laatst heeft wel 5 keer gevraagd of hij door diep los zand moest! Blijkbaar kon hij dat niet redden met zijn 125 cc-tje. Beiden waren op weg naar Zuid Afrika. Nog even wat info uitgewisseld en de simkaarten van de telefoons uitgewisseld. Door de gatenkaas in het niemandsland konden we op weg naar Guinee Bissau.Geld wisselen was hier erg leuk. Je bent al snel een multimiljonair. Maar betalen na het tanken doet hier “pijn” want dat is al gauw een paar miljoen. Ook uit eten is niet duur, maar kost al gauw een paar honderd duizend Guinee Franc. Het koste nogal wat moeite om aan deze valuta te wennen. Telkens denk je dat je veel te veel moet betalen of dat je te veel betaald hebt!
De mensen hier in Guinee waren heel erg vriendelijk en behulpzaam. Er waren veel politie controle posten maar bij de meeste mochten we gewoon doorrijden. We hoorde ook af en toe weer het bekende kinderfluitje maar deden dan of we het niet hoorden en reden gewoon door. Ondertussen hebben we niet zo veel zin meer om telkens al die onzinnige vragen te beantwoorden.
In tegenstelling tot wat we gehoord en gelezen hadden was hier in Guinee van alles te koop aan groente en fruit. We hebben dus veel verse groenten en fruit gegeten, vitamines zijn we hier niet tekort gekomen. We konden bloemkool, sperziebonen, wortels, witte kool, tomaten, uien, komkommers, courgettes, aubergines, sla, verschillende soorten aardappels enz. langs de weg kopen. Aan fruit lagen er sinaasappels, ananas, bananen, mango’s, papaja’s, meloenen, grapefruit en zelfs aardbeien. Dit alles tegen spotprijzen!
Guinee Bissau
De grensovergang was zoals in Guinee een touw over de straat met plastic tasjes eraan . De afhandeling was snel en netjes. Eenmaal werd er om eten en kleding gevraagd. Hebben we regelmatig moeten omschakelen van Engels naar Frans; nu moeten we weer proberen om ons in het Portugees te redden. Guinee Bissau is een Portugese kolonie geweest waardoor men een mengelmoes van Portugees en lokale woorden spreekt. Wij kunnen er in ieder geval weinig van maken.
In eerste instantie was er weinig verschil tussen Guinee en Guinee Bissau maar langzaam aan begonnen de huizen te veranderen. Woonden veel mensen in Guinee nog in de ronde hutten; hier zagen we vaak 4 onder een kap woningen van betonblokken gebouwd. Ook de mensen langs de weg reageerden anders en schreeuwden vaak om cadeaus , eten en geld. Het leek ook wel of hier veel meer kleine kinderen rondliepen als in welk land dan ook wat we tot nu toe hadden bezocht. Zoals in Ethiopië liep iedereen op straat. Hier zijn de straten echter erg smal en continu rijdt je tussen de cashewnotenbomen door die de gehele weg overwoekeren.
De eerste 15 kilometer was piste, maar goed te rijden. Daarna kregen we tot aan Gabu een zeer slechte teerweg met af en toe gaten van wel ander halve meter diep. De weg was erg smal en lag op een talud zodat we niet van de weg af konden om een bushcamp te maken. Daar waar we wel van de weg konden stonden huizen of was het moerassig. Vlak voor het donker werd kwamen we aan in Gabu. We zagen aan het begin van het dorp een importeur van Belgische en Nederlandse vrachtwagens en dachten hier wel te kunnen overnachten op zijn afgesloten erf. Omdat hij geen beveiliging had konden we echter weer mooi vertrekken! Na wat vragen kwamen we bij Campement de Chasse aan alwaar we wel welkom waren. Na twee dagen van meer dan 11 uur rijden hebben we er lekker rustig kunnen slapen.
Rond half 6 werden gewekt door eerst de muezzin gevolgd door yamstampers. Voor we weg gingen nog even de was in de “machine” gedaan zodat deze onderweg zijn werk kon doen. Daarna vertrokken richting Saltinho om de watervallen te gaan bekijken. Onderweg zagen we sinds lange tijd weer ezels en varkens. Helaas nergens een slager kunnen vinden die een varkenslapje verkocht. Wel zagen we mensen met bushmeat lopen, maar daar hadden we geen interesse in. Bij het Pousada do Saltinho overnacht met uitzicht op de watervallen. We zijn naar de watervallen gewandeld. Deze waren mooi maar voldeden niet aan de beschrijving in het reisboek; iets wat ons nu al erg vaak overkomen is!
Na een dagje rust zijn we weer vertrokken. Rondom Bissau zagen we de dorpjes armer worden. De kinderen hadden allemaal alleen maar een oud vies en versleten onderbroekje aan. Even later kwamen we bij een tolhuisje aan en moesten we tol betalen. In totaal was het maar liefst €20,-. Dit is een bedrag wat niet in verhouding staat tot de verdiensten en levensstandaard van de mensen hier en na het zien van alle arme kinderen vond er dus een felle woordenwisseling plaats. Het ergste van alles was dat de goede weg op hield en de weg vol pottholes zat.
In de dorpjes onderweg hadden de dorpsbewoners met beton zelf speedbreakers gemaakt. Vaak kon je ze moeilijk zien omdat ze dan in de schaduw van een boom lagen. Het gevolg was dat we er weer twee gemist hebben! Bij een politiecontrole werden we aangehouden en gesommeerd om een 50 meter achteruit te rijden omdat we te ver waren doorgereden. Uitgestapt en gaan kijken maar er was nergens een stopbord te vinden. De agent probeerde “autoriteit” uit te stralen met zijn geweer op zijn schouder. Hij had echter een teenslipper aan en een militaire schoen! Waarschijnlijk had hij last van een eksteroog. Ze wilden overal binnen kijken maar dit niet geaccepteerd. In allerlei talen door elkaar hem proberen duidelijk te maken wat een stopbord was en uiteindelijk er maar eentje voor hem getekend. Daarna ingestapt en vertrokken!
De omgeving was hier prachtig. We reden afwisselend door de mangroven, bossen en palmbomen. Ook waren er erg veel rivieren die aan eb en vloed onderhevig waren.In Ignore, 65 km. voor de grens moesten we de paspoorten laten uit stempelen. Nadat we hier mee klaar waren werd het touw niet naar beneden gedaan. Eerst nog wat cashewnoten gekocht en toen maar eens gaan vragen waarom we niet verder mochten. We moesten eerst betalen, maar waarvoor was weer eens niet duidelijk. Na een hele discussie over corruptie ons anticorruptie visitekaartje maar weer tevoorschijn gehaald. Ook hier waren ze er gevoelig voor en we mochten weer verder zonder te betalen. Een paar honderd meter verder moesten we het carnet laten uit stempelen. De douaniers waren vriendelijk en correct en wensten ons een goede reis.
In Sao Domingos , de grensstad, werden we weer aangehouden. Hier moesten we een kwartier wachten omdat de eindverantwoordelijk een eindje verder met nog vier anderen uit een grote pan stond te eten. Toen hij klaar was moesten zijn ondergeschikten het rijbewijs in een groot boek schrijven. Nog geen 500 meter verder moesten we weer stoppen. Deze keer moesten ze het kentekenbewijs en het rijbewijs hebben om alles wederom in een boek te noteren. Deze keer moesten we er weer voor betalen en weer ging het touw niet naar beneden toen we dit weigerden. Na een heftige woordenwisseling weer het anticorruptie visitekaartje tevoorschijn gehaald en weer mochten we verder!We merkte aan ons zelf dat het lontje inmiddels erg kort was geworden en we nog maar weinig tot geen geduld meer hadden met die vervelende politiecontroles en de corrupte grensbeambten. Ze halen de gehele trukendoos tevoorschijn om je geld afhandig te maken. We hebben er geen bushcamp meer gemaakt wat wel de bedoeling was en zijn uit bescherming van die corrupte lui en onszelf snel naar Senegal vertrokken.
