Afrika 2010-2011 (2, deel 2)
Na het uitstapje naar Botswana en Namibië zijn we weer terug in Zuid Afrika en deze keer aan de westkust. De grens was weer in een half uurtje geregeld. Net buiten Springbok zijn we weer off road gegaan om naar Hondeklip Baai te rijden. Het was weer een echt avontuur. Hoge passen met smalle wegen die regelmatig erg slecht waren. Over de laatste 80 km hebben we 4 uur gedaan. Hondeklipbaai is een dorpje aan zee aan de rand van de diamantvelden. Hier werkt iedereen of in de diamantenindustrie of in de visserij. De Atlantische kust staat bekend om zijn mooie zonsondergangen. Hier hebben we dus ook volop van kunnen genieten. Verder is de zee er zeer ruw en spatten de golven wel 20 meter hoog uit elkaar op de rotsen.
Na een dagje rust weer verder en naar Lambert’s Baai gereden. Het is een vissersstadje waar veel kreeft word gevangen. Vlak voor de kust ligt Bird Island waar Jan van Genten, pinguÏns en zeeberen “wonen” en zich er voortplanten. De volgende stop was Paternoster. Dit zou een slaperig vissersdorpje zijn, maar alles wat wij hebben kunnen ontdekken was een grote toeristenindustrie voor de wat rijkeren in Zuid Afrika. Even buiten Paternoster was het Columbine National Reserve waar je overal “vrij” mocht kamperen. Hier prachtig aan een droombaai gestaan met de bedoeling om hier enkele dagen te blijven. Helaas stak er een harde stormachtige wind op en kwam er regelmatig een zeemist op zetten. De temperatuur daalde dan snel van 30 naar 15 graden. Het zeewater is er overigens ook niet warmer dan 8 graden op dit moment. Dat komt door de koude golfstroom van de Zuidpool. Je kunt je voorstellen wat er gebeurd als je daar vanuit de warme zon een frisse duik neemt!
Via de westkust verder richting Kaapstad gereden. In Muizenberg een voorstad van Kaapstad op de camping gestaan. Muizenberg ligt ongeveer 27 km. van het centrum. Daar hebben we voor de vierde keer Jupp en Doro getroffen. In Kaapstad hebben we een city sight seeing gemaakt in een open touringcar. De Tafelberg was wolkenvrij maar vanwege de harde wind was de kabelbaan buiten gebruik. Waait er in Kroatië de Bora, in Frankrijk de Mistral en in Zwitserland de Föhn; hier waait de Kaapdokter! Het is een harde zuidoosten wind welke Kaapstad smogvrij houd; vandaar de naam. ‘s Avonds heerlijk gegeten in Nelsons Eye waar de beste steaks van Afrika geserveerd worden. Veel in reisgidsen benoemd vonden we overdreven, maar deze keer klopte de tip! De Beef Filet van een pond smaakte voortreffelijk! De volgende dag zijn we met een veerboot naar Robbeneiland gegaan. Hier hebben we rondgewandeld en de gevangenissen bezocht. Verder kregen we uitleg van een ex-politiek gevangene hoe het leven was gedurende het apartheid regime. Het gaf ons een naar gevoel hoe het mogelijk was (en is) dat zo weinig “blanken” zo veel “zwarten” op een beestachtige manier hebben kunnen onderdrukken. We beschaamden ons bijna dat we blank (en Nederlander) waren.
Geloof ons: Gelijke behandeling van zwarte mensen zal nog generaties duren. Dat hebben we inmiddels op heel veel plaatsen ervaren. “Slavernij” vind nog steeds plaats!
We hebben Kaapstad ervaren als een zeer moderne schone stad. Hier heb je het gevoel niet meer in Afrika te zijn. Hier is alles te koop en de stad lijkt wel alleen door blanke mensen te worden bewoont! Deze hebben het zeer goed en rijden in de allerduurste auto’s rond. Nergens hebben we zoveel Maserati’s , Ferrari’s en Porsches gezien. De middenklasse auto is hier een Mercedes in de 500 klasse, een Audi uit de A6 serie of een van de duurste BMW’s. In Kaapstad word geld gemaakt! Verder zie je dat daar waar welvaart is ook de gezondheidsfreaks toenemen. De twee a drie persoons konten ( die je als boekenplank kunt gebruiken) kom je hier niet meer tegen. Hier word het ideale figuurtje weer nagestreefd.
