Afrika 2010-2011 (2, deel 1)
Tanzania
De grensprocedure verliep snel en gemakkelijk. In 5 kwartier hadden we alles geregeld, inclusief een visum. We waren natuurlijk wel weer wat dollars lichter. De geasfalteerde weg hield op toen we de grens over gingen. De route was mooi door de bossen; de weg was een gravelweg met diepe gaten en dus minder mooi. Verder waren er veel omleidingen omdat er voorbereidingen werden getroffen om een geasfalteerde weg aan te leggen. De gemiddelde snelheid lag op 20 km per uur. Lekker opschieten dus! Wanneer de weg klaar is weet niemand.
In Tanga hebben we pogingen ondernomen om geld te wisselen. Dit was echter nergens meer mogelijk omdat alle banken en wisselkantoren om 15.30 uur dicht gaan. Je word er van het kastje naar de muur gestuurd. Iedereen wil je helpen en zegt op een of andere manier maar “ja”. Men durft je geen “Nee” te verkopen. Gelukkig konden we wel pinnen en zo hadden we in ieder geval Tanzaniaanse Shillingen. Tanga is de tweede havenstad van Tanzania. Er was voor een havenstad weinig activiteit. De grootste havenstad is Dar es Salam. Dit is tevens de hoofdstad. Deze bezoeken we in oktober omdat we er dan direct wat reservebanden op gaan halen welke we vanuit DLD laten verschepen. Over een redelijke gravellroad naar Peponi Beach gereden. In Peponi Beach ( www.peponiresort.com) een leuke plek aan zee gevonden. We zijn een dag met een boot weggeweest om te snorkelen. Het koraalrif was erg mooi met veel vissen in allerlei maten en kleuren. Geluncht hebben we op een hagelwit zandeiland. Toen het vloed werd verdween het eiland onder water en moesten we snel met de boot terug naar het vaste land. De boten worden gemaakt van Mangobomen en hebben aan twee kanten een houten drijver zodat ze niet om kunnen slaan. Het lijkt dus meer op een catamaran. Misschien zijn de Mangoboten wel de voorloper van de catamarans! Aan zee was het overigens erg warm. Door de hoge luchtvochtigheid was het flink zweten.
Na 3 dagen Tanzaniaans strand zijn we naar Moshi vertrokken. In Moshi op camping The Honeybadger (www.hbcc-campsites.com) ons bivak opgeslagen. In Tanzania zijn (behoudens in Arusha) geen grote supermarkten meer dus even snel inkopen doen was er niet meer bij. Alles moet weer op de markt, langs de weg of in kleine winkeltjes verzameld worden. De verjaardag van Chantel gevierd door lekker uit te gaan eten in het restaurant van de Honeybadger. Germaine en Wim hadden onze privé tuin versierd wat een extra bijdrage was aan de feestvreugde. De camping ligt aan de voet van de Kilimanjaro. We hadden ‘s morgens het geluk om de Kilimanjaro te kunnen zien. Meestal is deze hoogste berg van Afrika achter de wolken verscholen. Het was een indrukwekkend gezicht om een berg met sneeuw op de top midden in Afrika te zien. Aan de voet van de berg 35 graden warm en dan sneeuw zien; het liefst hadden we naar boven willen rennen! Helaas hadden we er geen tijd voor!
Met de motor is Ton de stallingsplaats voor ‘Dancing King’ al wezen bekijken en daar werd hij erg gastvrij ontvangen door de ‘Nederlandse Farmers’. 22 maart gaan we er naar toe om alles in orde te maken en de 24e worden we door personeel van de farm naar Kilimanjaro Airport gebracht. Onze eerste etappe in Afrika zit er dan weer op!