In Guinee Bissau is het momenteel een beetje onrustig omdat zeer laat na de verkiezingen de uitslag bekend gemaakt is. Velen zijn het hier niet mee eens. In de dorpen zag je veel dorpsvergaderingen en ook veel huizen met witte vlaggen erop. De mensen vonden we niet altijd even vriendelijk en toegankelijk. We zijn maar 4 dagen in Guinee Bissau geweest . Het land is niet groot en heeft naast een prachtige natuur weinig te bieden. Het landschap was mooi en afwisselend. De bezienswaardigheden die het land wel heeft liggen op de eilanden.
Senegal
De grens in Mpack stelde niet veel voor en we hadden zo onze twijfels ten aanzien van het biometrisch visum wat we hier zouden moeten krijgen. Sinds 1 juli 2013 is een visum voor Senegal verplicht en alleen maar via internet aan te vragen. Dit laatste hebben we dus in Bamako gedaan. Nadat de paspoorten en onze digitale aanmelding waren bekeken moesten we mee naar een nieuw gebouwtje waar tot onze grote verbazing alle apparatuur stond voor het maken van het visum. In het dorpje was ook geen elektriciteit maar het gebouwtje stond vol met omvormers en accu’s welke geladen werden door zonnepanelen. Alles werd netjes en zeer correct afgehandeld. Ook het carnet afstempelen was geen probleem. De motor gaat nu overigens al alle landen door zonder carnet en zonder een Laisser Passer! Die hadden we dus overal zo kunnen verkopen! Na een 40 minuten waren we klaar en konden Senegal inrijden.
We zijn door de Casamance richting Abene gereden en hebben in Abene Plage een mooi plaatsje gevonden bij een restaurant. Abene Plage bestaat uit allerlei onverharde smalle achteraf weggetjes waardoor we verschillende keren niet meer verder konden. Zoals in vele toeristenplaatsen schieten er dan allerlei jongelui te hulp om je naar een goede plaats te leiden. Na ons nog een keer op een duinenweggetje te hebben vast gereden in het losse zand konden we voor “les Baobabs” parkeren. Hier hebben we beide dagen heerlijk en uitgebreid gegeten voor een paar centen. Het personeel was erg aardig en stelde zich zeer terughoudend op.
In het centrum van Abene staat een hele grote Kapokboom. Dit is voor de mensen in het dorp een heilige boom. Men verteld dat de boom is ontstaan uit 6 verschillende bomen die door de mensen zijn geplant. Ook word er verteld dat deze boom een grote rol vervuld bij de besnijdenis van meisjes. Iets wat helaas hier nog veel gebeurd. Abene was verder een zeer relaxt dorpje. Hier werd Reggea muziek gedraaid en liepen de rastamannen rond met een grote joint in hun mond. Alles was easy go! Er liepen ook weer blanke vakantiegangers rond dus werden er weer allerlei souvenirs te koop aangeboden. De verkopers waren echter vaak zo stoned dat ze niet wisten wat de prijzen waren van hun koopwaar. We hadden interesse in enkele leuke houtsnijwerken maar omdat deze te zwaar waren om te voet mee te nemen hadden we afgesproken dat we de volgende ochtend met de camper langs zouden komen. Toen we er de volgende ochtend om 11 uur aankwamen was er niemand te bekennen. Waarschijnlijk lagen ze nog allemaal bij te komen!
Na 2 dagen weer vertrokken. Eerst nog even naar Kafountine gereden. Kafountine heeft ook een grote vissershaven en ook was hier een bootwerf waar we konden zien hoe ze van het hard hout de grote vissersboten maakten. Ook was er weer het kleurige schouwspel van alle boten op zee en op het strand. De gebruikelijke vismarkt is een markt voor de visverkopers maar verder kun je er ook alles kopen wat op een andere markt te koop is. Dit is eigenlijk meer een markt voor de vissers en hun families die nooit hun dorp uitkomen. Ook werd er weer ontzettend veel vis gedroogd en gerookt op zeer grote bbq’s. De vis staat daarna nog dagen in kartonnen dozen te wachten op transport naar het binnen en buitenland. Waarschijnlijk kan het niet meer bederven. Vanuit Kafountine zijn we naar de grens van Gambia gereden waar de grenszaken in 5 minuten werden afgewerkt.
Gambia
Nadat het tempelen van het paspoort en het carnet in een mum van tijd geregeld was moest de politie de auto nog even inspecteren! Ze wilden met 3 man tegelijk de camper in. Aangegeven dat wij een persoon voldoende vonden maar voor we het wisten stonden er toch twee in de camper en stond er een van buiten af alle schappen te door zoeken van de hoekkast. Alle kasten en laden binnen moesten open en soms moest eenzelfde lade door een andere agent nog een keer gecontroleerd worden. Men haalde dus weer alles uit de trukendoos om ons maar wat geld te laten betalen. Als je ze namelijk wat geld geeft stoppen ze direct met controleren. De irritatie sloeg weer toe. Tot overmaat van ramp vonden ze de peperspray die volgens hun verboden is in Gambia en onder de wapenwet valt. We hebben uitgelegd waarom we het bij ons hadden maar dat mocht niet baten. Daarna aangegeven dat ze het mochten houden maar ook dat hielp niet. We moesten mee naar het kantoor en kregen daar een hele preek over het niet mogen hebben van de spray waarna we het terug kregen en konden vertrekken!
Naar Sukuta was nog 45 km en maar we werden zeker 7 maal aangehouden door de politie. Deze waren allemaal vriendelijk en na een handje en een “gemaakte” brede lach mochten we doorrijden. In Sukuta waar we vorig jaar ook een weekje waren hebben we ons op de Sukuta camping ingekwartierd wat voelde als een beetje thuis komen. Na 5 weken hadden we eindelijk weer email en konden we al onze zaken af handelen. Helaas was de elektriciteitsvoorziening niet gegarandeerd wat we dus ook aan de lijve ondervonden hebben. De stroom viel regelmatig uit en dan was er dus ook geen internet.
Met meerdere Overlanders en andere Nederlandse gasten was het erg gezellig op de camping en konden we ontstressen van de ruzie met de landelijke gezagdragers. Ook hebben we er de camper een grote beurt gegeven samen met enkele jongens van Sukuta camp. Van alle toegevoegde flesjes alcohol tegen de dieselbacterie heeft “de King” geen ontwenningsverschijnselen overgehouden dus is hij klaar voor de terugreis! We hebben de motor uit de camper gehaald en hebben wat tochtjes in de omgeving gemaakt. We zijn naar de haven in Banjul gereden om te kijken of de veerboten in de vaart waren. Ze hebben er drie maar aan alle drie mankeert wel wat. Nu bleek dat er maar een in de vaart te zijn en dat ook nog maar op een motor. De overtocht duurt twee uur dus vind er iedere vier uur een afvaart plaats. Na wat informeren gaf men aan dat we het beste de avond van te voren naar de haven konden komen en daar in de camper moesten slapen zodat we de dag erop als een van de eersten op de boot konden. Wie Banjul kent en de haven van Banjul weet dat dit geen optie voor ons was. We hebben ook nog een bezoek gebracht aan de Serakunda markt wat weer een genot voor alle zintuigen was!
Van een Nederlandse vrouw hadden we al vernomen dat het erg problematisch was om in Sukuta een visum voor Mauritani te krijgen. Toen we op de ambassade kwamen werd ons verteld dat er op het moment geen visums werden afgegeven. Wij reageerden verbaasd en gaven aan dat we met de camper door Mauritanië heen moesten om terug naar Nederland te reizen en dat er voor ons geen andere opties waren. Er werd wat gebeld en uiteindelijk konden we een formulier invullen en dit achterlaten met twee pasfoto’s. Geld wilde men nog niet want de consul moest eerst goedkeuring geven. We konden om twee uur terug komen om te vragen of een visum werd afgegeven. Dit gedaan en gelukkig had de consul een positief bericht voor ons. We moesten €96,- betalen en na een uurtje wachten hadden we ons transitvisum. Wat nu de problemen zijn met de afgifte van het visum hebben we niet kunnen achterhalen, maar we zijn wel blij dat het ons laatste visum is. Op alcohol na zijn de prijzen in de supermarkten hier weer een beetje betaalbaar. We hebben onze voorraad dan ook weer op pijl gebracht.