Via een prachtige kustweg zijn we naar het zuiden van het schiereiland; Kaap de goede Hoop gereden. Kaap de goede Hoop is de uiterst zuid westelijke punt van het vaste land van Afrika! Onderweg een stop gemaakt bij een van de drie broedkolonies van de Afrikaanse pinguïn. Via Kaapstad naar de wijnstreek (Stellenbosch) gereden. Onderweg reden we langs de bekendste Township van Kaapstad. (Khayelitsha) Iedereen leeft hier in informele onderkomens of kotten! Na de apartheid zou Khayelitsha het eerste Township in Kaapstad zijn welke voor verbetering in aanmerking kwam. Hiervan is nog weinig te merken. Een veelgehoord gezegde is: De rijken krijgen steeds meer geld, de armen krijgen Khayelitsha! De naam betekend “nieuw thuis” in de taal van de Xosa stam, maar voor de meer dan een miljoen inwoners zou het net zo goed vroeg opstaan kunnen betekenen. Dat geld voor degene die werk hebben gekregen in Kaapstad. Verder word hier ook geld gemaakt, maar dan op een heel andere manier!
In Stellenbosch het stadscentrum bezocht wat geheel in Nederlandse stijl is gebouwd. Via de wijnroutes weer naar de kust gereden en via een mooie kustweg met prachtige uitzichten in Onrus beland. Hier door een echtpaar uitgenodigd om samen met hen Hermanus te bezoeken dus zijn we een dagje langer in Onrus gebleven. In de Baai van Hermanus komen ieder jaar de walvissen hun jongen baren en de walvissen komen dan meerdere malen per dag de baai in zwemmen om hun jongen te zogen.Helaas baren ze pas vanaf juni dus voor ons geen walvis te zien. Wel kun je er gaan kooiduiken naar de witte haaien, maar daar was het water een beetje te koud voor! Op de camping was het erg druk. Een Camper en Caravanclub (De Golden Oldies) was er neergestreken en ze hadden iedere avond bij iemand anders een “meat and eat”. Iedere middag en avond groot vuur in “de Braai” en ondertussen denken we te weten waarom het zo warm is in Afrika! Dat komt door de Braai’s. Als we in Holland nu ook eens twee maal daags 365 dagen per jaar gaan BBQ-en dan word het misschien ook wat warmer en zijn we meteen bevrijd van het dilemma “Gaat de Elfstedentocht door of niet”?
Cape L’Algulhas, het meest zuidelijke puntje van het vasteland van Afrika was ook onze zuidelijkste bestemming. Vanaf daar gaan we ( in Afrika) alleen nog maar in noordelijke richting. Struisbaai had een prachtig wit strand met een azuurblauwe zee waarvan de temperatuur ook goed was! De zeehonden zwommen langs je op. Arniston (Waenhuiskrans) was een oud vissersdorp met nog vele authentieke vissershuisjes.
Op een andere mooie plek aan zee (Groot Jongensfontein) kregen we het verdrietige bericht dat de broer van Chantel was overleden aan de complicaties van een beenmergtransplantatie. Je bent op zo’n moment heel ver van huis. Na veel dubben besloten om niet terug te vliegen naar Nederland maar onze reis voort te zetten en Raymond in gedachten te herdenken.
We zijn de Gardenroute gaan rijden. Deze heet zo omdat de streek groener is dan aan de rest van de zuidkust. Er zijn veel grote rivieren en veel bergen met steile bergpassen. In Buffelsbaai kregen we ‘s nachts te maken met een echte zomerstorm. Het water kwam tot aan de camper en de golven maakten erg veel schuim wat ‘s morgens een meter hoog tegen onze camper aan lag. Alles zat onder de blub en een plakkerig schuimlaag. We moesten eerst de camper ontdoen van alle zout, blubber en opgedroogd schuim alvorens we konden vertrekken. Dat was een hele klus.