Chantel had die nacht last gekregen van een wat dik gezicht en was bang voor een of andere ontsteking. Gelukkig had ze geen pijn. De volgende morgen was de zwelling toegenomen en bleef er niets anders over als naar een tandarts te gaan. Via een Duits echtpaar met goede connecties in Moshi het adres van een ‘goede’ tandarts gekregen. Dat is overigens niet zo moeilijk of niet zo gemakkelijk want in heel Tanzania zouden maar 7 tandartsen zijn, iets wat we ons moeilijk konden voorstellen. Daar aangekomen sloeg de schrik toch wel toe. De wachtkamer werd multifunctioneel gebruikt. Het was tevens kantoor en inloopruimte voor iedereen; ook voor mensen die er niets te zoeken hadden. In de behandelkamer was het helemaal even flink slikken. De tandartsenstoelen en andere zaken in deze ruimte waren ernstig over de datum.(Zeker 50 jaar oud!) Nadat duidelijk werd dat er in ieder geval wel steriel gewerkt ging worden toch maar aan de behandeling begonnen. Dokter Nduka was erg aardig en werkte met steriele instrumenten en gaasjes. Omringt door 3 assistenten en 4 leerling-tandartsen maakte hij een snee in het abces nadat hij het had verdoofd. Dit gebeurde gewoon met een naald voor intramusculaire injecties wat dus wel even pijn deed! Om een goede afvloeiing van de pus te garanderen deed hij er zoals hij zelf zei een rubbertje in. Dit was een met zorg afgeknipt stukje van zijn latex handschoen wat hij vervolgens in de snee stopte. Zo zie je maar weer hoe je bepaalde dingen multifunctioneel kunt gebruiken. Chantel kreeg een verwijsbrief mee om twee dagen later in de Tandkliniek een foto te laten maken om te kijken wat de oorzaak was van de ontsteking.
De Tandkliniek bleek een onderdeel te zijn van het streekziekenhuis van Moshi. Hier was het vol met mensen die zaten, stonden of lagen te wachten op een consult of behandeling. De ziekenzalen waren grote barakken met wel 40 tot 60 bedden erin. Je keek van buiten zo door de deur de zalen in en zag de zieken in bed liggen. Alles zag eruit zoals we wel eens gezien hadden op het nieuws of in documentaires. Direct was duidelijk dat wanneer er iets aan de tand moest worden gedaan dat daar niet zou gebeuren. We konden nog altijd terug rijden naar Nairobi in Kenia alwaar vele Europese tandartsen een praktijk hebben. De röntgenfoto werd genomen in een vies kamertje met verouderde apparatuur. De foto werd ontwikkeld waar we bij waren en deze kregen we mee om samen met Dr. Nduka te bekijken en de eventuele behandeling te bespreken. In het ziekenhuis was Dr. Nduka niet te vinden en bij veel navragen werden we naar zijn privépraktijk gestuurd in de stad. Daar echter ook geen Dr. Nduka en dus weer terug naar het ziekenhuis. Na een aantal malen het ziekenhuis te hebben doorkruist en in vele ruimtes navraag te hebben gedaan vonden we dokter Nduka na hem gebeld te hebben. Hij zat in een ruimte met 4 tandartsstoelen alwaar assistenten aan de lopende band tanden aan het trekken waren. Nadat dokter Nduka de foto had bekeken zei hij dat dit moest worden behandeld met een operatie en dat we konden beslissen om dat hier of in Nederland te laten doen. We hadden hem al verteld over een week naar Nederland te reizen. (was 3 weken!) De beslissing was niet moeilijk. We wachten tot we in Nederland zijn met een eventuele behandeling. Tot die tijd zal de antibioticakuur wel zijn werk doen! Wij waren in het ziekenhuis de enigste 2 blanken tussen duizenden negers wat een vreemd gevoel gaf. We konden ons voorstellen wat de eerste donkere mensen in Nederland hebben meegemaakt.
Terug op de camping zijn we snel in gaan pakken en vertrokken naar Arusha. Op camping Masaicamp neergestreken. Hier hebben we een safari naar Serengeti Nationaal Park en Ngorongoro game-reserve geboekt. Om met kDancing King’ in de parken binnen te komen moeten we 300 dollar per dag betalen en dan nog 50 dollar entree per persoon per dag en 30 dollar kampeergeld per persoon per dag. Dat is niet te betalen dus hebben we de truck achter gelaten en zijn per jeep de parken ingegaan. We vertrokken in een safari-jeep, waar het dak van omhoog kon zodat we het wild goed konden zien. Er ging ook een chauffeur/gids en een kok mee. Verder was in de Jeep alles aanwezig om 3 dagen te kamperen. Tenten, matrasjes, kookgerei, etenswaren en water lagen achterin de jeep en boven op het dak.
De safari was fantastisch! We hebben erg veel wild gezien en kunnen weer de nodige nieuwe soorten aan onze lijst toevoegen; gnoe’s, leeuwen, neushoorns, topi’s, elandgazelles, gouden jakhalzen, hyena’s, kroonkraanvogels, koritraps, steenarenden en een luipaard. De eerste dag tijdens de gamedrive in Serengeti waren we getuigen van een jachtpoging van 3 leeuwinnen op een zebra , welke helaas mislukte. We hebben ook veel, heel veel zebra’s, gnoes en gazelles gezien. De veelheid van wild maakte Serengeti indrukwekkend.