Jack een vrachtwagenchauffeur bij Dirk van den Broek ondersteund in Niafrang in Senegal een schoolproject en heeft er ook een eigen woning met enkele kamers voor de verhuur en een bar. Verder heeft hij er ook enkele hectaren cashew bomen. Ieder jaar gaat hij voor vijf tot zes maanden het project bezoeken en begint dan eerst met wat “gewenning”in Gambia. Hij kent er de weg en zou ons nog even de Bosjesmannen laten zien. Behalve een hoop “Takkenwijven” hebben we geen Bosjesman gezien! Na een gezellig weekje waarin we ons een paar keer hebben afgevraagd waarom we zo vaak problemen hebben met de landelijke gezagvoerders zijn we weer verder gegaan met de bedoeling om bij de volgende corrupte politieman eerst 3 x tot honderd te tellen! In verband met weinig of geen afvaarten in Banjul besloten om via de veerboot in Farafenni te rijden.
In Brikama een stop gemaakt bij de houtsnijwerkmarkt en er wat mooi houtsnijwerk gekocht.
Onderweg naar de boot natuurlijk weer de nodige controles waar wederom een drugscontrole bij zat. Alles in de camper moest weer worden gecontroleerd. Bij een tweede controle moest Chantel mee naar de chef omdat ze zich agressief zou hebben opgesteld tegen de politieman. Deze was beledigd omdat ze had aangegeven dat we maar met een persoon tegelijk zaken konden doen. Ton was in gesprek met een drugscontroleambtenaar en de politieman stond Chantel te bevragen! Na uitleg aan de chef kregen we onze paspoorten weer terug en kreeg de politieman een uitbrander van zijn chef omdat hij zich zo autoritair had opgesteld tegenover toeristen. Zo kan het dus ook.
Een kilometer of 3 voor de veerboot waar de teerweg op hield was weer een politiecontrole. Na wat vragen van de politieman moesten we de camper achteruit rijden en wachten totdat hij een seintje kreeg als we naar de veerboot konden rijden. We vonden het al vreemd en vroegen of er in de haven dan geen parkeerruimte was. Hierop kregen we geen antwoord. Even later zagen we tot onze verbazing dat een buurtbus door mocht rijden nadat deze in het geniep achter het houten huisje wat geld aan de politieman toeschoof. Vergeten om tot honderd te tellen en de politieman voor een “corrupte hufter” uitgemaakt en verder gereden zonder dat ze nog maar iets te vertellen hadden!
Een kilometer voor de veerboot moesten we op de weegbrug en een ticket kopen. Wij zouden 12.300 kilo wegen, wat volgens Ton niet mogelijk is. Na een “nette discussie” voor 11.000 kg betaald wat toch nog een €18,- was. Bij de veerboot aangekomen was er parkeerruimte genoeg. Verder veel kraampjes om de wachtende nog van een fris drankje of hapje te voorzien en veel verkopers met allerlei voor ons onnodige spullen. Er kwam een verkoper aan het raam met een grote badhanddoek. “Hemakwalitieit” riep hij tegen ons! Toen de veerboot uiteindelijk vertrok draaide deze om en ging op een vreemde manier “de Gambia”over. Na een praatje met de kapitein bleek dat er ook een motor stuk was! Nog een paar maanden en je moet helemaal om de Gambiarivier heenrijden!
In Farafenni de tank volgegooid met onze laatste Dalasi’s. Voor 200 liter had de pompbediende meer dan 20 minuten nodig. Er was geen stroom en de aggregaat gaf duidelijk ook geen 220 volt! Aan de grens werd er door de politiemensen onder elkaar flink geschreeuwd. Er was duidelijk een opstootje en hierdoor was er weinig aandacht voor ons en waren de paspoorten zeer snel gestempeld. Nadat het carnet was gestempeld werd er nog om geld gevraagd en toen duidelijk was dat ze dit niet kregen hield hij het carnet vast. We kregen het niet terug zonder te betalen. We kregen echter ook geen rekening dus betaalden we ook niet. Begonnen met tot honderd te tellen en onze anti corruptiekaartjes weer tevoorschijn gehaald. Zonder pardon kregen we het carnet terug en konden Senegal inrijden. Hopelijk zijn we nu bevrijd van de corrupte bende!
Senegal Na 6 heerlijke dagen in Gambia waren we weer terug in Senegal. Wederom was de grensprocedure, deze keer in Keur Ayib erg netjes en correct. Na de grens werd de weg erg slecht. Het zou een teerweg moeten zijn maar van de teer was nog weinig over en zodoende was de weg echt onbegaanbaar tot 10 km. achter Nioro Du Rip. Vanaf daar was de weg prima tot in Kaolack. Onderweg hebben we nog een bushcamp gemaakt vlak voor N’ Doffane en genoten van de heldere sterrenhemel. De volgende morgen weer fris op pad. Van Kaolack tot aan Fatick was de weg weer erg slecht met veel grote en diepe pottholes.
Vlak voor Mboure werden we weer aangehouden door de politie die aangaf dat we te hard reden. Aangegeven dat dit niet zo was en gevraagd hoe hij dat kon beoordelen. Hij moest het rijbewijs hebben en kreeg natuurlijk een kopie omdat we de zaak niet vertrouwden aangaande het te hard rijden. Hierna ontstond er een discussie of het een kopie was of het echte en vertrok hij met het rijbewijs naar binnen. Chantel ging even later polshoogte nemen hoe het zat met het rijbewijs en na een heftige dialoog werd ze toen ze naar buiten liep weer naar binnen getrokken. Na een handgemeen aangegeven dat we de ambassade gingen bellen, wat ze prima vonden. Hierop hebben we besloten om te vertrekken zonder de kopie van het rijbewijs. Ze waren wederom alleen maar uit op geld en van kwaad komt erger. We zijn niet meer in staat om iedere keer wanneer we aangehouden worden hun het handje te schudden en ze onze tanden te laten zien door middel van een brede “gemaakte” grijns!
In Mboure nog even bij de slijterijgroothandel inkopen gedaan en vervolgens naar Niagia-Peulh aan het Lac Rose gereden wat een avontuurlijk ritje werd door kleine dorpjes met onverharde achteraf weggetjes. Een keer liep de weg gewoon dwars over de vuilniskuil of had men van de doorgaande weg een vuilniskuil gemaakt. Bij Chez Salim weer een heerlijk plekje gevonden in de schaduw van de palmbomen. Niagia-Peulh is de finishplaats van Parijs-Dakar die helaas niet meer hier plaats vind. Na een aantal jaren van betrekkelijke stilte begint hier het toerisme weer toe te nemen.
Vergeleken met vorig jaar toen we ook hier waren is het ontzettend druk. Iedereen probeert er natuurlijk ook een graantje van mee te plukken wat niet voor iedereen is weggelegd. Zo zijn er veel souvenirkraampjes maar niet iedereen heeft dat te koop waar de toeristen interesse in hebben. Deze mensen zijn dan zeer vasthoudend en erg opdringerig en duwen je vaak souvenirs in je handen welke je dan als cadeau krijgt in de hoop dat je er toch nog iets voor betaald. Voor deze mensen is het echt een strijd om te overleven.
Verder is het hier weer erg gezellig. Iedereen kent ons nog van vorig jaar en men is hier ontzettend vriendelijk. Met de motor nog een keer rond het meer gereden waarvan de waterstand erg hoog is door de vele regenval. In vergelijking met vorig jaar word er ook weer veel zout gewonnen uit het meer. Onder het water zit een zoutkorst van 3 meter die men eerst stuk moet hakken om het zout te kunnen winnen. Daarna word het in piroque’s aan wal gebracht waar het verder word verwerkt en in zakken van 18 kilo word verkocht. Ook nog een paar keer naar de kleine dorpjes in de omgeving gereden waar bijna alles met paard en wagen gebeurd. Iedere morgen gaat Ton er op de motor brood halen en deze liggen om 8 uur al netjes in een zakje klaar. Dat is nog eens service!