We zijn hier aan de kust in Zuid Afrika waarschijnlijk de meest gefotografeerde camper. We worden ook veelvuldig aangesproken waar we vandaan komen en hoe de reis is verlopen. Het zal ook wel komen omdat we uit Nederland komen en omdat ze ons dus goed kunnen verstaan. Je kunt het Zuid Afrikaans een beetje met het Vlaams vergelijken. Steeds weer moeten we het verhaal vertellen dat het een zelfbouw camper is en door welke landen we zijn gereisd.
Alle campings zijn bevolkt door gepensioneerden die hier voor $ 100,- per maand een grote staanplaats hebben inclusief 16 ampére stroomaansluiting en closetpapier! De meesten hebben airco’s koelkasten en vriezers bij zich en sommigen zelfs de wasmachine! Als je al wat jongeren op de camping tegenkomt dan hebben ze Opa of Oma bij zich als hoofdsponsor! In het toiletgebouw staan ze bij het urinoir allemaal te druppelen en aan de wastafel staan ze allemaal hun gebit schoon te spoelen! Word de prostaatclub ook onze toekomst? Wij als buitenlanders moeten op bijna iedere camping $ 20,- per dag betalen. Gelukkig geloven ze nog niet dat we gepensioneerd zijn! Het zou overigens wel een hoop geld schelen. Vrij kamperen is hier erg moeilijk. Overal staan verbodsborden en als ze er niet staan ben je in de buurt van een of andere Township. We zullen het gevaar maar niet opzoeken.
We hebben de kust gevolgd tot in Jeffrey’s Bay en zijn samen met Hein en Bernadette van Twiga Cars weer landinwaarts gegaan. Hein bouwt samen met Pier 4 x 4 campers en Pier waren we al in Mendig (DLD) op een Overland treffen tegen gekomen. Geeft maar weer eens aan hoe klein de wereld is! In Addo Elefantspark een dagje rondgereden. Dit park staat bekend om zijn vele olifanten. Helaas hebben wij er maar een paar gezien. Door het hete droge binnenland via Graaf-Reinet en Prieska naar Uppington gereden. Hier hebben we een nieuwe gelaccu kunnen kopen, want al langere tijd was een van de 2 huishoudaccu’s kapot. Op een bezoek na aan het Kgalagadi Park gaan we na 5 weken weer richting Namibië.
We vonden Zuid Afrika mooi, afwisselend en erg westers. Het avontuur hebben we wel gemist. Je kunt het vergelijken met een vakantie aan de Franse Riviera.
Botswana
De grensprocedure was snel afgehandeld. Het carnet hoefde niet te worden gestempeld omdat Zuid Afrika, Botswana en Namibië een doauneovereenkomst hebben. Na het stempelen van onze paspoorten en het betalen van roadtax konden we vertrekken. Voor we de grenspost af konden rijden werden we nog gecontroleerd op het bij ons hebben van vlees, groente en fruit. Dit mag je niet meenemen naar Botswana. We hadden dit al gehoord en alles veilig weggestopt.
Onze eerste stop was in Serowe; het Kharma Rhino Sanctuary. Hier was een prachtige camping met grote plaatsen midden in de bush aan de rand van de Khalahariwoestijn. Helaas door een verkeerde inschatting van Chantel reden we ons vast onder laag hangende takken van bomen. Omdat we niet meer voor of achteruit konden zonder iets op het dak te beschadigingen moest de zaag er aan te pas komen. Voor de gamedrives hoefde je hier niet om half 4 maar pas om half 6 op te staan. Dit was dus een paar dagen� lekker uitslapen. Hier was het echt offroad rijden. Overal door diep mul zand of over erg smalle weggetjes. Ook hier moest de zaag er 3 x� aan te pas komen om ons een weg te banen naar de pans alwaar de dieren komen drinken. Veel neushoorns gezien met jongen en natuurlijk het nodige andere wild.