We hebben in Serengeti overnacht op een campsite die erg eenvoudig was, geen elektra. hurk wc’s en weinig water. We moesten zelf onze tentjes opzetten. Dat was een paar jaar geleden dat we dat hadden gedaan. Koken werd voor ons gedaan en aan een mooi gedekte tafel werd ons eten door de kok geserveerd. Het eten smaakte prima en na een kop koffie en een borrel tegen de maagpijn zijn we een poging gaan ondernemen om te slapen.
De tweede dag werden we na een slapeloze nacht tussen huilende hyena’s om 6 uur op een kop koffie getrakteerd waarna we na een gamedrive en een brunch in Serengeti naar een camping gebracht werden boven op de kraterrand van de Ngorongoro. Dit was de enigste camping op de kraterrand dus het was er vol met tentjes en mensen. Hier hadden we een prachtig uitzicht op de kratervloer en met de verrekijker konden we het wild zien lopen. Tegen het vallen van de avond kwam er een 60 jaar oude mannetjes olifant water drinken op de camping. Hij opende met zijn slurf een watervat en slurpte deze leeg. Iedereen was in rep en roer. Mensen vluchten de wc op om zich te verschuilen, niet wetende dat een olifant van 8 ton zwaar zo de deur kan open maken om uit de wc te gaan drinken. Nadat het donker was kwam de olifant terug. Hij had schijnbaar nog dorst. Met de slurf opende hij ditmaal een kraan om te drinken. We hoorden van onze gids dat de olifant een vaste gast was op de camping. Hij komt bijna elke dag langs om te drinken.
Na weer een slapeloze nacht; ditmaal door de kou zijn we voor een gamedrive de krater in gegaan. Op weg de krater in zagen we eerst een hyena zitten en 2 gouden jakhalzen lopen. Niet veel later liepen er 2 leeuwinnen met 6 welpen. Zij waren op weg naar een waterplas waar zebra’s en gnoes aan het drinken waren. De krater zat vol kuddes met honderden zebraks, gnoes buffels en leeuwen. We hebben hier ook wel van een grote afstand 5 neushoorns gezien.
De diversiteit van wild op een relatief kleine oppervlakte was adembenemend. De tocht de krater uit was spectaculair. Het was een smal, steil bospad met een prachtig uitzicht op de kratervloer. Nadat we de kampeerspullen en de kok op de camping hadden opgehaald zat de safari er op en werden we terug gebracht naar de camping in Arusha. In een restaurant een pizza gaan eten en toen zonder slaapmutsje naar bed; zo moe waren we!
Onderweg veel Masaai en Masaai-Manyattaks gezien. De Manyatta’s zijn een groepje hutten van riet met een afrastering van takken om het wild buiten te houden. Een Manyatta is een groep hutten van een man met voor elke van zijn vrouwen een eigen hut. De meisjes wonen bij hun moeders tot ze gaan trouwen. De jongens verhuizen als ze 6 zijn naar de hut van hun vader. Ze zien er erg kleurrijk uit in rode ‘kleding’. De kleur rood staat voor kracht, bloed en moed. De vrouwen dragen veel sieraden om hun hals,armen,enkels en in de oren. Ook de mannen dragen sieraden om de armen, enkels en in de oren. Zowel mannen als vrouwen hebben grote uitgezakte gaten in hun oren. Van oorsprong waren de Masaai nomaden die rondtrokken naar de plekken waar eten was voor het vee. Tegenwoordig vestigen ze zich steeds meer op een vaste plaats en trekken alleen de jongens en mannen met het vee rond. De jongens moeten als ze 6 jaar zijn voor het vee zorgen. En die zie je dan ook overal lopen met grote kuddes koeien, geiten en/of dromedarissen. Vee is de enige materiële maatstaf van de Masaai voor rijkdom. De koeien worden alleen bij zeer speciale gelegenheden gedood om te eten. Wanneer de jongemannen tussen de 16 en 25 zijn worden ze Morani (krijger). Vroeger moesten ze dat tonen door een leeuw te doden. Tegenwoordig mag dit niet meer. Ze moeten als ze Morani zijn in een speciale mannen Manyatta gaan wonen. Na hun 25ste worden ze ouderling en mogen de mannen trouwen. Hun werk bestaat vanaf dat moment uit het vee tellen. De vrouwen doen het meeste werk in en rond de hut. Hun traditionele eten bestaat uit koeienbloed vermengd met melk. Tegenwoordig wordt dit niet meer veel gedronken en eten ze granen, groenten en fruit. Een nieuwe inkomstenbron voor de Massaai zijn de toeristen. Als je hun dorp wilt bezoeken moet je 50 dollar betalen en voor iedere foto moeten ze ook goed geld hebben. Erg jammer, maar wel begrijpelijk! Geen foto’s van Massaai mannen en vrouwen van dichtbij deze keer!