Waren er vorig jaar nauwelijks groenten en fruit te koop in de omliggende dorpjes; nu is er alles te koop. Dit hadden we dus niet uit Gambia mee hoeven te brengen.Na 4 dagen vertrokken richting St. Louis. Ook onder weg veel fruit en groente te koop en deze keer ook nog ontzettend goedkoop. We hadden natuurlijk weer de nodige politiecontroles.� De eerste keer werden we aangehouden vlak na een spoorwegovergang. Hier hadden we volgens de politieagent een stopbord genegeerd zoals alle andere lokale weggebruikers. We zouden een boete krijgen en deze moeten gaan betalen op het gemeentehuis in de stad en met een betalingsbewijs zouden we het rijbewijs (een kopie natuurlijk) terugkrijgen. Onze gemeende excuses gemaakt en aangegeven dat er in de stroom auto’s waarin we reden niemand was gestopt. Niets hielp en uiteindelijk maar weer het bekende verhaal met visitekaartje verteld waarna we het rijbewijs terug kregen en verder konden.
Bij een volgende controle sprong een politieagent 10 meter voor ons de straat op en gaf een stopteken. Hij had blijkbaar pas op het laatste moment gezien dat er een blanke achter het stuur zat. We moesten flink in de remmen en konden de wagen nog juist voor hem aan de kant stil zetten. Nu werden we bekeurd omdat we geen richting hadden aangegeven toen we de wagen aan de kant parkeerden. Gekker kan het niet en hem aangegeven dat hij veel te laat een stopteken gaf en dat hij blij mocht zijn dat hij niet overreden was! Wederom geen enkel gehoor aangaande ons verhaal en we moesten wederom met een bon naar de burgemeester om de bekeuring te betalen. Hij had nog steeds geen rijbewijs dus dat was niet zo erg. Toch maar weer het bekende verhaal afgestoken en het bonnenboekje verdween in de binnenzak. Rijden maar!
Onderweg veranderde de natuur langzaam van een rood stoffig landschap naar een zanderig duinlandschap. Ook kon men langs de weg merken dat we weer richting Mauritanië reden. Veel dode dieren langs de weg waar de gieren een heerlijke maaltijd aan hadden. Deze “aasgieren” zijn ten opzichte van de politie in ieder geval nog nuttig en ruimen de kadavers langs de weg op. In St. Louis via een piste naar de Zebrabar gereden.
Het was deze keer erg rustig op de camping. Er stond nog een overlander en verder waren er nog een 6 tal jongelui uit Zwitserland die onderweg waren naar Gambia om daar een fiat busje te gaan verkopen en om een paar weekjes vrijwilligerswerk te gaan doen. Aan de bar was het in ieder geval erg gezellig die avond. Ook Holger was weer aanwezig. Hij had vorig jaar samen met Ton de auto gerepareerd, toen deze niet meer wilde starten. Later kwamen er ook nog een viertal Duitsers die hun auto in Gambia gingen verkopen. Toen we met ze aan de praat kwamen bleken het dezelfde personen te zijn waar we vorig jaar bij de kofferbakverkoop de bokworsten en salami’s gekocht hadden. Ze waren in Frankrijk even snel bij de MC Donalds gaan eten en toen ze terug kwamen was er in alle 4 hun auto’s ingebroken. Voor hen dus weinig winst te maken deze keer!
Iedereen die we hier gesproken hebben zat vol met verhalen over de corrupte behandeling aan de grens in Diama en Rosso. Iemand had zelfs $70 moeten betalen voor het stempelen van het carnet omdat dit zogenaamd vanaf 1 januari niet meer zou kunnen. We zijn enkele malen lekker wezen eten in het restaurant. Twee maal hebben we er warthogs gegeten welke illegaal vanuit Mauritanië naar Senegal komen om aan de niet-moslims te worden verkocht. Soms tref je erg vreemde mensen in een restaurant. Zo kwamen er vier Spaanse vrouwen met twee Senegalese gidsen aan bij het restaurant. Men wilde graag eten, maar alleen als de Senegalese gidsen hun maaltijd en drinken gratis kregen. Ze zijn allen dus weer met een lege maag kunnen vertrekken. Verder een stel overlanders die om 10 uur al aan de alcohol zaten en dan dronken tot 16.30 uur waarna men een dutje ging doen. Na het dutje werd er nog een borrel gedronken en om 20.00 uur lagen ze in bed. Ze hadden zoveel bier en wijn van huis uit meegenomen dat men het nodige in Marokko begraven had voor de terugweg. Jammer dat ze niet precies verteld hebben waar anders hadden we misschien nog kunnen gaan “schatgraven”.
We zijn nog een keer met de motor naar het centrum van St. Louis gereden en hebben weer genoten van het ongecompliceerde leven van de bevolking in deze stad. Op het slapen na vind bijna het hele gebeuren plaats op en rondom de straat. Op straat en op de trottoirs word gekookt, gegeten en gewassen en tegelijkertijd lopen er de geiten en koeien rond en probeert het verkeer zich tussen alle huisraad door een weg te banen. Ook nog het grote strand moslimkerkhof bezocht waar de bedelaars naast de miljonairs begraven liggen; zo kan het dus ook!
Vanuit de Zebrabar camping zijn we voor nog een paar dagen naar de 7 Palava camping gereden. Deze camping lag voor enkele jaren terug ook nog aan het binnenmeer maar ligt nu direct aan zee omdat de zee de landtong overspoeld heeft waardoor de toen aanwezige huizen en camping compleet in zee verdwenen zijn. Ook een andere camping met bungalows is inmiddels ontruimd omdat deze binnenkort ook in zee zal verdwijnen. We hebben ons op de camping door Sven en Christine culinair laten verwennen alvorens we vertrokken voor onze trip door Mauritanië.
De laatste 50 kilometer naar de grens werden we nog een aantal malen aangehouden door de politie en de gendarmerie. Twee maal wilde men de verzekeringspapieren en het rijbewijs zien. Deze keer nette gezagdragers dus konden we zonder problemen verder. Aan de grens zat weer dezelfde chagrijnige politieman als vorig jaar. We wisten dus wat we konden verwachten. Vroeg hij vorig jaar nog €10, deze keer vroeg hij maar liefst €15. Alleen maar met verheven stem “NON” gezegd en we kregen direct onze paspoorten terug. Het carnet was snel en zonder problemen geregeld. Na nog even snel een ticket te hebben gekocht voor de dam over de Senegal rivier konden we Mauritanië inrijden. Ondanks de ergernissen van de corrupte politie en gendarmerie hebben we toch weer een leuke tijd gehad in Senegal .
Mauritanië Nadat we de dam over de Senegal rivier waren overgestoken en nog napratend over de corrupte politie en douane bij de Mauritaniërs binnen liepen leek het erop dat de Mauritanische grensbeambten contact hadden gehad met hun Senegalese collega’s. Voor het stempelen van het paspoort vroeg de politieman €10,- en toen Ton aangaf dat hij niet meedeed aan deze corrupte praktijken en “dokter” was werd er vervolgens naar oogdruppels gevraagd want de betreffende ambtenaar had last van zijn ogen. Al hadden we de camper vol gehad dan had hij ze nog niet gekregen!
Verder naar de douane alwaar de camper eerst gecontroleerd moest worden. De douanier die naar binnen kwam keek rond en vroeg meteen waar de koelkast was. Hem deze aangewezen waarop direct het bevel kwam om deze te openen. Op de vraag “waarom” kwam het antwoord dat hij moest controleren of we vis bij ons hadden! Een beetje een vreemd antwoord in een land waar alcohol verboden zou zijn! Hij keek in de koelkast en zei niets over de
aanwezige blikjes bier. Hij had natuurlijk geen vis geroken!