Vanuit Serowe zijn we, op een of road stuk van 55 km na, over erg saaie wegen naar Francistown gereden.� In Francistown konden we eindelijk geld pinnen en� hebben we de nodige� inkopen gedaan. Na een nachtje op camping Woodlands net buiten de stad zijn we naar Nata gereden alwaar we gekampeerd� hebben bij Nata Lodge. Deze camping ligt aan een van de zoutpannen. Deze wilden we gaan bekijken, maar helaas was het niet mogelijk. Door de zware regenval een maand geleden is de ondergrond erg drassig. Je rijdt dan over een korst van ongeveer 15 cm dik. Daaronder zit een modderlaag van soms wel 2 meter diep. Als je dus door de korst heen zakt kom je in de modder terecht en daar kom je nooit meer uit. Je kunt het vergelijken met het ijs in Nederland. Is de ijslaag niet dik genoeg dan breekt hij en zak je door het ijs!
De camping werd ‘s nachts maar liefst bewaakt door 6 personen van de security. Deze probeerden wat geld bij te verdienen met het verkopen van hout voor een kampvuur. Verders vroegen enkelen van hen eten of drinken wat we al eerder meegemaakt hadden in het zuiden van Botswana. Daar vroeg de politie en de douane ook al om drinken, met een voorkeur voor cola. De security aangegeven dat we alleen maar water en bier hadden. Dan had hij liever een biertje was zijn antwoord. Hem duidelijk gemaakt dat iemand die moet werken geen alcohol kan drinken! Zijn antwoord was dat hij dan beter kon werken. Misschien heeft hij wel gelijk als je de halve nacht ergens gaat liggen slapen!
Op weg naar het noorden van Botswana� zijn we beland op camping Elephants Sand. Deze camping ligt aan een pan (waterpoel) waar veel olifanten komen drinken. Wij werden de eerste avond verrast door een wilde hond die op een kudugeit aan het jagen was. Op een gegeven moment dacht de kudu veilig te zijn in de pan, maar niets was minder waar. De wilde hond bleef haar ook in het water aanvallen. Het was een wreed gezicht maar relativerend dat dit de natuur is was het een� fascinerend gebeuren. De wilde hond greep de kudu steeds bij de oren en scheurde deze van haar kop af en beet haar in de rug en nek. Af en toe ging de wilde hond even het droge op om te kijken waar de versterking bleef want meestal jagen ze in roedels en verscheuren ze alles wat ze te pakken krijgen. Bij een volgende aanval was de kudu zo verzwakt dat ze vermoedelijk verdronk. Toen de kudu dood was sleepte de hond� haar uit het water en begon eraan te eten. Even later kwam de rest van de roedel erbij. Ze hebben zich de hele nacht te goed gedaan aan de kudu. De volgende morgen waren ze nog aan het eten en liepen met dikke buiken rond. De gehele dag hebben ze in de schaduw liggen uitbuiken. Wij werden die nacht enkele malen wakker van passerende en trompetterende olifanten. Voor de eerste keer hebben we ‘s nachts op het dak gezeten!
De wilde hond is een met uitsterven bedreigd roofdier. Men gaat ervan uit dat er nog maar zo’n 3000 van deze dieren zijn. Ze leven voornamelijk in het zuiden van Tanzania, Zambia, Zimbabwe, Botswana, Zuid Afrika en Namibi�. Het zijn de meest wreedste jagers onder de roofdieren. Ze jagen op antilopen en scheuren hun prooi tijdens het jagen in stukken tot deze dood is. Dit jagen doen ze meestal in roedels van 15 tot 25 dieren. Dat je een jagende wilde hond ziet is echt uniek en zoiets kom je maar een keer in je leven tegen. We hebben er veel foto’s van gemaakt waarvan een klein aantal op de website staat.
Onderweg naar Kasane ( Chobe ) liepen de olifanten, sabelantilopen en ander wild gewoon langs en over de weg. Het was heel bijzonder om dat allemaal in de vrije natuur tegen te komen. We zijn neergestreken op de camping van Chobe Safari Lodge. Omdat het erg duur was om met onze eigen auto in Chobe National Park een game drive te rijden hebben we een drive geboekt. We hebben niet veel wild gezien omdat het erg veel geregend heeft en er overal eten en drinken is. De dieren verspreiden zich dan naar andere delen van het park of zelfs naar andere parken omdat de parken hier geen afrasteringen hebben. We hebben wel een leeuwin gezien met haar 2� ongeveer eenjarige welpen. Verders veel bavianen, impala’s en een paar giraffen.