Na 3 weken met ons mee te hebben gereisd hebben we afscheid genomen van Wim en Germaine. Wij blijven nog enkele dagen in Arusha waar we ons nog wel een poosje kunnen vermaken. Arusha is de Safaristad van Tanzania en omdat er dus heel veel toeristen komen is er ook veel te doen. We kunnen hier alvast een beetje acclimatiseren Verders moet er nog gesleuteld worden aan de camper en willen we nog het nodige aan spullen kopen welke we nodig hebben voor onze ‘bunker’.
Met Jupp en Doro besloten om samen nog een off-roadtochtje te maken bij Lake Natron. Omdat het op een aantal plaatsen al een aantal dagen had geregend, de regentijd was begonnen, was de weg op sommige plekken behoorlijk modderig. Omdat er op veel plaatsen kleigrond is, word het spiegelglad! We konden goed merken dat wij hier speciale banden voor hadden. We hadden veel meer grip als Monster die overal van links naar rechts slibberde. Ook stond de weg of de riviertjes waar we door heen moesten vol met water. Weer een mooie ervaring en geleerd hoe een diepe rivier zonder brug of viaduct door te komen. Hier brak ons chassis, deze was al flink verbogen door het missen van een speedbreaker in Kisumu (Kenia).
Bij Lake Natron woonde een dokter met een speciale geneeswijze. Denk maar aan een soort Tanzaniaanse Jomanda! Hier gingen dagelijks duizenden mensen naar toe met hoop op genezing. Velen komen echter nooit aan omdat ze onderweg al verongelukken. De weg is onverhard en ontzettend slecht. De gravel is helemaal kapot gereden; diepe gaten; grote stenen en veel bijna niet te nemen rivierdoorwadingen. Vele zitten met twintigen in een oude jeep of met honderden achter op een vrachtauto. Van de snelheid aanpassen aan de situatie hebben ze nog nooit gehoord dus wanneer je dan over de kop gaat of kantelt weet je wat de gevolgen zijn. Wij hebben 7 uur gedaan over het laatste stuk van 80 kilometer en zijn daar minstens 15 gestrande voertuigen tegen gekomen. De inzittenden (overlevenden) zitten dan soms dagen onder een boom te wachten op hulp!
Eindelijk op de verharde weg aangekomen konden we weer goed door rijden. Deze route hadden we al gereden en nu zagen we dat alles veel groener was als een week geleden. Ook veel waterbekkens en rivieren stonden nu vol water. Het was langs de weg en in de dorpjes een mooie modderboel. Deze keer naar Meserani Snake Park gegaan om aan het weekenddisco gebeuren van het Masaai camp te ontkomen. Aan sommige beslissingen kun je merken dat je wat ouder word. Ook op deze campsite alleen maar grote Overlandtrucks die allen van Noord naar Zuid of andersom gingen! Ook hier viel de regen continu met bakken uit de lucht en was het zelfs koud! We zijn dus al weer een beetje voorbereid op het Nederlandse klimaat. Verders wel leuk om ook een deel van de regentijd te hebben meegemaakt. Het is niet te beschrijven hoe snel de het land van ‘dor en geel’ in ‘fris en groen’ veranderd. Wel word het overal een ontzettend zootje en heb je echt laarzen nodig die hier dan ook volop te koop worden aangeboden! Jammer dat wij geen half jaar ‘droog’ hebben gestaan; anders waren we misschien ook nog ‘fris en fruitig’ naar Nederland terug gekomen!