Daarna naar binnen waar een paar douaniers op hun matrassen al tv kijkend lagen te ontbijten. Zeer ongeïnteresseerd en minachtend gaven ze met de mond vol aan dat ze het carnet niet afstempelden omdat we een laisser passer moesten kopen. Aangegeven dat het carnet eenzelfde document is als het laisser passer maar ze bleven bij hun standpunt en gingen verder met tv kijken. De douanier wuifde naar zijn ondergeschikte dat hij iets nodig had en wij werden weggewuifd. Nog eenmaal netjes gevraagd om s.v.p. het carnet af te stempelen zoals ook voorgaande keren was gebeurd. Met verheven stem werd ons duidelijk gemaakt dat we maar moesten vertrekken zonder laisser passer. Naar de wagen gelopen en even overlegt wat te doen omdat we zonder laisser passer grote
problemen konden krijgen met uitreizen. Ton weer terug naar binnen en met het anticorruptie pasje in de hand
nogmaals gevraagd of ze het carnet wilden afstempelen omdat we anders actie zouden ondernemen. Het carnet werd in ontvangst genomen en een van zijn ondergeschikten kreeg de opdracht het te stempelen en te ondertekenen. Dat was ook weer geregeld! Omdat je corruptie met corruptie moet beantwoorden nog even de communitytaks ontdoken door aan te geven dat we dokter waren. Dokters hoeven in gemeentes blijkbaar geen belasting te betalen.
Eindelijk konden we Mauritani via het Nationaal Park Diawling binnen rijden.
We hebben er weer veel verschillende soorten vogels gezien en ook veel warthogs. Dit zijn de wratten zwijnen die illegaal naar Senegal getransporteerd worden om aan de niet moslims verkocht te worden. Onderweg naar Nouakchott kwamen we de intercontinental rally nog tegen. Vorig jaar hadden we 2 dagen bij hun in het
rennerskwartier gestaan en met velen contact gehad. Leuk om te zien dat ze je een jaar later herkennen en met de lichten knipperen of zwaaien. In Nouakchott weer naar Auberge Menata gegaan omdat deze camping vlak bij de chinees ligt. `s Avonds dus lekker bij de chinees wezen eten. Toen we naar bed gingen begon er bij de buren een bruiloftsfeest waar ook een band speelde tot in de vroege uurtjes. Juist toen we eindelijk konden gaan slapen begon de muezzin te zingen. Na een lekker ontbijtje zijn we nog even bij de Marokkaanse slager langs geweest en zijn weer verder gegaan.
Onderweg veel last van een harde noorden wind welke regelmatig in een zandstorm ontaarde. Halfweg hebben we beschutting gezocht en overnacht bij Gare du Nord. Dit is een pompstation met een winkel, restaurant, moskee en bandenreparateur. Er werden banden gewisseld, geplakt en opgepompt. Regelmatig viel de stroom uit en werd er aan ons gevraagd of we even de banden konden oppompen van de wachtende. Men wilde er zelfs voor
betalen, maar dit geweigerd. Na veel handjes schudden en schouderklopjes stapten ze dan weer in de auto en verdwenen de zandstorm in. Even later stopte er een auto naast ons om even naar het toilet te gaan. Toen hij terug kwam werkte de centrale vergrendeling niet meer en gingen de deuren niet meer open. Even aangekeken hoe ze het gingen oplossen en na wat vragen een schroevendraaier uitgeleend. Maar ze kregen hem niet open. Al snel was het geduld op en werd er een raam uit de achterdeur geslagen. Met veel gelach verdwenen ze ook de zandstorm in. Die konden dus echt gaan zandhappen!
De volgende morgen was het windstil en na een ontbijtje en even tanken van ons laatste Mauritaans geldbvertrokken richting de grens. Onderweg komen we plotseling op een nieuw stuk asfalt met allemaal
straatlantaarns, die we in heel Mauritanië nog niet gezien hadden. Het bleek een grote garnizoensplaats te zijn. In de meeste gevallen liggen deze plaatsen onopvallend, hier worden ze in de spotlights gezet. Aan de grens verliep alles zeer netjes en zeer correct. Alles werd tot drie maal toe in de computer gezet evenals onze vingerafdrukken en een digitale pasfoto. Na en half uurtje konden we via het niemandsland naar Marokko rijden.
Op onze route door Mauritanië moesten we deze keer 23 keer stoppen voor politie, douane, gendarmerie of verkeerspolitie. Bij allen was het alleen maar een “fiche” afgeven en met een “Bon Voyage” konden we weer verder rijden. Petje af voor deze zeer nette vriendelijke gezagdragers. We zijn maar twee en een halve dag in Mauritanië geweest maar dat vonden we na de vier weken in oktober voldoende.
Marokko
Nadat we het niemandsland hadden doorkruist met een gemiddelde snelheid van 5 kilometer per uur kwamen we aan de Marokkaanse grens. Hier was iedereen erg vriendelijk en behulpzaam tegen ons en mits je geen gebruik maakt van helpers of vragen van voorrang willen hebben hoef je ook niets extra’s te betalen. Gewoon je geduld bewaren in de chaotische gang van zaken. Er stond een rij van een twintig personen bij de politie voor inschrijving van het paspoort en de auto. Enkelen gingen rechts van ons hetzelfde kantoortje binnen en kwamen er binnen enkele minuten weer uit. Die hadden dus steekpenningen betaald! Ook enkele Senegalese truckers die bij ons in de rij stonden werd gevraagd of ze rechts naar binnen wilden. Met zijn drieën gingen ze naar binnen en waren binnen een minuut weer terug en sloten weer in onze rij aan. Ze moesten betalen voor deze voorrangsbehandeling en dat deden ze niet! Nadat we alle papieren hadden ingevuld moesten we ook weer met de wagen door de rontgen. Nadat ook dit gebeurd was kregen we een goedkeuringsstempel en konden we Marokko binnenrijden.
Nog steeds waaide het ontzettend hard en zijn we na een 80 km bij Motel Barbas gestopt. Hier konden we redelijk in de beschutting van het Motel parkeren. We hebben er heerlijk pizza gegeten en de website bijgewerkt. Later kwamen er ook veel deelnemers aan de Rally Boedapest -Bamako aan bij het motel om te overnachten. De volgende morgen hadden ze ons helemaal ingebouwd met de rallyauto’s zodat we niet weg konden. Nadat we maar een kopje koffie zijn gaan drinken en nog wat aan de website hadden gewerkt konden we ook vertrekken.
Een twintig kilometer verder in Lamhiriz gaan kijken. Hier was nu meer leven dan op de heenweg toen het dorp compleet was uitgestorven. Nu waren er een aantal overwinteraars en ook de vissers waren weer aanwezig. Blijkbaar is oktober geen vismaand want toen was er niemand. Iedereen probeert nu zijn graantje mee te plukken van de visvangst. Jongens die meehelpen de boten op het strand te trekken krijgen hiervoor enkele vissen welke ze aan de camperaars proberen te verkopen. Helaas werd er deze keer niet op garnalen gevist, wat wel zou kunnen als we deze bestelden. Deze keer hoorden we ‘s morgens wel het hondengehuil tegelijk met de aanroep van de muezzin zoals dat in de reisboeken stond beschreven.
De volgende stop was in Porto Rico, een prachtige plek direct aan zee. We hebben er heerlijk gewandeld en kwamen op het strand een aangespoelde walvis tegen. Waarschijnlijk is hij in een vissersnet terecht gekomen en heeft hij dit niet overleeft! Omdat het nog steeds erg hard waaide en het ook nog zwaar bewolkt werd besloten om de dag erop naar Dakhla te rijden. Daar waait het altijd hard, maar daar kun je in ieder geval plaatsen vinden met wat beschutting tegen de wind. Eerst naar het centrum gereden om inkopen te doen. Hier op de markt is het weer een paradijs aan verse groenten en fruit. Daarna naar camping gereden waar we de dieseltoevoegingen, “BDC” en “Grotamar 71” hebben opgehaald. Dit zijn de toevoegingen tegen de dieselbacterie waar we 5 maanden geleden last van hadden. Mike en Marion hebben deze vanuit Holland meegebracht en 3 maanden geleden hier voor ons achter gelaten. Mike en Marion; nogmaals “hartelijk bedankt” . Al hadden we de bacterie met onze alcoholtoevoegingen aardig onder controle toch maar direct alle 3 de tanks voorzien van de toevoegingen. Hopelijk zijn we dan voorgoed weer bevrijd van deze dieselbacterie.