Terug op de camping de auto maar weer eens gecontroleerd. De laatste keer dat we dit deden moesten we water bij vullen. Deze keer dus weer wat duidt op een lekkage. Bij verdere controle en wat telefoontjes is duidelijk geworden dat de koppakking stuk is. We gaan nu proberen om in Maun te komen om deze te laten repareren. Dat zijn via de Caprivistrook in Namibi� nog ongeveer 900 km.
Na een bezoek aan een garage hebben we in Katimo Mulilo (Namibi�)besloten om in plaats van naar Maun� (Botswana) te rijden naar Windhoek (Namibi�) te gaan. Dit in verband met het zeer moeilijk aankomen en distribueren van reserveonderdelen. Na berichten van anderen uit Maun gaan we niet meer terug naar Botswana. Het rijden is en blijft overal saai en de afstanden tussen de parken zijn groot. Mooie tracks zijn niet te rijden in het regenseizoen dus moeten we zo veel mogelijk op de asfaltwegen blijven. Een vlucht boven de Okavangodelta kost maar liefst $ 110 per persoon� en als (oud) ingezetene van het “land van Maas en Waal” heb je dat geld daar niet voor over. We zijn bekend met overstromingen!� Bovendien is in het regenseizoen de kans om dieren te zien aanmerkelijk kleiner dan in het droge seizoen.
�
Namibie
Via de transit road door het Chobe National Park naar de grens met Namibi� gereden. Onderweg ontzettend veel olifanten gezien. Ze stonden langs en op de weg en regelmatig stak er een kudde vlak voor ons over.
Voor we de grenspost op mochten rijden kregen we een veterinaire controle ( in Namibi� mag je geen rauw vlees mee nemen). We moesten uit de auto stappen en onze voeten vegen op een groezelige mat die doordrenkt was met ontsmettingsmiddel. Daarna werd natuurlijk de koelkast weer gecontroleerd. Gelukkig lag ons vlees weer veilig in de klerenkast. Door slechte ervaringen met het betalen van roadtax dachten we deze keer alles goed geregeld te hebben. We hadden in Kasane al� Namibische dollars gekocht. Nu moesten we de roadtax echter 70 kilometer verderop betalen in Katima Mulilo. Langs het roadtaxkantoor was een pinautomaat!� Al onze voorzorgsmaatregelen waren dus voor niets.
Voor we in Katima waren kregen we nog vier keer een veterinaire controle wat iedere keer in hield dat we allebei moesten uitstappen en onze voeten moesten vegen op een mat met ontsmettingsmiddelen. Dit doen ze om de verspreiding van mond en klauwzeer te voorkomen. Of het helpt daar hebben we onze twijfels over.
Toen we hadden geparkeerd om boodschappen te doen en uit wilden stappen, klapte de linker achterband. Wij en iedereen op het parkeerterrein schrokken ontzettend. Zo ook de security die direct met drie man aanwezig was. Ze dachten waarschijnlijk aan een aanslag! Dus weer� even een “bandje” wisselen;� nummer 6! Gelukkig kregen we hulp van 4 jongens en ondanks� een flinke onweersbui� was de band in een goede 3 kwartier verwisseld. Na het� boodschappen doen naar de camping� gereden. Een mooie camping aan de oever van de Zambezi rivier. Hier een flesje Old brown sherry open getrokken om de tegenslagen van de laatste dagen te verwerken. De emotionele barometer bij Chantel stond er niet goed bij. Ton kon alles nog wel relativeren. Een lekke band meer� of minder is niet erg, maar wat is de oorzaak? Dat houd je de gehele dag bezig. De dag erop de kapotte band gedemonteerd en toen werd duidelijk dat de fout bij TrenTyre gemaakt was. Dat is een bandenservicebedrijf wat in heel midden en zuid Afrika vestigingen heeft. Duidelijk is dat je die ook niets kunt toevertrouwen. Vanaf nu repareren we de banden maar zelf. De stemming werd er in ieder geval wel weer beter van!