Nu zit onze eerste etappe in Afrika er echt op!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Uganda
Na een niet al te moeilijke grensprocedure waren we in Uganda. Wel probeerden vele jongelui nog even een graantje mee te plukken aan allerlei onzinnige dingen maar dat hebben we allemaal afgewimpeld. Zo zouden er reflecterende strepen op de achterkant geplakt moeten worden en zou er een verzekeringssticker op de voorruit hebben gemoeten. Tot nu toe zonder deze zaken zonder problemen verder kunnen reizen. Wel moest er flink wat roadtax betaald worden. De eerste dag was de weg erg slecht en hebben we over 100 km 4 uur gedaan. Het was een kunst om de gaten (put-holes) in de weg te vermijden. En de weg was zo smal dat Ton veel werk had om de op ons af stevende bussen en vrachtwagens te ontwijken. In het eerste dorp waar we hebben overnacht is Ton naar de kapper geweest. Dit was niet echt een succes. Ton legde uit dat hij zijn haar overal 3 centimeter korter wilde hebben. De kapper ging aan de slag. Voordat Ton het kon voorkomen was er aan de voorkant een mooie sleuf geschoren met een tondeuse, een schaar bleken ze niet te hebben. Er was geen 3 centimeter af maar op 6 millimeter na alles. Ton heeft er maar een tropenkapsel (oftewel Geke Jansen kapsel) van laten maken. Naar de kapper hoeft hij niet meer tot we thuis zijn.
Uganda is een mooi en groen land. Er zijn veel meren, moerassen, bossen en er is een echte jungle. De mensen zijn erg vriendelijk. Ze bekijken ons wel maar blijven op gepaste afstand en vragen niets aan/van ons. De fiets en de brommer hebben hier ook hun intrede gedaan. Ze worden multifunctioneel gebruikt. Beiden worden gebruikt als taxi en om allerlei spullen op te vervoeren. Dat er een duidelijke samenhang is tussen infrastructuur en welvaart is hier erg goed te merken. Op het platteland is de armoede groot.
We zagen dat er overal in het land op grote schaal gecontroleerd en ongecontroleerd stukken land en bos in brand stonden. Dit veroorzaakte de gehele dag en overal waar we waren voor een asregen en rookwolken. Op het platteland doen de mensen het om het land vruchtbaarder te maken. Rondom de natuurparken wordt het gedaan om het wild binnen de niet afgerasterde parken te houden.
Nergens hebben we zoveel baby’s gezien als hier. Het leek wel of iedere vrouw net een kind had gekregen. Tot de peuter kan lopen reist hij mee op de rug van de moeder. Vaak hebben de vrouwen ook nog een schaal met bananen of een kan water op hun hoofd. Ook hier zagen we weer de vrouwen meer en harder werken dan de mannen. Deze lagen meestal met zijn allen in de schaduw onder een boom. Zo ook de fiets- en bromfietstaxichauffeurs afwachtend op een ritje!
Omdat de tv hier nog niet in elk huishouden is geïntroduceerd hebben ze hier tv ruimtes waar men tegen betaling tv kan kijken. Dit hadden we in Ethiopië en Kenia ook al gezien. De mensen die het niet kunnen betalen staan door de spleten van het gebouw te kijken om toch iets mee te krijgen van het fenomeen tv.
Muziek is hier erg belangrijk. Iedereen die het kan betalen loopt met een transistorradio rond. Er zijn ook veel discotheken die vanaf 24.00 tot 7.00 uur open zijn. Op zondag kun je vanuit de disco zo naar de kerk. Ook hier alleen maar muziek en zang van 7.00 uur tot 13 uur. Daarna gaan alle winkels weer open.
De kinderen zijn hier net zo bang van ons als wij vroeger waren van zwarte piet. Waarschijnlijk zien ze ons als ‘witte piet’. Wanneer we stoppen om een foto te maken komen ze op de truck afrennen. Als we iets te lang naar ze kijken rennen ze huilend van de schrik weg en gaan op een afstandje naar ons staan kijken.
In noord Uganda zijn we naar het nationaal park Murchison Falls geweest. De ‘Game-drive’, zo heet het rondrijden om wild te zien, viel hier wat tegen. Geen leeuwen gezien, wel veel nijlpaarden, antilopen, olifanten, giraffen en buffels. Vanuit daar zijn we naar Kampala gereden. Hier kregen we in het centrum een lekke band. Snel doorgereden naar de camping en de wagen op de krikken gezet. De dag erna op de camping het gat in de binnenband geplakt. Hier kon het in alle rust gebeuren en hadden we onze reserveband niet nodig. Het is veel en geen leuk werk maar het hoort er allemaal bij. Op de camping stonden ook een 80 andere overlanders. Ze reizen in grote gezelschappen in een truck of bus rond. Ze hebben zoals ze aangeven: No airconditioning, no video, no toilet, no Telephone but lots of FUN! Dat is tot in de vroege uurtjes te merken!