Vanuit Dakla zijn we naar het publieke strand P25 ( wat betekent 25 kilometer van Dakhla verwijderd) gegaan waar we ons tussen de “tupperware” campers genesteld hebben. Hier stonden we achter de heuvels in ieder geval uit de wind en er was ook het nodige te doen en te zien. Hier staan veel kite surfers uit heel Europa.
Vanuit p25 zijn we naar Oued Craa gereden. Dit is een klein vissersdorpje wat lekker beschut ligt door de hoge klippen rondom. Wederom veel Franse en Italiaanse overwinteraars hier. Rond vijven kwamen er twee vissersbootjes binnen met de nodige vis aan boord. Met twee tractoren werd de vis naar de visafslag gereden waar alles gesorteerd werd en daarna gewogen en geveild. Voor alle toeristen bleven er wel wat vissen over en deze werden dan ook spontaan uitgedeeld. Sommigen brachten het snel naar de camper en gingen op een andere plaats staan kijken zodat ze nog een keer een portie kregen. Zo komt een Fransman met zijn pensioen toch nog mooi de winter door in Marokko.
Dat het vissen met de kleine bootjes niet ongevaarlijk is bleek uit de vele bootjes die er gebroken op het strand lagen. Te zwaar beladen met vis komen ze in de hoge golven in de problemen en breken dan in tweeën. Ook groeien er veel mosselen op de afgebroken klippen die in de zee lagen. Iedereen liep er met emmers mosselen rond en overal lagen de lege schelpen. Ook werd er nog veel met de werphengel gevist, maar niet gezien dat er iemand iets ving. Is ook niet nodig met de visafslag achter de camper!
Na twee dagen hadden we het hier ook wel weer bekeken en ondanks de Noordwesterstorm waar we weer recht tegen in moesten hebben we ons toch maar weer op de weg gewaagt. De King consumeert wat meer als hij zo hard moet werken,maar met een dieselprijs van €0,63 vinden we het wel verantwoord! Onderweg tot twee maal toe een radarcontrole op tijd gezien en helaas was drie maal deze keer geen scheepsrecht voor ons. We werden dan ook aangehouden door de Gendarmerie en in Marokko helpen geen excuses of andere verhalen. Na veel discussie en geruzie moesten we 300 Dirham ( €30 ) betalen voor 8 kilometer te hard. Gezien het feit dat een brood hier 1 Dirham kost kregen we dus een boete van 300 broden. Als je het terug koppelt naar Hollandse begrippen en uitgaat van een broodprijs van €2,50 zouden we dus een bekeuring hebben gekregen van €750. We hadden 68 gereden daar waar 60 was toegestaan. In eerste instantie gaven we aan niet genoeg geld bij ons te hebben en eerst te moeten pinnen en toen kwam de vraag wat we dan wel konden betalen! Op de radar was te zien dat ze me precies gemeten hadden daar waar het bordje met 60 stond, maar ook daar was geen discussie over mogelijk. Je mag er 100 rijden en dan ineens staat er een bord met 80 en 20 meter verder eentje met 60. Met gebruik van de motorrem ga je dus nog altijd te hard. Je moet al flink in de touwen met het risico dat iemand anders achterop knalt! Omdat je als toerist een politienummer in je paspoort hebt staan durfden we ook niet te gaan en ons kopie van het rijbewijs achter te laten. Uiteindelijk dan toch maar na 88 duizend kilometer onze eerste bekeuring in Afrika betaald en gewoon met bekeuring zodat ze het niet zelf in hun zak konden steken! Iedere politieman heeft een eigen nummer op zijn jasje zitten en toen ik dit wilde noteren mocht dat niet en werd het nummer afgeschermd. Dat duurde dus maar heel even want ook in Marokko is tot honderd tellen erg moeilijk. Uiteindelijk demonstratief zijn nummer op het proces verbaal geschreven en vertrokken na eerst nog even het bord gecontroleerd te hebben. Maar goed dat we wind tegen hadden anders was de bekeuring nog hoger uitgevallen! Ondanks dat het redelijk opgeleide Gendarmes leken waren ze echter toch niet in staat om al onze kopieën van echt te onderscheiden. Ook vreemd als je denkt in een wat meer ontwikkeld land rond te rijden.
In Laayoune aan het strand op een parking geparkeerd alwaar we direct bezoek kregen van twee Gendarmes die een fiche kwamen halen. Ze vroegen zoals altijd netjes hoe het ging en kregen dus direct het verhaal over hun collega’s te horen. Hen gevraagd wat 8 km te hard kostte en het antwoord was 100 Dirham, oftewel €10,-!!!!!!!!! Toen ik ze het proces verbaal liet zien veranderden ze van gedachten; het was sinds kort verhoogt naar €30,- i.v.m. de vele ongelukken die er gebeurd waren. Daar waar we de bekeuring kregen was het bovendien maar liefst een 6 baans weg waar misschien maar 1000 auto’s per dag gebruik van maken. Heb ze toen maar even in mijn beste Frans proberen duidelijk te maken wat toeristen prijzen zijn en dat ik daar niet blij mee was! Wat een “toer is ‘t” ! Als je te hard rijd krijg je een bekeuring en deze moet betaald worden! Daar zijn we het helemaal mee eens, maar niet met de manier waarop en alle corrupte toestanden er om heen!
De volgende ochtend weer verder na eerst een wasje gedaan te hebben wat in de storm binnen een half uur droog was. De strandweg van Laayoune Plage naar Tarfaya genomen welke nieuw was en breder dan de hoofdweg. Op een gegeven moment verliest een vrachtwagen met oplegger een spatbord en stopt. Op het moment dat wij er aan komen rijden gooit de chauffeur de deur open die dus tegen onze spiegels aanknalt. Deze klappen met een grote knal tegen het zijraam die deze keer i.v.m. de harde wind gesloten was, geluk bij een ongeluk. Beide spiegels echter in gruzelementen en iedereen goed geschrokken. Van de andere chauffeur alleen maar excuses in het Arabisch, Frans en het Engels. Het was een arme stakker en had geen stuiver op zak, dus viel er ook niets te vergoeden. Wel nog een handtekening laten zetten onder een schadeformulier en een foto genomen van zijn verzekeringspapieren. Daarna maar weer verder en in Tarfaya nog even alle tanks volgegooid met de goedkope diesel. We verlaten de West Sahara en nu word de diesel een €0.20 duurder. Met 500 liter diesel heb je dan mooi €100,- bespaard voor een paar nieuwe spiegels. Deze keer zit het niet mee in Marokko, want naast de kapotte spiegels is de voorruit ook al kapot door een opspattende steen van een tegenligger.
Vanaf Tarfaya richting Tan Tan is de weg vernieuwd en een stuk breder gemaakt. Dat is weer gewoon doorrijden als je een tegenligger tegenkomt! We zijn verder gereden naar Lac du Naila alwaar het zeer druk was.Toch nog twee dagen kunnen genieten van het prachtig stuk natuurschoon. Vorig jaar moest men hier nog betalen en was het relatief rustig. Nu kon men er gratis staan en blijkbaar moeten de Fransen en Italianen ook op de kleintjes letten en vandaar hun keuze voor deze plaats! Chbika was de volgende stop waar het ook erg druk was. Grote garnalen gekocht en deze in de knoflook gebakken. Een heerlijke afwisseling na ons biefstukdieet! Omdat het ook hier ook weer zeer hard waaide besloten om wat meer naar het binnenland te gaan.