�
Via een andere campinggast het adres gekregen van een goede garage in Katima Mulilo. Hier maandagmorgen naar toe gegaan. Deze man kon ons wel� helpen maar gaf ons het advies om naar Windhoek te gaan naar M.Z. garage. Als hij het zou repareren hadden we de kans dat we 3 weken moesten wachten op onderdelen en datzelfde risico liepen we in Maun. De M.Z. garage is een grote Mercedes garage en deze zouden in staat zijn om ons probleem, waarschijnlijk een lekke koppakking of een haarscheurtje in de kop te repareren. We konden zonder problemen de 1200 kilometer naar Windhoek rijden als we het rustig aan deden en de temperatuur goed in de gaten hielden.� De plannen werden dus weer� aangepast;� niet terug naar Botswana� maar vanuit de Popa Falls naar Windhoek.
De eerst etappe was naar Kongola� waar het bezoeken van een traditioneel dorp op het programma stond. Helaas geen mens te vinden in het dorp en het leek erop dat er al enige tijd geen mensen meer woonden. Op een Bushcamping aan de Kwando rivier overnacht. De volgende dag naar Popa Falls gereden.� Toen we vertrokken kregen we al snel weer een veterinaire controle. Weer de voeten vegen en nu werden de banden van de camper ook gedesinfecteerd. De Popa falls waren weer zo’n voorbeeld van overdreven beschrijvingen in een reisgids. Het was werkelijk niets dan een kleine stroomversnelling in een brede Okavanga rivier. Veel regen hier waardoor de luchtvochtigheid met momenten opliep tot 97%. Dit hield in dat een wandeling naar de “watervallen” erg vermoeiend was en dat we toch nog drijfnat terug kwamen, maar nu van het zweet!
�
Later op de dag kwamen Jupp en Doro met hun vrienden op de camping aan. Het was zoals gewoonlijk weer een leuk weerzien. ‘s Avonds met zijn allen gaan eten in het eerste klas restaurant van de camping. De heren hebben zich tegoed gedaan aan een Kudusteak waar ze erg over te spreken waren. Ton en Jupp hebben nog even het waterverlies gecontroleerd. Een overloopslangetje� bij het reservoir was al langer afgebroken en we dachten dat dit niet erg was. Of het nu via de slang naar buiten loopt of rechtstreeks! Het slangetje liep echter niet naar onder maar was verbonden met de radiateur!� Het koperen gedeelte waar het slangetje aan vast zat weer vast gesoldeerd en nu maar hopen dat het water op pijl blijft als het terug loopt in de radiateur. Na 2 dagen van bijpraten, eten en drinken is ieder weer zijn weg gegaan.�
Wij zijn naar Rundu gereden waar we aan de oever van de Okavanga river hebben overnacht. Aan de overkant lag Angola. We konden de mensen zien en horen praten. Hier verlieten we de� Caprivistrook. Men schrijft erover als iets heel speciaals. Wij vonden het erg� tegen vallen. Op de camping het waterniveau in het reservoir gecontroleerd. Deze keer maar een litertje hoeven bijvullen. Het gesoldeerde pijpje was echter weer afgebroken. Deze keer het� pijpje maar eens goed vast gekit. Dan is er wat flexibiliteit en breekt het misschien niet meer af.
Onderweg naar het zuiden was er ineens een groot� veehek. Het vee uit het noorden mag hier niet doorheen om mond en klauwzeer en de runderpest uit het zuiden te houden. Het hield ook in dat je geen rauw vlees, groenten of fruit mee mocht nemen naar de andere kant. Dus weer een grote en grondige controle. Omdat we het al verwacht hadden was alles weer veilig weggestopt in de kasten.
We werden nu ook ten volle geconfronteerd met het regenseizoen. Bijna elke dag regen en dat niet voor enkele uren. Onze volgende overnachting was bij Roy’s camp. Hier viel zoveel regen dat we er zonder 4×4 voorlopig niet meer waren weggekomen. Na een half uurtje slibberen waren we weer op de hoofdweg. Op de camping het pijpje weer gecontroleerd en het zat nog vast en we verliezen geen water meer. In het reservoir komen echter nog steeds luchtbellen dus we tuffen maar verder richting Windhoek.