De camping was verders net een kinderboerderij. Er liepen geiten, kippen. honden, poezen, een groot vet varken en apen rond de camper. ‘s Morgens werden we wakker gemaakt door krijsende Schildraven en kraaiende hanen. Omdat we niet meer zo hoog zitten loopt de temperatuur op tot 38 graden overdag en een graad of 25 ‘s nachts. Ook de muggen worden steeds opdringeriger. Ondanks de malaria tabletten die we innemen hebben we nog wat extra maatregelen genomen. Extra muggengaas voor de deur en een muskietennet rondom het bed. Hier in Kampala zien we weer het grote contrast tussen arm en rijk. De bedelaars hebben zich verzameld rond de zeer grote en chique shoppingmalls. Wat we hier aan winkels tegenkomen hadden we ons van te voren niet voor kunnen stellen! Alles is er dan ook te koop. Het merendeel is echter ook onbetaalbaar; zelfs voor ons! Een aantal malen met de motor naar het centrum gereden wat een hele sport is met dat links rijden en het ongelooflijke drukke verkeer. Aangaande verkeersgedrag moet je even omschakelen tussen de grootste zijn (truck) en de kleinste (motor). Na vier dagen Kampala richting Jinja gereden. Daar wederom op een mooie campsite terecht gekomen. De Nile River Explorers campsite. Wederom veel Overlandtrucks vol met toeristen uit alle werelddelen. Vooral Engelsen Nieuw-Zeelanders en Australiërs zijn hier goed vertegenwoordigd. Wederom veel gezelligheid tot in de vroege uurtjes. De eerste nacht werden we getrakteerd op een twee uur durende onweersbui. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt. Het heeft twee uur lang continu geweerlicht en gehoosd. ‘ s Morgens zaten onze stoelen helemaal onder de rode klei en waren de blokken waar de camper op stond in de klei weggezakt. Als je buiten rond wandelde werd je na iedere stap 1 cm groter van de klei die onder je schoenen bleef hangen. We zijn maar de gehele dag in de bar gaan internetten op zoek naar een goedkope terugvlucht naar Amsterdam of Dusseldorf. De daarop volgende dagen heeft het iedere dag wel een twee uur geregend. Enerzijds geeft het wat afkoeling; anderzijds is het ontzettend benauwd door de zeer hoge luchtvochtigheid.
De Nijl ontspringt hier vanuit het Victoriameer en stroomt dan door Uganda naar Soedan alwaar in Karthoum de blauwe Nijl zich aan de witte toevoegt. De blauwe Nijl ontspringt in Ethiopië. Uiteindelijk komt de Nijl na een reis van 6700 km in Egypte in de Middellandse Zee uit. Van het einde tot aan het begin hebben we de Nijl nu gevolgd. Het is een pracht rivier met ontzettend veel diversiteit. Door de bouw van vele stuwdammen heeft de Nijl zijn natuurlijke karakter op veel plaatsen verloren. Hier in Jinja tot op heden nog niet wat resulteert in een van ‘s werelds beste rivieren om in te raften. Jammer dat ze geen raftkleding in de maten XXL hadden, anders hadden we onze botten nog een keer kunnen testen.
In Jinja zijn we ook verschillende keren wezen stappen. Ook hier in de kroegen weer prachtige animeermeisjes oftewel meiden op zoek naar een rijke Europeaan! Wat dat betreft is dit het Thailand van Afrika!
Na 6 dagen feesten, motor rijden en luieren in Jinja zijn we weer richting Kenia vertrokken. De huizen werden richting Oosten weer steeds soberder en de bevolking weer steeds armer. Duidelijk is dat het Oosten, Noorden en midden van Uganda de armere streken zijn en het Zuiden en Westen de rijkere! Ook is opgevallen dat veel Aziaten de eigenaren zijn van de detailhandel. De laatste dag zijn we na 3 keer te zijn uitgenodigd toch maar even bij een Ugandese familie op bezoek gegaan. De gehele dag was er gepoetst door iedereen om ons te ontvangen. Het werd weer een “paard in de gang gesprek”! Iedereen heeft wat te vertellen en te vragen, maar je begrijpt elkaar gewoon niet goed. Dat doen we dus niet meer! Uganda is een land wat ons erg aanspreekt. De mensen zijn erg vriendelijk en hebben altijd een zeer goed humeur. Uganda trekt vooral jongeren aan die met z’n twintigen in grote Overlandtrucks rond rijden en gaan kajakken, raften, en Gorilla en Chimpansee wandeltochten van enige dagen gaan ondernemen. Als er nog liefhebbers zijn: We geven jullie graag meer informatie.