In de Oase van Tighmert aan de rand van het oued overnacht. ‘s Morgens eerst een flinke wandeling gemaakt naar de bron van de oase alvorens verder te rijden naar Tiznit. Vanuit de oase over een bijna niet bereden piste naar Bouizarkane gereden. Het was weer een leuk avontuur om op de luchtlijn van de GPS te rijden! Via de Tizi-Mighertpas naar Tiznit gereden. Daar weer naar camping Tazerzite gegaan alwaar we vorig jaar ook waren. Toen was de camping nog maar juist een week open en nog niet bekend. Nu blijkbaar wel want hij stond bijna helemaal vol en was nog volop aan het uitbreiden. Zoals overal hier word er flink aan de weg getimmerd. De dagtemperaturen zijn hier mits de zon schijnt heerlijk. Als de zon rond 18.00 uur onder gaat koelt het heel snel af met tegen de morgen een temperatuur van rond de 8 graden. Met de motor diverse malen naar Tiznit gereden. Hier hebben we schoenen compleet laten verzolen voor maar €3. Ook hebben we hier hoezen laten maken voor over de reservebanden. Met de stof en het maken kosten deze maar €20 per stuk. Verder natuurlijk weer heerlijke verse groenten en kilo’s aardbeien gekocht voor de broodnodige vitaminen.
Terwijl we voor de camper in de avondzon zaten te genieten van een pilsje werden we aangesproken door een Duitse mevrouw die het een en ander wilde weten over de grensprocedure Mauritanië – Marokko. Niet veel later komen we er achter dat zij Edith Kohlbach is, de auteur van reisgidsen waarvan wij ook een exemplaar in ons bezit hebben. Natuurlijk vond er een uitgebreide evaluatie plaats van haar boek en konden we voor het eerst onze op- en aanmerkingen daar kwijt waar het hoort!
Voordat we weer verder gingen nog eerst even de stad ingereden en de voorraad op pijl gebracht. Omdat het zondag was stonden de leswagens nu stil en kregen we de gelegenheid om er een foto van te maken. Hier in Marokko hebben leswagens namelijk ook twee sturen, iets waar we nog nergens anders op de aardbol gezien hebben. Zouden de instructeurs hier zo weinig vertrouwen hebben in hun leerlingen? Via Oued Massa naar de kust gereden tot in het dorpje Sidi Ouassai. Het was een mooie route. In de droge rivierbedding hadden veel keuterboertjes hun akkertjes. Vanuit Sidi Ouassai hebben we een piste genomen door de duinen en over de klippen richting Tifnit. Onderweg nog grotwoningen in de kliffen gezien alwaar de vissers nog altijd wonen. Tifnit is een pittoresk vissersdorpje dat geheel tegen de vloedlijn van de zee is aangebouwd . Veel huisjes zijn nog steeds bewoond ook al slaan de golven bij vloed tegen de muren.
De volgende morgen was het koud en bewolkt en zijn we naar Agadir gereden om te gaan winkelen. Als toerist ga je dan inkopen doen bij de Marjane omdat dit de enigste winkelketen is welke alcoholische dranken verkoopt. De parkeerplaats stond zo vol met campers dat ze er op de grootste camperbeurs in Dusseldorf nog jaloers op zouden worden. Blijkbaar had iedereen zijn voorraadje drank op en moest er dus weer ingekocht worden. Richting zuiden is er namelijk geen druppel te koop. Wij gaan richting noorden en gezien het feit dat we nog genieten van onze goedkope Senegalese voorraad hadden we behoudens wijn niet veel nodig. Bovendien komen we er nog meer tegen!
Na het winkelen naar Aourir gereden waar we aan zee tussen honderden andere campers een plaatsje gevonden hebben. De “witte plaag” word steeds groter! Vanuit Aourir weer het binnenland in om een mooie route te rijden door de Vallee du Paradis. De weg liep gedeeltelijk door een diepe kloof en was soms erg smal door de uitstekende rotsen. Boven in het dorp Imouzzer aangekomen waar we weer richting de kust wilden rijden werden we aangehouden en kregen we te horen dat de weg nog smaller werd en dat we te breed en te hoog waren. Via een grote omweg en over een pas van 1600 meter kwamen we uiteindelijk toch weer aan zee uit. Onderweg veel bloeiende amandel en kersenbomen gezien. In Imessouane plage een mooi plaatsje gevonden voor de nacht. Het dorp is ook een klein idyllisch vissersdorp waarvan de huisjes tegen de steile rotsen zijn gebouwd. Voor de kust lagen zeer grote kliffen in zee waarop de golven kapot sloegen en een watergordijn veroorzaakte van wel 30 meter hoog.
Onderweg naar Essaouira “de King” na 5 maanden eens grondig laten reinigen. Dit was namelijk nog nergens gebeurd en aan de onderkant zat op plaatsen wel 5 cm rode klei. De gehele wasserette was rood gekleurd en de jongen die hem moest wassen klaagde steen en been en wilde de prijs maar verhogen in verband met extra werk. Verder gaf hij aan van de baas niet op het dak te mogen omdat dat te gevaarlijk was. Het dak hebben we zelf dus maar even met de hogedrukspuit schoon gespoten. Na een uurtje wassen en spuiten was de King weer mooi glimmend schoon en tientallen kilo’s lichter! Via een mooie route door het binnenland naar Essaouira gereden en ons aan de haven geparkeerd.
Waren we hier 17 jaar geleden nog bijna de enigste toeristen en stonden we toen in ons eentje met de camper in de haven, nu is het een komen en gaan van campers en dagelijks arriveren 10-tallen touringcars met toeristen om het mooie havenplaatsje te bezoeken. Om in te spelen op de grote toeristenstroom zijn veel woningen omgebouwd tot restaurant of souvenirwinkel. De mensen die er vroeger woonden hebben nu een nieuwe woning buiten de Medina. Wij hebben ons deze keer maar aangesloten bij het massatoerisme en zijn op jacht gegaan naar souvenirs voor onszelf en onze “opdrachtgevers”! Na vier leuke dagen en vele bezoekjes aan de medina waar we veel inkopen hebben gedaan zijn we vertrokken naar Had Draa.
Had betekend zondag en Draa betekend Markt. Hier is dus elke zondag een van de belangrijkste markten van zuid Marokko. De markt bestaat uit twee delen; de eigenlijke markt waar zowat alles te koop is en de veemarkt. We zijn op beiden een kijkje gaan nemen en hebben ontzettend genoten van de sfeer en alles wat we weer tegen kwamen. Op de veemarkt gebeurden helaas ook minder leuke dingen en wat dat betreft is er hier nog werk aan de winkel voor onze Marian. De koeien werden 2 etages hoog op de vrachtwagens geladen en dat gebeurde niet zachtzinnig. Ook lagen er overal kadavers van minder gelukkige dieren die het transport of het laden/lossen niet overleefd hadden. Op de slagersafdeling hebben we onze ogen uitgekeken aangaande de diversiteit die overal naast en door elkaar lag. Direct naast de slagersafdeling waren grote tentrestaurantjes waar de verse barbecue producten gretig aftrek vonden. Verderop op de kippenafdeling lag overal vers bloed van de net geslachte kippen en de veren vlogen er in het rond. De groente en fruitafdeling was een lust voor het oog en we hebben dan ook maar weer wat groenten en fruit ingekocht omdat we ze als Hollanders niet konden laten liggen voor die prijzen. 1 kilo mandarijnen €0.20, een bloemkool €0.40, verse erwten €0,60 per kilo. We hadden hier wel een week kunnen blijven om op deze markt rond te slenteren. Ook het oude houtambacht en het op de oude manier smeden van het ijzer vonden er nog plaats.
Toen we weer vertrokken zagen we onderweg overal langs de weg ezeltjes staan met om hun hoofd een etenszak. Naar later bleek waren deze door hun baas achter gelaten die met de bus verder waren gegaan naar de markt. De ezeltjes hadden hun baas vanuit de bergen naar de hoofdweg gebracht en stonden te wachten om hem weer naar huis terug te vervoeren! In Souiria Kenema, een klein vissersdorpje, aan het strand een plaats voor de nacht gevonden.