�
Vanuit Roy’s camp naar het Waterberg N.P. gereden. Dit is een grote Tafelberg waarop veel wild leeft. We hebben er echter zo veel regen gehad dat we dan ook werkelijk (op een Kudu en wat vogels na) geen dier gezien hebben!� De campsite was veranderd in enkele grote stromen met diepe sleuven.Toen het� ‘s morgens droog was en we enkele uren waren wezen wandelen kwamen we bij de camper terug en tot onze verbazing lag er een grote boom vlak voor de camper. De vochtige grond had hem niet kunnen houden en hij was dus gedeeltelijk afgebroken en omgevallen. Daar hadden we dus geluk gehad. Op onze laatste etappe richting Windhoek� kregen we een grote steen tegen onze voorruit. Gevolg: twee grote putten in de voorruit. Soms zit het mee en soms zit het tegen. Onderweg nog enkele slangen gezien. Om zich tegen aanstormend verkeer te beschermen springen deze wel een meter hoog om zo snel mogelijk weer van de straat af te zijn. Verder liepen er veel jakhalzen en warthogs op en langs de weg.
In Windhoek aangekomen naar de camping gereden welke we gevonden hadden via een flyer verkregen op een camping in Zambia. De camping was echter in aanbouw en nog gesloten. Van een zeer vriendelijke eigenaar mochten we er echter gewoon op en van alle diensten gratis gebruik maken. Zo stonden we toch gewoon midden in het centrum van Windhoek. (www.urbancamp.net) Van daaruit de M.Z. garage bezocht alwaar men “de King “weer gerepareerd heeft voor de volgende 30 duizend kilometers. Na nog een bezoekje aan onze stallingsplaats voor komende zomer zijn we richting kust gereden.
De natuur veranderde langzaam van weelderig groen naar droge woestijn. In Swakopmund� voor de eerste keer aan de westkust beland. Swakopmund is een kuststad� waar evenals in Windhoek op alle gebieden de Duitse invloed en cultuur merkbaar en voelbaar is! Is het niet dat we zelf momenteel in Duitsland wonen dan hadden we er de nodige opmerkingen over gehad!
�
�
�
�
De volgende bestemming was het Namib Naukluft Park, een woestijngebied dat bekend staat om zijn prachtige kleuren en mooie zonsop-� en ondergangen. Een kilometer of 30 buiten Walvisbay hield de verharde weg op. Vanaf dat moment hebben we in 4 dagen 850 km op gravel wegen gereden. De kleurenpracht was inderdaad soms adembenemend. We hebben onderweg op prachtige campsites overnacht. In Solitair� leek het of we terug gingen in de jaren 50. Het was een dorp met 6 barakken, een garage, tankstation,� winkel, lodge, campsite en niet te vergeten een bakkerij. De bevolking van het dorp ( een 30 tal ) runt het dorp. Solitair is wereldberoemd vanwege de bakker die heerlijke appeltaart maakt en op goede dagen tussen de 150 en 200 kilo ervan verkoopt. Op een andere camping hadden ze diverse “katten” die door farmers daar gebracht werden omdat ze of in vallen waren gelopen of hun vee hadden gedood. Enkele caracals en cheeta’s waren inmiddels mensvriendelijk en zo mochten we bij ze komen en ook aanraken.� De laatste dag hebben we een hele mooie route gereden door het� Ais-Ais Richterveld Transfrontier Nationaal Park. Tussen hoge rivierkloven van de oranjerivier en hoge bergen ging het weer richting Zuid Afrika. Onderweg veel struisvogels en springbokken gezien. De laatste camping was in Noordoewer net voor de grens met Zuid Afrika aan de Oranjerivier. Over een aantal weken komen we weer terug in dit hele mooie land!
Deel 2
Na 5 weken Zuid Afrika dus weer terug in Namibi�. In Ai-Ais zijn we naar de warm water bronnen geweest aan de Fishriver. Het water uit de bronnen is 65 graden. Er was een prachtig zwembad met lekker� warm water waar we ‘s avonds onder een prachtige sterren hemel hebben gezwommen. Ai-Ais� ligt onder in de canyon tussen hoge bergen opgesloten. De middagtemperatuur was er maar liefst 47 graden. Afkoelen in het zwembad was er gezien de hoge watertemperatuur ook niet bij! De volgende stop was Fishrivercanyon. Hier meandert de Fishriver door een kloof van 500 meter diep en 160 kilometer lang. Het is op de Grand Canyon na de grootste rivierkloof ter wereld.