De volgende stop was in Safi. Safi is het pottenbakkerscentrum van Marokko. Naast de medina ingang Bab Chaba ligt de Coline des Potiers. Tegen de heuvel aan gebouwd bevinden zich de pottenbakkersateliers met hun ovens. Een klein rondje gemaakt en bekeken hoe het proces van het maken van de potten en schalen verloopt. Omdat het de afgelopen nacht flink had geregend kwamen we terug met extra zolen onder de schoenen; deze keer van klei! Nadat de schoenen waren ontdaan van de klei zodat we weer zonder uit te glijden onze weg konden vervolgen hebben we enkele winkeltjes bezocht die het keramiek verkopen. Hier onze laatste spullen gekocht voor onze “opdrachtgevers”. Het werd een hard onderhandelingsgevecht want blijkbaar komen hier veel toeristen die de vraagprijs direct betalen. Ook nog even in de Medina rond gewandeld waarna we weer klaar waren met ons toeristische uitstapje.
Vanuit Safi weer verder richting het noorden alwaar het snel steeds groener word en er steeds meer landbouw plaats vind. Het is oogsttijd in deze streek en overal worden wortels, uien, aardappels, kolen en bloemkool geoogst. Vaak nog met de hand en soms machinaal. Gebeurd het met de hand dan zie je honderden vrouwen naast elkaar de wortels uit de grond halen. Deze worden dan met ezels naar een verzamelplaats gebracht en zo zie je dus ook tientallen ezels hun diensten bewijzen. Naast de weg word natuurlijk ook het nodige aangeboden. Verser kan het niet!
In Oualidia een mooie camperplaats gevonden. We werden verrast door vele bezoekers die aan de “deur ” kwamen zoals de visboer, de groenteboer, de bakker en de catering . Bij de visboer toch maar een paar scholletjes gekocht die voor de kamperdeur werden schoongemaakt. Rechtstreeks vanuit zee de koelkast in! De volgende morgen zagen we dat de kleine kinderen hier al met hun vaders of moeders om 8 uur in de speeltuin aan het spelen waren. Hier geen teletubbies om de kinderen zoet te houden, maar ouders die zelf ook op staan en naar de speeltuin gaan in het dorp. In iedere wijk staat hier nog wel een speeltuintje waar de kinderen veel plezier beleven. Voor de ouders is het een plaats om weer van alle nieuwtjes in het dorp op de hoogte te geraken. Hier kwamen we ook tot twee maal toe een reisgezelschap tegen van Nederlandse campers die georganiseerd met de NKC of de ACSI reizen. Velen komen vragen of ze een foto mogen maken van “de King” waarna er natuurlijk ook een praatje plaats vind. Iedereen die we gesproken hebben gaf aan dat je eigenlijk gemakkelijk zelfstandig in Marokko kunt rond reizen maar dat het onbekende hun heeft doen besluiten om het op deze manier te doen. Een tweede keer gaan ze lekker alleen!
Vanuit Oualidia naar El Jadida, Larache en Ashila gereden en overal een nachtje overnacht. Alle drie de steden hebben een ommuurde medina met restanten van de Portugese overheersing in de vorm van versterkte forten. Asilah vonden wij het leukste plaatsje. Naast het toeristisch deel had het ook een heel gemoedelijk oud centrum waar alleen maar Marokkanen kwamen. Hoe het komt weten we niet, maar wij vinden de plaatsen waar we geen toeristen tegen komen ondertussen mooier! Hier wordt elk jaar een cultureel festival georganiseerd en dan worden er op de witte muren prachtige kunstwerken geschilderd. Helaas regende het de volgende morgen pijpenstelen en zijn we maar weer verder gegaan.
Onderweg kwamen we enkele ticketbureautjes tegen en daar geïnformeerd naar een ticket naar Algeciras in Spanje. Bij de goedkoopste een open ticket gekocht van Ceuta naar Algeciras met de vleugelboot die in 35 minuten aan de overkant is. Nu konden we nog altijd bekijken wanneer we de overtocht gingen maken. Ondertussen ging het steeds harder regenen en waaien en besloten we om maar door te rijden naar Ceuta. Over de steile bergwegen kwamen we op een rotonde bij de grens aan. De grensposten liggen aan de rotonde en wij wilden dus de 2e afslag nemen. Een drietal politieagenten begonnen zich er mee te bemoeien en ik moest de eerste afslag nemen en richting Tetouane rijden. Duidelijk gemaakt dat ik niet meer naar Marokko wilde maar naar Spanje. Wederom was er geen discussie mogelijk en moest ik richting Tetouane. Direct werd duidelijk waarom. We moesten achteraan sluiten in een file van Marokkanen en Spanjaarden die allemaal naar Ceuta moesten. Neem van ons aan dat er geen grotere chaos kan bestaan dan tussen Spanjaarden en Marokkanen in een file. Ze proberen allemaal voor te dringen en schuwen het niet om elkaar even aan te duwen of van de weg af te drukken. Op een gegeven moment hebben we ze het extra moeilijk gemaakt door de complete weg te gaan gebruiken waardoor men niet meer rechts langs op ons kon rijden. Verder werd je overal lastig gevallen door ” helpers” die je dan weer even zogenaamd sneller de grens over helpen. Na een drie uurtjes in de file te hebben gestaan bereikten we eindelijk de grens. Daar kwamen we eerst nog een “spastische man” tegen die nu achter de rolstoel aan liep en eerder in de file tussen de auto’s door reed in de rolstoel en snel een weeksalaris had opgehaald!
Na toch al heel wat te hebben meegemaakt bij alle grensovergangen hebben we hier met grote ogen de onmogelijke chaos gade geslagen die er bij de politieposten en de douane plaats vond. Wij werden netjes en beleefd geholpen. De paspoorten konden we vanuit de auto aangeven en deze werden netjes gestempeld. Zo werd ook het formulier van de douane netje afgestempeld. In principe zou je dan klaar zijn maar toch moest de gehele auto onderzocht worden omdat ze in het paspoort hadden gezien dat we ook in Senegal waren geweest. Met 3 man sterk kwamen ze de camper in en voor het eerst moesten ook de banken omhoog. Alles moest open en overal werd met schroevendraaiers op geklopt; zo ook overal tegen het plafond. Aan de buitenkant werden de dieseltanks ook minutieus bekeken en beklopt. Het deed ons denken aan de praktijken van 1997 toen ze bij meerdere caravans de deuken in het plaatwerk sloegen om maar wat guldens te krijgen. Blijkbaar is er nog steeds niet veel veranderd. Geef je ze een paar euro dan mag je verder zonder controle!
Aan de Spaanse grens had men zelfs geen paspoort nodig en konden we overal gewoon doorrijden. De drugshonden stonden klaar, maar men had geen interesse in ons. Bij de Lidl goede wijn en allerlei lekkere Franse kaasjes gekocht. In de winkel kregen we niet de indruk al in Spanje te zijn. Heel Marokko was inkopen aan het doen bij de Lidl. Omdat het nog steeds erg slecht weer was hadden we ook geen zin meer om nog langer in Ceuta te blijven en dus besloten om de overtocht nog dezelfde avond te gaan maken. Op het haven terrein werden alle voertuigen nog een keer grondig gecontroleerd op illegale medereizigers. Voor ons stond een oplegger met de deuren open die gecontroleerd werd. Nadat men met drie man de truck gecontroleerd had werden de deuren door de chauffeur gesloten. De truck werd nog even aan de onderkant gecontroleerd en toen werd er alarm geslagen. Recht voor onze neus zagen we dat ze 2 illegalen onder de vrachtwagen uit haalden die zich boven op de assen verscholen hadden. Veel heen en weer geschreeuw en toen moesten de deuren van de truck ook weer open. De chauffeur moest naar binnen en even later kwamen er nog 3 illegalen uit de oplegger. Deze hadden zich blijkbaar goed tussen de lege pallets weten te verstoppen.
Gelukkig hadden wij geen medereizigers aan boord en even later stonden we op de ferry. Ondanks de hoge golven gaf deze flink gas en de kotszakjes vonden dan ook gretig aftrek. In 35 minuten waren we een ruwe straat van Gibraltar overgestoken en in Spanje gearriveerd. Daar een plaatsje gevonden op de parkeerterreinen van een groot winkelcentrum en voor de eerste keer deze reis niet gekookt of uit gegeten maar genoten van de Franse kaasjes, de droogworsten en een goed glas wijn. Toch wel lekker om weer in Europa terug te zijn!