In Keetmanshoop troffen we Marco en Yvonne weer. Deze hadden we ook al in Mozambique gezien. Toen troffen we ze bij de baobabboom, nu bij de kokerboom. We kunnen dus een boek gaan schrijven met als titel: Van baobab naar kokerboom!� We hebben een weekje samen gereisd en dit was erg gezellig. In Keetmanshoop het kokerbomenbos bezocht. Dit zijn bomen die op rotsige bodem groeien en water in de stam en takken vast houden om te overleven. De Bosjesmannen maakten hier hun pijlkokers van. Vandaar de naam “Kokerboom”. Tussen de bomen door liepen klipdassen met hun jongen. Op de camping waar we stonden liepen weer enkele tamme cheeta’s rond. Deze zijn we weer even gaan voeren wat erg leuk was.
Vanuit Keetmanshoop konden we het niet laten toch nog even een groot wild park te gaan bezoeken. We hebben een uitstapje gemaakt naar het Kgalagadi N.P. in Zuid Afrika. Dit Park ligt in een driehoek opgesloten tussen Namibi�, Botswana en Zuid Afrika. Dat was weer vroeg opstaan voor de game-drives (half 6). Het was weer ontzettend leuk. Weer veel wild� gezien en deze keer ook soorten die we nog niet hadden gezien zoals de dwergmangoesten, grootoorvossen, springhazen en een stekelvarken. Na 2 dagen rondrijden ook enkele leeuwen gezien. De laatste avond in het park een cheetah met 3 bijna volwassen jongen gezien en ook nog eens 3 leeuwen. Op de campplaatsen liepen jakhalzen rond en dus moesten we zorgen dat we onze schoenen en andere lederwaren binnen� in de camper hadden staan, want anders zijn ze ‘s morgens weg. Voor de jakhals en de hyena is het namelijk een lekker hapje! Velen zijn zo al hun schoenen kwijtgeraakt. In het park werd zelfs verteld dat iemand die over een kadaver gereden was ‘s morgens zijn banden kwijt was. Opgegeten door hyena’s. Dit zijn echte alleseters!
�
De laatste dag op weg naar de uitgang van het park wederom 4 cheeta’s gezien welke aan het jagen waren op een gemsbok. We hebben afscheid genomen van Marco en Yvonne, die doorreden naar Zuid Afrika en wij zijn weer terug gegaan naar Namibi�. Helaas moesten we opnieuw roadtax betalen omdat we het land 4 dagen hadden verlaten. Wederom was de vriendelijke dame niet op andere gedachten te brengen! Na 1400 km off-road waren we blij weer op het zwarte teer te komen en de stof achter ons te laten. Het word nu een weekje poetsen en sleutelen in Windhoek voordat we naar huis vliegen. De “King” gaat op stal tot september en hopelijk kunnen we dan omhoog via de westkust! We hebben in ieder geval een half jaar de tijd om te proberen het visum voor Angola en Congo te krijgen! Dit blijkt de laatste tijd nogal een groot probleem te zijn.
In Windhoek bij Auto Zone olie gaan kopen om nog even olie te verversen. Chantel bleef in de auto wachten, maar liep heel even naar buiten om wat te vragen. In die tijd werd snel onze fotocamera uit de cabine gestolen terwijl Chantel op twee meter afstand stond! Na wat vloeken heeft de eigenaar van de autoshop de politie voor ons gebeld om aangifte te doen. Een politieauto kwam, maar aangifte kon alleen op het bureau, dus moesten we met hem mee. Op het bureau aangekomen kregen enkele jongens flinke klappen van de politie; zo erg zelfs dat Chantel weer naar buiten wilde. Ze moest echter blijven en toen werd al snel duidelijk dat het de jongens waren die�de fotocamera gestolen hadden. Ze kregen nog enkele rake klappen waarna wij onze fotocamera weer terug kregen. Later moest de dief ons het nog persoonlijk overhandigen en moesten er nog de nodige paperassen ingevuld worden. Na een uurtje konden we weer verder; met fotocamera!